102
en die te wijzigen, zooals te Groningen of te Arnhem, bij het in het
leven roepen van analoge gevallen lette men er dan ook wel op de in het oog
loopende misstanden te vermijden. De regeering stelle voorwaarden,
zoo niet voor het oogenblik, omdat zij niet direct noodig schijnen, dan
toch voor de toekomst. Ook al acht men het wenschelijk, den tegen-
woordigen titularis in de uitvoering van zijn edelmoedig voornemen niet
te hinderenmen hinde zich niet voor een eventueelen opvolgerop wien
anders zoo licht, vraagt hij voor geleverden arbeid een evenredige
belooning, de schijn van inhaligheid komt te rusten, zelfs of liever juist
dan als zijn redelijk verlangen niet wordt ingewilligd.
S. G.
P.S. Nadat het bovenstaande reeds gedrukt was, is, zooals onder de
Berichten te vinden isde beslissing der Regeering gevallen.
LEGESHEFFING
voor het gebruik van oude archievenbijzonder van
de oude kerkregisters.
Door den gemeenteraad van 's Hertogenbosch werd onlangs een regle
ment vastgesteld op de heffing van leges enz. ter secretarie. Daarbij is
o.a. de heffing bepaald van een zeker bedrag (per deel enz.) voor de
raadpleging van het oud-archief en van de oude registers van doopen
trouwen en begraven. Naar aanleiding hiervan drongen zich eenige vragen
aan mij op. Ik heb deze trachten te beantwoorden en wensch door de
mededeeling mijner slotsommen deze zoo mogelijk te toetsen aan het beter
oordeel van hen, die er zich misschien thans ook over zullen willen uiten.
I. Is de heffing van leges op het gebruik van oude archieven in het
algemeen niet af te keuren
Naar mijne meening is het een privilegiëering en een belemmering bij
hunne benutting. Wie onderzoekt al zoo in een oud-archief? Ten eerste
de bezitter, in casu de gemeente, vertegenwoordigd door haar beheerenden
ambtenaar. Ten tweede de belanghebbende bij zeker recht of zekere
rechtsplicht. Ten derde de wetenschappelijke onderzoeker. Ten vierde de
genealoog, 't zij die als beroep genealogieën van anderen't zij zijn eigen
stamboom construeert of reconstrueert.
De eerstehij die zelf op het archief zitwordt natuurlijk door de leges
niet belemmerd. Hij komt er zelfs door in betere conditiekan er zelfs
door worden geprivilegieerd. Maar dat maakt de zaak niet beter. De
ingezetene, die tegen de gemeente procedeert, heeft evenveel recht om
zijne bewijzen uit het oude archief der gemeenschap ook zijn archief
te putten als de tegenwoordige gemeente zelve. Toch moet hij betalen.
Wie b.v. de godsdiensttroebelen in den Bosch in de 16de eeuw wil on-
103
derzoeken in het archief der voormalige Stad Vrijdommoet voortaan
zich een geldelijk offer getroosten. De gemeentelijke archivaris echter
werkt onbelast. De wetenschap kan door dergelijk privilegie op den duur
slechts schade lijden. En de genealoog loopt ernstig gevaar door de on
gelijke concurrentie geschaad te wordenwijl de beheerende ambtenaar
zijn werk goedkooper zal kunnen doen.
De tweede categorie van onderzoekers zal misschien in geen enkel geval
geheel worden afgeschriktmaar toch allicht ten deele. Hij die weet
hoevele registers en bundels soms moeten worden doorgezien of nageslagen
om zeker bewijs te vinden, zal de beteekenis der belemmering bevroeden.
Het dure procedeeren wordt nog bezwaard en zelfs het opzoeken van een
titel ter voorkoming van procedure belast.
De derde categorie wordt bijna zeker geheel afgeschrikt. Welk weten-
schappelijk-historisch onderzoek houdt stand tegen dergelijke belasting
De vierde kan doorgaans de heffing gewis het beste dragen. Zal deze
echter daarom haar niet schaden Men kan misschien de vraag stellen
of dit zoo'n groote ramp wel ware. Zeker wordt hier het algemeen be
lang niet geschaad in de mate als bij de 2de en 3de categorie. Maar
evenzeer mag aangevoerddat in het gewone genealogische gespeur toch
stellig geen kwaad steekt dat dient geweerd te worden of belemmerd.
En dit zal in vele gevallen het effect dezer leges zijn.
II. Is dus de heffing zelve af te keurengeldt dit dan niet vooral
ook ten aanzien van de registers van den zoogenaainden ouden burger
lijken stand
M. i, zeker niet het minst. Ook voor deze boeken komen dezelfde soorten
van onderzoekers Hier is o.a. een groot aantal der onderzoekingen be
gonnen om het recht (meest van minvermogenden) te bewijzen op beurzen
en beneficiën en erfenissen. Hier weegt dan ook het bezwaar der privi-
legieering van den beheerder het zwaarst. En hier worden de meesten
afgeschrikt, zelfs van het onderzoek naar hun eigen afstamming. Ja, de
predikant of pastoor, wiens voorgangers het register hielden, wordt be
last bij het naslaan van historische notities, kerkelijke handelingen euz.
als zoo veelvuldig in die oude zoogenaamde „kerkregisters" ge
boekt zijn.
III. Is de gemeente alzoo bij deze heffing op den verkeerden weg,
heeft zij ook wel het recht er toe, bijzonder voor de oude kerkregisters?
De beantwoording dezer vraagzooals ik die meen te moeten doen
zal misschien met bestaande vaste meeningen in botsing komen, ook als
ik thans niet inga op een uiteenzetting, waarom m. i. de oude gemeente
archieven vallen onder het Kon. besl. van 26 juni 1856, no. 79, betref
fende de openbaarheid onzer archieven, maar mij nu bepaal tot de resul
taten van mijn onderzoek naar het recht omtrent de oude kerkregisters.
Wie is daarvan eigenlijk de bewaarder? En krachtens welk recht be-