72 meer vooruitzichten belovende betrekking omzienen dat dit gevaar geenszins denkbeeldig is, blijkt uit het feit, dat in den loop van dit jaar een onzer verdienstelijkste archivarissen overgegaan is naar de rech terlijke macht en dat anderen reeds herhaaldelijk naar een ambt bij de magistratuur solliciteeren. Niet alleen derhalve de rechtvaardigheidmaar ook 's lands belang pleit voor een maatregel, die, wat het daarvoor geëischt bedrag betreftstellig niet bezwarend voor 's Rijks financiën kan worden geacht. Dat door den Rijksarchivaris in Noordbrabant aan Gedeputeerde Staten niet de noodige medewerking wordt verleendkan niet worden toege geven. Vermoedelijk doelt het lid dat deze opmerking maakte, op een gevaldat opgehelderd is gewordenen waarbij de gewenschte ophelde ringen moesten geput worden uit documenten, behoorende aan een parti culier van wien de vereischte toestemming niet kon worden verkregen." Bij de beraadslagingen in de Tweede Kamer over Hoofdstuk V, even min als bij de behandeling in de Eerste van dit gedeelte der staatsbe- grooting werd nog iets in het midden gebracht omtrent de betrekkelijke artikelen, die met de begrooting zijn aangenomen Het recht van toezicht en de eigendom van den Staat op de Gemeente-archieven in Nederland en België volgens de Fransche wet. Het zal wel geen betoog behoeven, dat in dit artikel geen spraak zal en kan zijn van de hooge rechten van den Staat, om als Rijks-eigendom van de Gemeenten op te vorderen alzulke archieven als afkomstig zijn van Gemeenschappen of ambtenaren die landsheerlijke of souvereine rechten uitoefenden, van rechterlijke collegiën en ambtenaren en van geestelijke en wereldlijke vereenigingenvan welken aard ook, die opgeheven zijn door vorige Regeeringen of de tegenwoordige, en welke onder de Gemeente besturen mochten berusten. Hier is alleen spraak 1 van het toezicht over de archievenwelke afkomstig zijn van vroegere en tegenwoordige Gemeentebesturen en van Gemeente-ambtenaren2°. van de eigendomsrechten van den Staat op die archieven. 1. De bepalingen der Fransche wetten en decretenuitgevaardigd ten opzichte der Gemeente-archieven in 17941809. De Fransche wet is op dit punt al zeer duidelijk. De bekende „loi concernant l'organisation des Archives établies auprès de la Representation nationale van 7 Mes- sidor an II" (25 Juni 1794), de wet die het groot beginsel bevatwaar- 73 aan alle Staatszorg voor de archieven haar oorsprong neemt, bepaalt in art. III„Tous dépots publics de titres ressortissent aux archives natio nals comme a leur centre commun et sont mis sous la surveillance du Corps législatif et sous l'inspection du comité des archives" en in art. IV „Dans tous les dépots de titres et piecesactuellemeut existans ou qui seront établis dans toute l'étendue de la république, il sera formé un état sommaire de leur contenu, suivant une instruction qui sera dressée et une expédition de chaque état sera fournie aux archives". Uit deze teksten leiden Blanche et Ymbert, in hun bekenden Diction- naire général d'administration afen met hen stemt Giron's Dictionnaire de droit administratif et de droit public 2) overeen dat een der inzichten van den wetgever van het jaar II is geweest om uit te breiden tot de archieven het beginsel van eenheiddien gemeenschappelijken grondslag der nieuwe instellingendat verder is vastgesteld dat alle archiefdepóts als van hun gemeenschappelijk middelpunt, afhangen van het depót der nationale archieven en dat sinds dien de documentendie de provinciën en gemeenten onder zich hebbenophouden hun toe te behoorenterwijl alleen de bewaring hun blijft toebetrouwd. Giron t. a. p.voegt daar nog aan toe dat de verschillende archief depóts dus slechts afdeelingen zijn van eenzelfde geheel en dat de Centrale Administratie over alle openbare archieven een recht van inspectie uitoefent, zooals de term van het organiek decreet (leeswet) luidt. Daaruit volgt zoo gaat Giron voort, dat al de bewaarders van archiefdepóts de kwaliteit hebben van agenten der Centrale Administratie. Een gevolg van dit ophouden der eigendomsrechten op'de archieven voor de gemeenten is hier wel de vrije beschikking daarover door den Staat. Dit vrije beschikken wordt zelfs nadrukkelijk geregeld in voornoemde wet van 7 Messidor an IIart. XII, aldus luidend: „Le comité fera trier dans tous les depóts les titres soit domaniauxsoit judiciairessoit d'administration comme aussi dans les collections et cabinets de tous ceux, dont les biens ont été ou seront confisqués, les chartes et manuscrits qui appartiennent a l'his- toireaux sciences et aux artsou qui peuvent servir a l'instruction pour être réunis et déposéssavoir a Paris a la bibliothèque nationale et dans les départemens a celle de chaque district 3); et les états qui en seront fournis au comité des archives 4) seront par lui transmis au comité d'instruction publique." Zie het Koninklijk Besluit, ter uitvoering van deze beslissing genomen, hierboven. 1) Tome lerp. 73. 2) Bruxelles 1895 a 1896, t. ler, p. 24 in voce „archives." 3) De naam der groote onderafdeelingen, overeen komende met onze provinciën, waarin de Fransche republiek, was verdeeld, vóór dat de grondwet van 5 Fructidor an III (22 Aug. 1795) ze met den naam van departementen bestempelde. De écoles centrales opgericht bij decreet van 3 Brumaire an IV (25 Oct. 1795) getiteld „De l'organisation publique", vervielen bij de wet van 11 Floréal an X (1 Mei 1802) en met deze de bibliotheken zelve. 4) Te Parijs.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1897 | | pagina 5