78 J. C. Overvoorde. Verslag omtrent het gemeente-archief te Dordrecht over het jaar 1894. Dordrecht, Yan Elk, 1895. (8o). 22 bldzz. Een nieuw gebouw werd aangekocht en tot archiefgebouw inge richt en als zoodanig betrokken. Een concierge-boekbinder werd nu aangesteld. De overbrenging der stukken naar dit „voor de eischen van den dienst goed ingericht gebouw" vertraagde natuurlijk de werkzaamheden. Ordening en catalogiseering van de bibliotheek zéér ver gevorderd. Aanwinsten van het archief: enkele be langrijke stukken werden „teruggevonden" onder onbelangrijke pa pierenenz. „De archieven van de gilden en van de schutte rijen" geregeld. Begonnen met „de beschrijving der gast- en godshuizen." Het traktement van den klerk werd verhoogdmaar het bedrag van geheel zijn salaris 1 50) is te gering voor hetgeen hij doet. Gebruik van het archief weder toegenomen. Door Burgemeester en Wethouders werd aan Mr. A. v. d. Eist, vergun ning verleend om eenigen tijd geregeld werkzaam te zijn op het Gemeente-archief. Archivalische Zeitschrift. Herausgegeben durch das Bayerische Allge- meine Reichsarchiv in München. Neue Folge. Fünfter Band. München, Ackermann, 1894. (83j. IY, 313 Ss. Deze aflevering bevat: I. Karl Primbs. Uebereicht von Testamenten aus dem Archive der ehemaligen Reichsstadt Regensburg. (Schlusz); II. Hans Bachmann. Eragen und Aufgaben bei den Staatsprüfungen (1891 en 1893) für den Archivdienst in Bayern. I. Theoretische Pragen. A. Aus den archivalischen Disziplinen. 1. Yerstehen der alten Schriften und ihrer Geschichte, 2. Diplomatik. 3. Archivkunde. B. Aus den historischen Disziplinen. 1. Deutsche und europaische Geschichte. 3. Mittelalterliche Geographie Deutsch- lands. C. Aus den juristischen Disziplinen. 1. Deutsche Staats- und Rechtsgeschichte. 2. Hauptbegriffe und Grundsatze des burgerlichen Rechts. 3. Kirchenrecht. D. Aus den sprachlichen Disziplinen. Französische Sprache. II. Praktische Aufgaben. A. Praktischer Pall aus den archivalischen Disziplinen B. Praktischer Pall aus den juristischen Disziplinen.] III. Ludwig von Rockinger. Zwei Urkunden aus den Jahren 1288 und 1312 über Rechtsverhaltnisse zwischen Christen und Juden. (Aus dem Archive der ehemaligen Reichsstadt Weissenburg im nunmehrigen allgemeinen Reichsarchive) IY. Karl Primbs. Mittheilungen über Papstbullen mit heraldischen Andeutungen (met afbeeldingen); Y. Pranz Schnkiderwirth. Zur Geschichte des Archivs des ehema ligen Reichsstifts Kempten 79 YI. Ludwig van Rockinger. Zur Bedeutung von Anklangen an römisches Recht in bayerischen Urkunden des 15. Jahrhunderts; VII. Verzeichnisse der in Landern der westlichen Halfte der öster- reichischen Monarchie von Kaiser Joseph II 1782—1790 aufgehobenen Klöster. (Steiermark und Mahren) VIII. Edmund von Oefele. Zu den Kaiser und Königsurlcunden den Hochstiftes Eichstatt (828'1055); X. Christian Hüutle. Entscheidung des Kaisers Ludwig des Bayers über die Zugehürigkeit von Lechanschwemmungen an Bayern und Schwaben; XI. Kurze Mittheilungen. (Boekbesprekingeno. a. van Giry's Manuel de Diplomatiqueenz. Mededeelingen; twee recepten. Zijdie de laatste zomervergadering onzer vereeniging hebben bijge woond zullen erkennendat er moed toe behoorde na afloop der lang durige, ingewikkelde discussie en daarop volgende stemming de gebruikelijke rondvraag des voorzitters met een opmerking of mededeeling „in het belang der vereeniging" te beantwoorden. Dien moed had ik niet en onbezichtigd ging het vel papier weêr mede naar huisdat ik bij mij had om den collega's het resultaat te toonen van een eenvoudige bewer king van papier, dat door vocht en ouderdom zacht geworden, zijne consistentie heeft verloren en nauwelijks aangevat kan worden zonder in flarden te gaan. Zulk papier kan men hard maken door het te dompelen in opgeloste gelatine, waaraan men een kleine hoeveelheid carbol toevoege. De vaak gebruikte vergelijking met het ei van Columbus is hier zeker van pas een dun laagje gelatine zet zich aan beide zijden van het papier aan en daar die stof in koud water niet oplosbaar is, bestaat er geen vrees voor aankleving, zoodra het papier droog is. Ten overvloede onderwierp ik aldus behandeld papier gedurende geruimen tijd aan zwaren druk zonder eenig noodlottig resultaat. Na indompeling evenwel moet het papier uitdruipen en drogen zonder eenige aanraking. Is het papier zoover vergaan dat het niet meer te hanteeren isbe- strijke men het met een penseelzoover dat slechts een klein gedeelte tegelijk vrij hangt. Is het, na aldus hard gemaakt te zijn, bros en aan brokken, kan men er gewoon vegetaalpapier tegen plakkendat evengoed houdt als op gewoon papier. Het recept is aldus: Twee koekjes gelatine (30 a 40 gaan er op éen hectogram ad 40 ets.) losse meD op in drie maatjes water, koud opgezet; zijn zij opgelost, dan voege men éen maatje 5 °/0 carbol bij. Ik maakte geruimen tijd geleden aan het Amsterdamsch archief kennis met dit middelnu ik het eenigszins gewijzigd met uitstekend resultaat een jaar lang toegepast hebzou het niet verantwoord zijD het niet ter

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1895 | | pagina 13