59
dat hij reeds in liet volgend jaar werd verkozen tot lid der veen-
commissie, de commissie uit den Raad, nader belast met het
toezicht op het beheer der veenkolonies, de uitgestrekte bezittin
gen der stad, in het Z. O. van het gewest gelegen -wij zullen
hierop nog hebben terug te komen en dat bleef, tot hij uit
den raad trad. Eveneens bekleedde hij van 1862 tot 1878 den
post van wethouder.
Daarbij hield hij jaren lang èn in zijne geboorteplaats èn daar
buiten zich bezig met kerkelijke aangelegenhedenen had in
verschillende kerkelijke college's zitting, ook in de synode en
de synodale commissie. Het Kerkelijk Wetboek, door hem met
ds. J. Douwes uitgegeven, getuigt van zijne werkzaamheid op dit
gebied.
Voegen wij er nog bij, dat talrijke liefdadige en nuttige instel
lingen Feith onder hare bestuurders mochten tellen, dat vele
personen hem in huDne bijzondere aangelegenheden betrokken
en de lezer dezer bladzijden zal de overtuiging hebben gekregen, dat
zoo ooit, dan hier van een welbesteed leven sprake mag zijn.
Maar ooken dit is hier ter plaatse van meer belangdat deze
archivarisdie dan toch niet tot het geslacht der jongeren be
hoorde, allerminst zich met zijne paperassen en perkamenten opsloot,
en voor het werkelijke leven even geschikt was als wie ook. Na
dit te hebben geconstateerd, wordt het tjjd mr. H. O, Feith
nader in zijn wetenschappelijk-historischen arbeid te beschouwen.
Een persoonlijke herinnering moge hier niet ongepast schijnen
tiet was in het jaar 1882 even vóórdat de nieuwe organisatie ook
voor Groningen tot stand kwam, het provinciaal archief rijksarchief
werd, en de provinciale archivaris rijksarchivaris.
Het archief (gemeentelijk en provinciaal)voorzoover het onder
Feith's beheer was gesteld, bevond zich in een tweetal lokalen
op de derde verdieping van het Groningsche stadhuis. Die
lokalen waren tamelijk hoog van verdieping, en de kasten, waarin
de archivalia waren geborgenreikten tot aan den zolder. In
verband met het door Feith in de jaren 1853/77 bewerkte
chronologisch register, waarop voor namen en zaken een alpha-
betisch als klapper het gebruik vergemakkelijkt, waren de losse