Mr. Adriaan Justus Enschedé, Ch. M. Dozy. 80 algemeene kennis te brengen. Mogelijk wordt het zeer eenvoudige middel ook elders gebruikt, maar komt men er niet toe het in ruimeren kring te verspreiden en bedenkt men niet hoeveel belangrijks er aldus verloren kan gaan. Een recept voor het leesbaar maken van oud schrift. Men late fijn gestooten galnoten trekken in azijn en voege er daarna een stukje aluin bij. Het aldus verkregen vocht moet goed gealtereerd worden. Men bevochtige de onleesbare plaats er mede door middel van een penseel en late het goed drogendaar het anders kleeft. De heer C. A. de Kruijff Jr., Lange Jansstraat 21 te Utrecht, sedert jaren met de fabricatie van dit middel bekend, levert het af a 2.per wijnflesch. V A R I A. Aan het achtstej jaarlijksclie bericht van het bestuur der Scottish His- tory Society ontleenen wij, als voor ons land van belang, het volgende. Het Genootschap had besloten een onderzoek in te stellen naar de be scheiden, welke in Nederland berusten aangaande de Schotsche brigade en de Schotsche kerken hier te lande. Aan dr. J. Mendels in Den Haag werd opgedragen in de archieven der Staten-Generaal, van den Raad van State en in andere archieven te zoeken naar al wat op de geschiedenis der brigade betrekking had, en daarvan afschrift te nemen. Reeds zijn afschriften, loopende over de jaren 1570 1680, genoeg om een boekdeel te vormen, bij het Genootschap ingekomen. Waarschijnlijk zal daarop een tweede deel volgen. Tegelijkertijd schreef de heer Leliveld te Rotterdam onder toezicht van den Schotschen predikant aldaar, W. J. Irvin Brown, de vier folio handschriften af, berustende op het Stadhuis en bevattende de geboorte-, doods- en huwelijksregisters van de brigade en andere statistieken, door de brigade-geestelijken van 1708 tot 1782 verzameld. Dat zal een afzon derlijk deel worden. Met een Engelsche vertaling zullen de verschil lende deelen door den advocaat James Ferguson worden uitgegeven. Het onderzoek en de uitgave van de stukken, op de Schotsche kerken in ons land betrekking hebbende, is voorloopig uitgesteld. Mettertijd zal rev. Irvin Brown aan dat werk zijne medewerking verleenen. In een zoogezegd humoristisch weekblad hier te lande verschijnende, kon men eenigen tijd geleden het volgende lezen „Dat museum, je kunt het je voorstellen: een oud-roestwinkel en een boekenstalletje, met een paar potten en pannen, eenige beroemde doods koppen enz. In een klein kamertje, waar 't rook naar 'tjaar nul, zat een oud suf ventje, die nog snoof. Dat was een archivaris of koster of zoo iets." Gedrukt en uitgegeven bij Erven B. van der Kamp te Groningen. 1895/6. No. 4. Orgaan van de VEREENIGING VAN ARCHIVARISSEN in Nederland. IN MEMORIAM. f 19 Maart 1896. Het is een plicht der dankbaarheiddie mij eenige woorden doet wijden aan de nagedachtenis van den waardigen en bemin- nelijken man, mede-oprichter der Vereeniging van Archivarissen en haar eerste Voorzitter, die vol opgewektheid, als tot afscheid en vaarwel, hare laatste Algemeene Vergadering in Juni 1895 nog bijwoonde; opmerkelijk in zekere mate, omdat hij niet geregeld in deze samenkomsten verscheen. Met ingenomenheid en waardeering heeft hij in het later tijd perk zijns levens den ernst opgemerkt en de zorg gadegeslagen, waarmede de Regeering van staat, gewest en gemeente, vooral in de laatste twintig jaren, hare aandacht vestigde op de nog al eens onbeheerdeverstrooide en somwijlen ook verwaarloosde archieven en dat hij die betere dagen had helpen voorbereiden en zien aanbrekenbleef hem tot het einde toemet vreugde vervullen. Mr. Adriaan Justus Enschedé was opgebracht en opgegroeid in de herinneringen aan oude dagen. Geboren te Haarlem den 20 Juni 1829, geen week vóór den dood zijns vaders, was hij, Goedgekeurd bij Kon. besl. van 29 Sept. 1891.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1896 | | pagina 1