96 de door voormelde officieren samengestelde chronologische overzichten" J) de tweede de kaarten „meerendeels getrokken uit de collectiën in beheer bij de Topograpbische Inrichting. Daarbij wordt aanteekening gehouden omtrent de kaarten van krijgsgeschiedkundige waardevoorhan den in de Afdeeling Genie op het Departement van Oorlog" 2). Het verslag bevat verder een opgave der „Aanwinsten van het krijgs geschiedkundig archief." 3) Daaronder komen naast verschillende boek werken, die hier volkomen op hunne plaats zijn, als inventarissen, mededeelingen omtrent de wording, samenstelling, het beheer enz. van krijgsgeschiedkundige verzamelingen in het buitenlandook vóór kaarten, afschriften en oorspronkelijke bescheiden. 4) Verder dient nog gewezen op wat de heer De Bas mededeelt over het „Gebruik der krijgsgeschiedkundige bescheiden", aldus saamgebracht. Aan het verslag zijn toegevoegd twee bijlagen. De eerste geeft aan den „Stand der krijgsgeschiedkundige nasporingen van de rijks-, gemeente en bijzondere archieven en ter griffie der verschillende provinciën op 1 October 1895." De tweede verschaft een „Overzicht der bundels, bescheiden en schenkingen 5), voorhanden bij het krijgsgeschiedkundig archief van den Generalen Staf op 1 October 1895." 97 Jaarverslag van de Commissie voor het archief der gemeente Rotterdam over het jaar 1895 aan Heeren Burgemeester en Wethouders in Februari 1896 ingediend. [Rotterdam Van Waesberge, 1896. (8°.) 24 bladzz.] I. Toestand der archieflokalen. In sommige kasten vocht evenals ten vorigen jare. Het steeds toenemend gebrek aan ruimte en de onvol doende inrichting der archieflokalen deed de commissie voor het archief en de bibliotheek zich wenden tot B. W. met een voorstel, dat naar vermoed wordt, een gunstig onthaal zal vinden. III. 2) Toestand der archiefverzamelingen. Over 't geheel genomen in voldoenden toestand. Berging der charters„Door eiken perkamenten brief vast te hechten geheel vlak op een stuk dun carton, werd een wijze van bewaring ver kregen die groote voordeelen aanbiedt en waarbij vooral ook voor de zegels betere zorg wordt gedragen." In 1894 begonnenwas deze arbeid in 1895 nog niet geëindigd. IY. Werkzaamheden en Ordening. In 1891 werd begonnen met het in regest brengen van al wat in de Oude Grafe- lijkheidsregisters voorkomt van belang voor de geschiedenis van Rotterdam en omliggende ambachten. In 1894 en 1895 werd daarmede voortgegaan en menige bouwstof werd daardoor gevonden voor het in voorbereiding zijnde Oorkondenboek. Verder werd veel tijd in beslag genomen door het voorbereiden van de uitgave der Kronieken. Verschillende registers en klappers (op de rentebrievenop de regesten uit den „Blafferd van het Sint Agnieten Convent", uit het Register „Renten competeerende die Leprozen", uit het register „Goederen der priesteren en memorieheeren van St. Laurens", uit het leenregister van den huize van Honingen, op het eerste Weesboek van 14441469) werden gemaakt. De inventaris der Privilegieboeken werd omgewerkt en vervangen door een uitvoerigen meer beschrijvenden. Het afschrijven der doodregisters ging geregeld voort. Verschillende nasporingen werden door den archivaris gedaan ten behoeve der gemeente-administratie. In 1894 deden 7, in 1895 4 particulieren officiëel aanvraag om onderzoek te mogen doen in het archief. V. In druk uitgegeven archiefstukken. Het tweede deel der Bronnen over de Geschiedenis van Rotterdambevattende de oudste Kro nieken van Rotterdam en Schieland, kwam in 1895 gereed. Het derde deel dezer uitgavebekostigd door de Gemeentezal bevatten de oudste Stadsrekeningen. Verder gaven de heereu Unger en Bezemer nog enkele kleinere archiefstukken uit. VI. Aanwinsten door aankoop geschenk of bruikleen verkregen. Door den archivaris zijn overgenomen Zijn deze „chronologische overzichten" wel op hunne plaats in een bibliographische ver zameling" 2) Uit is mij niet recht duidelijk. Worden de kaarten zelf „getrokken" uit de collectiën in beheer bij de Top. Inrichting? Of wordt aanteekening gehouden van wat daar is te vinden op cartographisch gebied, van belang voor het door den heer De Bas beoogde doel? (Vel ook bldz. 11alinea 2). 8 3) Waarom voor deze collectie geen anderen naam gekozen? Het woord archiefin zijn beperkte, technische beteekenis is hier toch in 't geheel niet op zijn plaats. 4) Behooren deze drie soorten van stukken wel in deze verzameling tehuis? Oorspronkelijke bescheiden zeker niet: zijn het archiefstukken, dan moeten zij naar de archieven; zijn het histo rische bescheiden van anderen aard, dan b.v. naar bibliotheken of andere collecties. Over afschriften zie mijn noot 2 op de voorgaande bladzijde. Kaarten??? Als hulpmiddelen zijn zij misschien hier op haar plaats. Mij wil het voorkomen, dat de verzameling, door den heer De Bas aangelegd, meer een middel moet zijn dan zelf doel. Er moeten daarin worden bijeengebracht de resultaten van de onder zoekingen op krijgshistorisch gebied in de verschillende archieven en andere collecties, zóó dat de krijgshistoricus onmiddellijk zal kunnen zien, waar hij de bouwstoffen heeft te zoeken voor het door hem bestudeerde en te bestudeeren onderdeel van zijn studie. Daarnaast afschriften van die stukken, welke zelf moeilijk voor hem zijn te bereiken. Verder hulpmiddelen, als bronnen publicaties, litteratuuropgaven enz. Maar het krijgsgeschiedkundig „archief" mag nooit optreden als concurrent van werkelijke archieven b.v. Er mag zelfs in de verste verte niet gedacht worden aan het onttrekken van archivalia of andere stukken aan collecties, waarin zij tehuis hooren en waarheen zij (terug)gebracht moeten worden als zij er toevallig niet in berusten. (Vgl. hiervoor bldz. 53, alinea 4.) s) Dit is natuurlijk een lapsus! „Schenkingen" kan natuurlijk niet geplaatst worden tegenover „bundels en bescheiden" en deze twee woorden moeilijk tegenover elkander. Jammer, dat alle stukken in dit overzicht door elkaar zijn gebruikt: gedrukte stukken en manuscripten. Gelukkig is deze regeling slechts voorloopig. (Vgl. bldz. 53, alinea 4.) Het verslag over 1894, ingediend in Februari 1895, is in deze kroniek nog niet besproken Voorzooverre noodig releveer ik daaruit eDkele zaken, die nóg van belang kunnen geacht worden. 2) De hier weggelaten rubrieken zijn dezelfde als die met dezelfde cijfers zijn aangeduid in de vroegere verslagen. Zij geven ditmaal geen nieuws.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1897 | | pagina 17