94 De Voorzitter doet den heer Van Hall opmerken, dat tegenwoordig speciaal veel zorg wordt besteed aan het nieuw-archief. Hij gelooftdat het aantal toegangsdagen in de praktijk blijkt niet te weinig te zijn. Dat de verslagen zoo kort zijnvindt ook al zijne oorzaak hierindat het stedelijk archief niet door belangrijkheid uitmunt. In het bedoelde verslag wordt medegedeeld datnadat de verhuizing- van het archief was voltooid de regeling was begonnen van tal van losse stukken overeenkomstig de scheiding tusschen oud- en nieuw-archief. Voorts werd de „Thesaurie" geordenden hiervan een nieuwe inventaris voorbereid. In hoofdzaak betroffen de werkzaamheden het nieuwe archief ten raadhuize. Evenals te Groningen indertijd, werd ook te Arnhem, blijkens het overzicht van het oud-archief der gemeeute voorkomende in het gemeente verslag over 1893, op een der zolders van het gemeentehuis eene kist gevondendie kist bevatte stukkenafkomstig van het voormalig schut tersgilde van de oude Kraande zoogenaamde schutterij van de Oude Craaniers. Onder de stukken is een reglement, opgesteld in de eerste helft van de 17e eeuw, althans vóór 1641. Grootendeels bestaat de ver zameling echter uit stukkendie betrekking hebben op de administratie van een naar het schijnt in 1809 voor leden dier schutterij opgerichte begrafenisbus; deze stukken loopen door tot 1829. De verzameling is in het oud-archief geplaatst. De aan die schutterij behoord hebbende zilveren beker, zoomede de zilveren borstplaat van den koning dier schutterij in 1783, en de contributiebus zijn in het museum van oudheden aanwezig. In het bericht omtrent het oud-archief der gemeente Breda, voorko mende in het gemeente-verslag over 1893, wordt melding gemaakt van de benoeming van den heer F. W. Corstensleeraar in de oude talen aan het gymnasium, tot archivaris. Excerpten en kopieën worden ge maakt, de bestaande catalogus wordt verbeterd, gegevens worden verza meld voor een alphabetischen index. Ook is een gedeelte van het archief beter geplaatst; alle tot het archief behoorende stukken worden gemerkt. Bp den gemeenteraad van Delft kwam eenigen tijd geleden in behan deling een voorstel van B. en W. tot het aanstellen van een gemeente archivaris. Echter zoude de te benoemen functionaris tevens moeten kunnen voorzien in de vacature van leeraar in de staatsinstellingen aan de Hoogere Burgerschool. Te zamen zou dan deze betrekking met een jaarwedde van f 1600 voldoende bezoldigd zijn. Bij de beraadslagingen in den raad werden de voordeelen dezer combinatie breed uitgemeten. Slechts één lid verklaarde zich tegen het voorstel, hij meende, dat, terwijl de vroegere titularismr. Souten dam speciaal belast met de zorg voor het archief, en bekend om zijne bekwaamheid op oudheidkundig gebied, toch 95 niets voor de zaak der ordening van het archief had gedaan, dit nog veel minder van den volgens het voorstel te benoemen ambtenaar was te verwachten. De woorden, met betrekking tot den vroegeren archivaris, mr. Soutendam, lokten een woord van protest van den Voorzitter uit. In de Nieuwe Rotterdamsche Courant van 2 Sept. 1894 v) lezen wij: De archivaris van Deventer berfcht in het gemeente-verslag over 1893, dat de werkzaamheden uit den aard der zaak eene voortzetting waren van hetgeen er het vorige jaar was verricht. Ditmaal was aan de beurt de ordening en beschrijving van de talrijke deelen en bundels, die de rekeningen bevatten van de rentmeesterschappen der geestelijke goederen namelijk van het kapittelhet prioraat met wat daar verder onder ressor teerde, de amptmannie van het kapittel, de proosdij, het convent van Diepenveenmeester Geerts- en Buskeskloostersvoorts die van den rent meester over de Boedekerianengoederen van de amptmannie van Colmes- schate, van de godshuizen der stad, van de kerkmeesters van de Lebuïnus-, Broeren- en Bergkerk, die van den kluisarmenstaatde timmermeesters, artilleriemeesterswegemeestersstraatmeestershoofdmeestersalsmede de resolutieboeken van Ridderschap en Steden, die van Schepenen en Raad, de concordatenboekende zoogenaamde memorie- of akteboekende publicatieregistersde bundels van ingekomen en uitgegane brieven, de boeken van de Achten-, Ostagie- en Rekenkamers, de tolboeken, benevens akten van boedelscheiding en testamenten. In zijn verslag over het oud-archief der gemeente Dordrecht doet de archivaris, in het gemeenteverslag over 1893, verschillende belangrijke mededeelingen. De collectie stukken reeds in 1892 op een der zolders van het stadhuis gevonden, werd nader beschreven en geïnventariseerd. Zij bleek hoofd zakelijk te bestaan in bescheiden uit de jaren 1750 1813, waartusschen o. a. een belangrijk gedeelte van het archief van het Wolweversgilde. Tot de eerste rubriek behooren ruim 100 bundels rekeningen van de thesauriers van het groot comptoir en van die van de repartitieresolutiën, kladnotulenburgemeestersboekjesingekomen brieven enz. Verder een privilege door keizer Maximiliaan aan Dordrecht geschonken om een meesterschipper van Holland te benoemen van 1539, en een verklaring over de tolvrijheid der Dordsche burgers van 1549. Tot de stukken van het Wolwevers- of Droogscheerdersgilde behoort onder meer een belangrijke keur van het gilde van 1366, een privilegie- Waarom dit ook niet medegedeeld aan mr. J. E. IIeeres te 's Gravenhageof hem het verslag gezonden, ten behoeve van dit Tijdschrift? Nog op 20 Juni 1894 werd door den Voor- zitter in het helang der Vereeniging daartoe het verzoek gedaan. Verg. pag. 41 hierboven. Ditzelfde geldt voor alle gemeenteverslagen, behalve dat van Dordrecht. Bijna alle berichten omtrent gemeente-archieven werden uit hetzelfde Dagblad getrokken, dat een zeer bijzondere, en voor ons Archivarissen zeer verblijdende belangstelling in het archiefwezen betoont.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1894 | | pagina 2