98 de burgerlijke standsregisters door de kerkelijke gemeenten tot 1812 ge houden. Verder het archief der in 1877 opgeheven gemeente Katendrecht en het archief der gemeente Kralingen tot 1824. Het archief kocht aan o.a teekeningen uit de nalatenschap van Ch. Rochussen en uit de collectie Pitcairn Knowles en kocht en verkreeg enkele andere voorwer pen enz. VII. Gebruik van het Archief. Een aantal personen kwamen voor min of meer belangrijke zaken geregeld de voorlichting van de archiefambtenaren inroepen. 2) Onderzoek werd gedaan door twee Amerikanen over de emigratie van Duitschers naar Pennsylvanië via Rotterdam. Er is sprake van, dat het gemeente-archief („bedoeld zal hier zijn de oudheidkundige verzamelingen" 3), zoo staat er in het verslag) enkele dagen voor het publiek tegen betaling van entree open te stellen. VARIA. In de op 18 Juli 1896 gehouden vergadering van den gemeenteraad van Arnhem is eene verordening vastgesteld voor het Roomsch-katholieke vrouwenhuis. Deze verordening was het gevolg van de historische na sporingen van het raadslid, den rijksarchivaris mr. J. E. Bijleveld, die aan het licht hadden gebracht, dat niet J. van Berchem omstreeks'l750 dit huis heeft gesticht, maar Derck Bouwmeester bij akte, verleden voor schepenen van Arnhem op 27 Juli 1575. Eene kleine wijziging is thans in den werkkring der stichting gebracht, waardoor zij niet alleen aan weduwen maar ook aan andere vrouwen steun mag verleenenin over eenstemming met de uitgesprokene bedoeling des stichters. Den heer Bijleveld werd bij deze gelegenheid hulde gebracht voor zijn 'belangrijken historischen arbeid door den voorzitter, namens den Raad, en door Dr. Thijssen, namens het College van regenten van het vrouwenhuis. In de gemeenteraad van Dordrecht van 23 Februari 1897 werd het archief der gemeente ter sprake gebracht. Zie hier wat de Dordrechtsche Courant daarover mededeelt: Ten_ aanzien van het voorstel van B. en W. tot benoeming van twee bevolkingsagenten, op eene jaarwedde van f 700 a f 800, spreekt de heer R,ens de vrees uit, dat deze zaak spoedig zal ontaarden en eene groote uitbreiding krijgen, evenals het geval is geweest met de benoeming van een archivaris. Nog voordat deze benoemd was, steeg diens jaarwedde tot f 1000 en sedert is er een duur gebouw bijgekomen, zoodat de 99 Gemeente, gezwegen nog van andere kosten, zich een blijvenden last van f 3000 's jaars heeft opgelegd. De heer van Tienen Jansse zal over het wenschelijke der benoeming niets verder in het midden brengen, maar wenscht een woord van protest te doen hooren tegen de weinige waardeeriDg, welke de inrichting van ons archief vindt bij den heer Rens, die een archief vrijwel tot de over bodigheden der gemeente administratie schijnt te rekenen Spreker wijst daarom op het groote practische nut, dat een behoorlijke schifting en ordening van het archief kan hebben voor eene gemeente als de onze, speciaal wat betreft het bewijzen van eigendom. Wanneer de heer Rens langer lid van den Raad ware geweest, zou hem bekend zijn dat de naspeuringen van onzen archivaris meermalen tot belangrijke resultaten hebben geleid. De heer Rens verklaart, wat de heer van Tienen Jansse spr. in den mond legt aangaande de meerdere of mindere nuttigheid van een archief of dat die instelling slechts een luxe-instelling zou zijn, heeft hij niet gezegdalleen heeft hij als voorbeeld willen aanhalen hoe de kosten daarvan, aanvankelijk op f 500 geraamd, al spoedig ongemerkt tot f 3000 zijn gestegen. De heer Yeth zegt, dat, wat de heer Rens omtrent de kosten van het archief betoogd heeft, ook kan worden omgekeerd wanneer het archief niet de gewichtige diensten bewees, die men van die instelling kan eischen en de oorzaak daarvan bleek te liggen in de vroeger onvoldoende bezol diging, zouden met de wetenschap die wij thans bezitten omtrent het nut van het archief, zeker allen voor eene uitgaaf van f 1000 stemmen, wanneer die gevraagd werd. Het betoog van den heer Rens was dan ook niet noodig om eene andere hoogst noodige uitgaaf tegen te houden. Het voorstel van B. en W. wordt hierop aangenomen met algemeene stemmen, behalve die van den heer Rens. Omtrent de archieven der Hollandsche kerk te Londen bevatte de N. Botter dammer Courante enigen tijd geleden de volgende mededeelingen Den 21sten November 1862 brandde de Hollandsche kerk in Austin Priarswaarin de Hollanders te Londen al ruim drie eeuwen lang hun godsdienstoefeningen gehouden haddengeheel uit. Alleen de kale muren bleven over. Gelukkig had het vuur iets gespaard, dat allicht meer waarde had dan al het verbrande, namelijk de archieven en de boekerij der kerk, hoewel men destijds de waarde van beide nog niet ten volle besefte. Maar op dat oogenblik wist men eigenlijk geen weg met de papieren en folianten, althans zoolang de kerk niet weer opgebouwd was. Toen dus de poorterij der City te berde kwam met het voorstel om die schatten onder haar vertrouwde hoede te brengen, nam de kerkeraad het met erkentelijkheid aan. Ik moet getuigen dat de poorterij haar belofte, dat zij alles met de meeste liefde en zorg zoude bewaren, naar letter en geest stipt nage komen is. Yooral in de poortersbibliotheek, welke eerst haren tegenwoordigen omvang en schoone inrichting kreeg, toen zij in 1871 en 1872 herbouwd werd als onderdeel van het Gildenhuis, bekleedden de Hollandsche archieven en boeken bepaald een eereplaats, en telkens Behooren die in ean archief tehuis? 2) Waarom hunne namen en de onderwerpen dier onderzoekingen niet genoemd? :j Hier zullen dan ook die voorwerpen, waarvan straks sprake was, onder dak gebracht zijn? Maai waarom dan tusschen het archief en de oudheidkundige verzamelingen geen onderscheid gemaakt^ „en minste in het verslag? Nu klinkt het wel wat vreemd, in het verslag over het „archief te lezen dat „werd ontvangen het groote wijnvat, dat indertijd in den historisch- allegonschen optocht van 21 Mei 1874 op den wagen vau den wijnhandel zeer de aandacht trok" en dat „ter plaatsing in hel archief werd aangeboden en aanvaard „de schildersezel van wijlen Charles Rochussen. j

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1897 | | pagina 18