98 De stukken behoorende tot de oud-rechterlijke archieven van Veluwen- zoomschoutambt Rhedenals inventarissen van boedelsvolmachten getuigenverhoorenvoorwaarden van verkoop enz. zijningevolge Kon. Besluit van 9 October 1883, naar de bewaarplaatsen der rijksarchieven in Gelderland overgebracht. Yoor de gemeente Tiel wordt in het verslag over 1893, omtrent het oud-archief kort en bondig gezegd: „Maatregelen ter beschrijving en „regeling van het archief zijn niet genomeneen nominale staat der oude „charters is niet aanwezig." Ten vervolge op het bericht in het vorig nommer omtrent het archief der gemeente Zwolle, kan in het kort worden medegedeeld, dat de meerderheid der bij raadsbesluit van 3 Sept. j.l. aangewezen commissie aan het slot van haar rapport voorstelde: dat de Raad besluite de werkzaamheden op het oud-archief onder toezicht en zorg van den secre taris te doen uitvoeren door den klerk, en hem gedurende twee jaren een tractement van f 600.toe te leggen. De minderheid wilde dit slechts laten doen onder deskundig toezicht. Over het voorstel der meerderheid staakten in de raadsvergadering van 14 Jan. 1894 de stemmen, zoodat in de volgende herstemming moest plaats hebben. Toen was echter de strijd met art. 179p Gem.Wet geblekenzoodat het voorstel met algemeene stemmen werd verworpen. Intusschen had mr. L. van Hasselt, rijksarchivaris in Overijsel, zich, behoudens machtiging der regeering, bereid verklaard het deskundig toe zicht op de werkzaamheden van den klerk uit te oefenenen werd daarop met acclamatie aangenomen het voorstel, om genoemden heer uit te noo- digen, de betrekking van archivaris van Zwolle zonder financiëele opoffering van de zijde der gemeente op zich te willen nementerwijl de Raad zich bereid verklaarde, zich tegenover ZEd Gestr. te verbinden, om hem een door B. en W. te benoemen en door de gemeente te bezoldigen klerk ter zijde te stellen. De bedoelde machtiging is den heer van Hasselt verleendterwijl tot klerk werd benoemd de ambtenaarvroeger als zoodanig werkzaam. Aan professor von Sybel te Berlijnis na de verschijning van het jongste deel zijner Yaderlandsche Geschiedenis, het verder gebruik der geheime archieven voor de voorzetting daarvan ontzegd, ofschoon hij directeur der openbare en geheime staatsarchieven van Pruisen is. 99 De uitslag te Zwolle. Wij wenschen hier, omdat het in de rubriek Berichten niet de plaats is voor beoordeelingen en besprekingenover het verder beloop en het einde der Zwolsche archief-questie een enkel woord te zeggen. Ten eerste, omdat zij reeds eenige malen in dit Tijdschrift is ter sprake gekomen en ten andereomdat de oplossing ons eene van het allergrootste belang voor het archiefwezen, speciaal het gemeentelijke, hier te lande toeschijnt. Tot ons genoegen kunnen wij constateerendat de toon der discussies in de twee raadsvergaderingen van dit jaar, aanmerkelijk verschilt met dien van vroegerbepaaldelijk wat betreft de wijzewaarop men zich over archieven en archivarissen uitliet. Dit kan onzer vereeniging, en speciaal onzen Yoorzitter, die naar de wapenen greep, toen het gold de waardig heid van het corps te handhaventot voldoening strekken. De zaak was nu tot hare juiste verhoudingen teruggebracht en wel dezeZijn de opofferingenwelke de gemeente zich moet getroosten om een goed, d. w. z. juist en in overeenstemming met de vroegere bestuurs inrichtingen geordend archief te verkrijgen, met het oog op den financiëelen toestand gerechtvaardigd Is het verantwoorddezen in aanmerking ge nomen, goed te keuren den post voor de bezoldiging van een wetenschap pelijk gevormd man, bepaald vereischt om den verlangden arbeid te verrichten? Hierover kan natuurlijk zeer verschillend worden gedacht. De commissie, benoemd om de noodige voorstellen te doen in verband met het archief, aan de eene zijde de door haar te hoog geachte uitgave voor een afzonderlijken archivaris trachtende te vermijdenaan de andere zijde niet tot het uiterste van tijdelijke sluiting van het archief willende gaan, zocht een middenweg. De meerderheid vond dien in de op dracht aan den vroegeren klerk om het archief in orde te brengen; de minderheid wenschte dit ookmaar verlangde daarbij deskundig toezicht „zonder financieele opofferingen voor de gemeente." Dat dit voorstel den meesten leden toelachte, is natuurlijk, doch de moeilijkheid bleef: waar vindt men zoodanig toezicht? En in de raadsvergadering van 14 Januari liep dan ook de discussie daarover bijna niet, omdat het denkbeeld toen nog vrij wel in de lucht hing. Zouden wij de discussies hier uitvoerig willen mededeelen, wij zou den de beschikbare ruimte verre overschrijden. Bovendien leverden zij weinig nieuwe gezichtspunten op. De voorstanders van het commissie voorstel opmerkendedat het beste wat zij dus nu niet meer betwistten, een artikel van onzen vroegeren collega dr. J. H. de Bussy thans professor te Amsterdamin de Zwolsche courant en een advies van den Algemeenen Rijksarchivaris jhr. mr. Th. H. P. van Riemsdijk, zullen daartoe het hunne hebben bijgedragen toch voor de financieele draagkracht der ge meente onbereikbaar was, meeuden desa1 niettemin toch op de aangegeven

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1894 | | pagina 4