48
aantal kleine staatjes, heeft men terecht ingezien, dat de archieven dezer
landjes daar behooren te berusten, waar men ze zou verwachtenin de
tegenwoordige provinciale hoofdsteden. Bovendien kon het niet anders, of
in een land, waar de stedelijke autonomie tot vóór honderd jaar zoo hoo-
gelijk bloeide als bij ons, moest schier iedere stad een min of meer be
langrijk archief bezitten. Zoo vinden wij in Nederland als gevolg van
de historische ontwikkeling van den Staat één centraal Rijks-archief, ver
volgens tien provinciale archieven, ten slotte talrijke stedelijke archieven.
Geheel anders in Engeland. Daar vinden wij sedert de vereeniging
der heptarchie een steeds sterker wordende centralisatie: de counties
werden onderdeelen van het geheel, zonder eigen autochthoon gezag. De
strijd van adel en burgerij tegen de kroon deed aan die centralisatie geen
afbreuk: evengoed als de Koning, vertegenwoordigde het Parlement het
geheele volk van Engeland. Ierland werd langzamerhand onder het juk
gebracht, Wales veroverdmaar hoewel zij administratief van Engeland
bleven gescheiden, waren zij toch zoo volledig aan Engeland onderworpen,
dat zij in de algemeene leiding van den Staat weinig of geen gewicht
in de schaal legden. Zelfs toen in 1603 de Koning van Schotland den
Eugelschen troon beklom, bleef Londen de zetel der centrale Regeering;
hoewel het eerst in 1707 met Engeland tot één staat werd vereenigd, nam
Schotland toch tegenover het buitenland geen plaats van beteekenis in.
Deze toestand weerspiegelt zich in de archieven. Centralisatie was
ook op dit gebied van staatszorg het wachtwoord. Alleen te Londen,
onder de hoede des Konings werden belangrijke documenten bewaard.
De archieven der counties zijn slechts van plaatselijk belang. De steden,
tegenover het buitenland ondergeschikt aan den Koning, hebben natuur
lijk huu archieven, doch deze bevatten weinig meer dan de privilegiën,
hun door den Koning geschonken.
Een belangrijk stedelijk archief als ten onzent b.v. Amsterdam, Utrecht,
Groningen bezitten, heeft geen der Engelsche steden. Yan een oud-archief
van Wales heb ik nooit een spoor gevonden; evenmin bestaat er een van
Ierland. Slechts Schotland bezit nog een eigen archief te Edinburgh,
dat echter in omvang en belangrijkheid niet te vergelijken is bij de inder
daad grootsche verzamelingen te Londen.
Daar dus moet men het oud-archief van den Engelschen staat zoeken
en daar alleen. Evenwel niet op een en dezelfde plaats. In de middel
eeuwen, toen natuurlijk aan afzonderlijke, tot dat doel alleen gebouwde
archieflokalen nog niet werd gedacht, werden de archivalia bewaard, waar
men ze het veiligst bewaard rekende. Vorsten wezen daarvoor hun kas.
teelen aan. Zoo werd Simancas het archief der Spaansche monarchie
zoo werd het slot te Gouda het archief der graven van Holland, gelijk
in later tijd dat te Wijk-bij-Duurstede der bisschoppen van Utrecht.
Evenzoo werd de Tower, die met zijn geweldige muurmassa de City
49
beheerschte, de plaats, waar de Engelsche Koningen hun documenten
veilig achtten. Het waren voornamelijk Rolls, die daar werden geborgen.
De door den Koning uitgevaardigde edicten en charters werden gecopiëerd
op losse stukken perkament, die op het einde van elk regeeringsjaar aan
eengenaaid en tot een rol opgerold, in het archief werden gedeponeerd.
Deze Rolls, die dus te zamen het Koninklijk archief vormden, zijn onschat
bare bronnen voor de geschiedenis van Engeland in de middeleeuwen.
Zij worden verdeeld in Patent en Close Rolls, welke beide soorten afzon
derlijk werden bewaard. Het onderscheid tusschen beide soorten ligt voor
de hand: de Patent Rolls zijn copieën van charters, welke geopend door
den Koning werden uitgevaardigd, terwijl de Close Rolls het waren van
die, welke gesloten door hem werden uitgereikt. De eerste waren dus
voor iedereen, „die deze zullen zien of hooren lezen", bestemd, de laatste
aan een bepaalden persoon, corporatie of stad gericht.
Behalve kasteelen hebben ook kerken dienst gedaan als bewaarplaatsen
wan archieven. De heiligheid der plaats sloot de gedachte aan diefstal
bijna uit. Bekend is in ons land het archief in den Dom te Utrecht,
beroemd dat van de IJzeren Kapel in de Oude Kerk te Amsterdam.
Ook de Engelsche Koningen hadden zulk een archief en wel in 't bij
zonder voor hun charters. Binnen de gewijde muren der wereldberoemde
Abdij, waar het stof van zoovele beroemde Engelschen rust, vonden ook
talrijke oorkonden een veilige bewaarplaats. Het Chapterhouse van West
minster abbey, een achthoekige koepelbouw, die de oudste Parlementen
zag vergaderen, was ook de plaats, waar de charters, die de Koning in
veilig bezit wenschte te houden, werden neergelegd.
Nog een andere kerk te Londen genoot de eer bewaarplaats van archief
stukken te zijn. Het was de nog bestaande Rolls Chapel in Chancery
Lane, die eigenlijk de bouwplannen van het archiefbestuur zeer in
den weg staat, maar niet daaraan kan worden opgeofferd, daar het En-
gelsch godsdienstig gevoel dat niet duldt. Deze kapel, wier naam nog
herinnert aan het gebruik, dat er van werd gemaakt, moest het zich laten
welgevallen, dat een geheele bovenverdieping er in werd afgetimmerd en
voor gemeld doel ingericht.
Al deze drie archieven werden als zoodanig in de middeleeuwen gebruikt.
In den nieuwen tijd werd het noodig in de buurt van de Koninklijke
paleizen St. James en Whitehall een repositorium te bezitten voor andere
documenten dan charters en rolls. En zoo werd eerst Carlton House
voor dat doel ingericht, terwijl bovendien in St. James park het State
Paper Office werd gebouwd.
Wanneer wij ten slotte er nog op hebben gewezen, dat de talrijke te
Londen gevestigde Gerechtshoven, de Kings Bench, de Star Chamber en
zooveel andere, hun eigen archieven bewaarden, dan hebben wij vrij wel
alle plaatsen vermeld, waar vroeger staatsarchieven werden geborgen.