106
liet kort te vermelden wat de daarop uit die gemeenten welwillend ver
strekte inlichtingen mij leerden kennen.
Te Amersfoort worden, volgens het bericht van den secretaris, voor
het inzien „der registers van den burgerlijken stand" geen leges voor de
gemeente geheven. In verband met de inkleeding mijner vraag moeten
onder den aangehaalden term „registers van den B. S." de oude kerk
registers begrepen zijn.
Te Amsterdam berusten, luidens de zeer juist onderscheidende mede-
deeling van den archivaris, de registers van den burgerlijken stand niet
ten archieve, maar aan bet bureau van den B. S. Ten archieve worden
alleen de oude doop-, trouw- en begrafenisboeken der verschillende kerken
bewaard en kunnen daar 3 dagen 's weeks van 102 ure kosteloos
worden ingezien door een ieder.
Te Deventer bestaat een verordening tot heffing van leges ter secretarie
aan het bureau van den B. S. en bij het archief, d.d. 27 december 1892.
Daarbij worden o. a. belast, per jaargang, de „nasporingen in doop-,
trouw- of begrafenisregisters, dagteekende van vóór de invoering van den
B. S." en, per uur, die in het archief. Volgens den archivaris is het
echter „de opvatting op de secretarie, dat, wanneer rijksarchiefambtenaren
voor een wetenschappelijk doel de registers op de secretarie
willen inzien, daarvoor geen kosten in rekening worden gebracht."
Ook te Dordrecht bestaat een dergelijke verordening. Het besluit tot
heffing, ten behoeve van de gemeentekas, van leges en expeditiegelden
ter secretarie en bij het archief, d.d. 28 januari 1890, bepaalt voor de
nasporingen, te doen door de ambtenaren ter secretarie, in doop-, trouw
en doodregisters vóór de invoering van den B. S.per jaargang een vrij
hoog, en in het archief, het verleenen van inzage daaronder begrepen,
per uur een vrij laag bedrag. Volgens het bij dit besluit gevoegde be
richt van den secretaris wegens ongesteldheid van den archivaris namens
dezen schrijvende, wordt niet dan bij uitzondering aan particulieren ver
gund om de nasporingen zeiven te doen. Voor elk geval wordt dan de
heffing afzonderlijk beoordeeld en bepaaldterwijl algeheele vrijstellingen
slechts zelden worden verleend.
Te 's Gravenhage is „op liet gebruik der doop-, trouw- en begrafenis
registers vóór 1811, door of ten behoeve van derden, door Burgemeester
en Wethouders van toepassing gemaakt een verordening op het nemen
van informaties op de bureelen van den burgerlijken stand na 1811"
(een bedrag per register en per jaargang). Blijkens de verdeie mede-
deeling van den archivaris worden alleen dan leges geëischtwanneer
het onderzoek niet door den belanghebbende persoonlijk, te zijnen
bureele, geschiedt, maar ambtenaren van de gemeente dat onderzoek
verrichten. „Deze faciliteit," zoo schrijft hij hierbij, „heb ik eenige jaren
geleden bewerkt. Vóór dien was dit anders."
107
Te Haarlem berusten sedert een tiental jaren al de oude kerkregisters
onder den archivaris, „zoodat," naar de meening van mijn ambtgenoot
aldaar, „het bezwaar, waarvan door (mij) gewag werd gemaakt, daar
niet voorkomt." „Met oordeel wordt," zoo schrijft hij verder, „onder
scheiden ten behoeve waarvan inlichtingen worden gevraagd en verlangd.
Is dat voor geldelijke belangen of genealogische nasporingendan kan
overeenkomstig de verordening tot heffing van leges, 50 ets. per uur
nazoeken worden geëischt," zooals ook nu en dan geschiedt.
Te Leiden wordt voor het raadplegen der doop-, trouw- en begrafenis
registers vóór 1811 geene betaling gevorderd.
Te Maastricht liggen „de registers van den burgerlijken stand" kosteloos
ter inzage voor het publiek, In verband met mijn vraag moet de archi
varis, de heer Jozef de Ras, onder deze aanduiding de oude kerk
registers begrijpen.
Ook te Middelburg wordt voor het inzien „der registers van den bur
gerlijken stand" ter gemeente-secretarie geen betaling gevorderd. Voor
den archivaris, den heer M. H. van Visvliet, geldt hetzelfde als voor
den heer de Ras.
Te Nijmegen is „het inzien der registers van den B. S. na voorafgaande
vergunning van den ambtenaar van dien Stand" kosteloos. Ook voor
den heer archivaris mr. W. van de Poll neem ik hetzelfde aan als
voor de heeren de Ras en van Visvliet.
Omtrent Utrecht gaf mijn ambtgenoot aldaar mij uitvoerige inlichtingen
waaruit blijkt, dat de wet van 23 april 1879 steeds ook op de oude
kerkregisters is toegepast en deze dus als burgerlijke standsregisters zijn
aangemerkt, maar dat de inzage „in den regel aan allen, die daarin
verlangden te studeerenkosteloos (werd) toegestaanterwijl zelfs
onderzoekingen (mits niet omvangrijke) steeds op last van den archivaris
kosteloos zijn verricht door de ambtenaren van het gemeentearchief.
Sedert een jaar zijn de kerkregisters overgebracht naar het archiefgebouw
en, onder beheer van mr. Muller, thans behandeld evenals de overige
stukken van het oud-archief (d. i.zoover mij bekendzonder legesheffingen).
Te Zutfen kan, naar het bericht van den secretaris, het inzien „der
registers van den B. S." ter gemeente-secretarie steeds kosteloos geschieden.
Ook hier zullen de oude kerkregisters onder den gebruikten term be
grepen zijn.
Ook te Zwolle wordt werd althans onder den archivaris mr. Mulder
voor het inzien der doop-, trouw- en overlijdensregisters in het oud-archief
geen betaling gevorderd.
Uit dit statistiekje blijkt bij recaputulatie dat in tien gemeenten, te
Amersfoort, Amsterdam, 's GravenhageLeiden, Maastricht, Middelburg,
Nijmegen, Utrecht, Zutfen en Zwolle het onderzoek in de oude registers