34 zonder voordracht meende te moeten vreezen, is er een oogenblik aan ge dacht u voor te stellen, dat het vervullen eener spreekbeurt bij rooster onder de leden zou rondgaan. Deze verplichting kon, meende men, bij het houden van slechts ééne vergadering per jaar niet zeer drukkend zijn. Maar ten slotte is toch van dit denkbeeld afgezien, omdat het niet mogelijk was, den leden vergoeding van reiskosten aan te bieden. Een ander afdoend middel is aan het bestuur niet bekend. En toch is het noodig daarop te zinnen; want indien zich het geval te eeniger tijd mocht voordoen, dat zich voor eene vergadering geen spreker had aangemeld, zouden de bestuurders zich genoodzaakt kunnen zienden leden per circulaire ont heffing te vragen van de verplichting, hun door art. 11 der statuten opgelegd tot het houden eener jaarlijksche vergadering. En mocht die ontheffing geweigerd worden, dan zou ik toch niet bereid zijn, om zulk eene vergadering te leiden. Ik geloof zeker niet, dat de staking onzer jaarlijksche bijeenkomsten zou zijn in het belang onzer vereeniging; maar grootei bezwaar nog zou ik er in zienals onze vereeniging zich be lachelijk maakte door het houden eener vergaderingdie alleen strekte als voorwendsel voor het houden van een diner. Toont dan, bid ik u, wat meer belangstelling! Het is niet noodig, dat juist altijd stellingen verdedigd worden. Deze vorm werd indertijd gekozen, om aan het resultaat onzer beraadslagingen eene zekere vast heid en preciesheid te geven in gevallenwaarin wij het noodig achtten dat onze meening duidelijk uitgesproken werd voor hendie daarin be lang konden stellen bij de regeling der ons dierbare belangen. Maar het is daarom volstrekt niet noodigdat juist altijd stellingen verdedigd worden. Lezingen en vrije voordrachten zullen even welkom zijn. Ook in de onderwerpen der voordrachten wenschen wij groote vrijheid te laten. Quaesties over de organisatie van het archiefwezen en de archieven zijn natuurlijk het belangrijkst en zullen steeds de voorkeur verdienen. Maar onderwerpen van paleographischen, diplomatischen en chronologischen aaid zullen niet minder welkom zijn. Verslagen over archiefreizen en mededeelingen over ervaringen in de archieven zullen ons veel belang inboezemen. Ja zelfs voordrachten over historische of juridische quaesties, uit de archieven geput, zullen wij geenszins afwijzen. Kiest, mijne heeren! maar maakt ons het resultaat van uwe keuze bekend; in ieder geval laat iets van u hooren! In een kleinen kring als de onze moet ieder lid uit zich zelf medewerken om leven aan te brengen; anders sterft het lichaam spoedig. Dit mag niet. Het orgaan om samen te beraadslagen en onze wenschen bekend te maken dat wij eindelijk verkregen hebben, mag niet weder te niet gaan. Maar het kan niet blijven bestaan door den steun van slechts enkelengij allen elk op zijne beurtmoet uwe krachten inspan nen om te behouden, wat eenmaal is tot stand gebracht. Vis unita fortior S. Muller Fz. 35 LEDENLIJST van de Vereeniging van Archivarissen in Nederland op i Mei. 1896. Eerelid. Jhr. Mr. V. de StuersReferendaris der Afdeeling Kunsten en Wetenschappen aan het Ministerie van Binnenlandsche Zakente 's Gravenhage. Gewone leden: Algemeen Rijks-archief: mr. A. Telting, adjunct archivaris. mr. J. E. Heeres, mr. P. A. N. S. van Meurs, adjunct archivaris. J. PI. Hingmancommies-charter meester te 's Gravenhage. Amsterdam: mr. W. R. Veder, archivaris der gemeente. mr. J. J. Loeff, adjunct-archivaris. A. J. M. Brouwer Ancher, commies. Baarn: J. C. F. baron d'Aulnis de Bourouillarchivaris der gemeente. B o 1 s w a r ddr. M. E. van der Meulen, archivaris der gemeente. Deventer: dr. J. de Hullu, Dordrecht: mr. J. C. Overvoorde, Drenthe: mr. S. Gratama, rijks-archivaris in de provincie, te Assen. Friesland: mr. J. L. Berns, rijks-archivaris in de provincie, te Leeuwarden. Gelderland: mr. J. J. S. baron Sloet, commies-chartermeester aan het rijks-archief in de provinciete Oosterbeek. dr. J. S. van Veen, ambtenaar aan het rijks archief in de provinciete Arnhem. Goes: L. van Bruggenarchivaris der gemeente. Gouda: dr. L. A. Kesper, Groningen: mr. J. A. Feithrijks-archivaris in de provincie te Groningen, mr. C. P. L. Rutgerscommies-chartermeester te Groningen.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1896 | | pagina 12