92 De geestelijke goederen zijn derhalve aan een bepaalde bestemming- verbonden, en moeten als zoodanig worden beheerd; Zwolle is mitsdien als beheerder verplicht tot uitbetaling. Dezelfde vraag, die zich ook elders heeft voorgedaan en met name op het oogenblik aan de orde is in een nog hangend geding tusschen de stad Kampen en de predikanten aldaar, is meermalen in geheel anderen zin beantwoord. Aan de bestrijding van die meening worden eenige afzonderlijke bladzijden gewijd. Deze grondde zich vooral op de stelling, dat de goederen der Roomsche geestelijkheid door de hervorming zouden zijn geworden bona vacantia, die door den souverein in bezit konden worden genomen. Iets, dat in Overijsel, afgezien van enkele bijzonderheden, in dier voege zoude zijn geschied, dat de drie groote steden de bezittingen van alle kerken en geestelijke instellingen binnen haar gebied aan zich hadden getrokken, terwijl de Staten van het gewest, d. i. Ridderschap en Steden, over de overige de vrije beschikking zouden hebben uitgeoefend. Uit het conve nant van 1663, waarbij te dezen aanzien, met name over de machtsfeer der Ridderschap, een nadere regeling werd getroffen, zoude dit nog nader blijken. Maar in een, onzes inziens, goed geslaagd betoog worden deze bedenkingenvoor zoover zij niet in het voorafgaande reeds waren be sproken, weerlegd, meer bepaaldelijk die welke uit de woorden van het bedoelde convenant zouden kunnen worden geput. "Wij kunnen ook nu, na nogmaals het geheel te hebben overzien, niet nalaten, het moriturus vos saluto van den vroegeren gemeente-archivaris te beantwoorden met een eeresaluut. Ook de omstandigheid, dat hier en daar op de nauwkeurigheid wel wat valt af te dingen verwijzing naar plaatsen die niet zijn ingevuld, aanhaling van bijlagen, die niet zijn ge geven, verhindert ons daarin niet, doet ons alleen betreuren, dat blijkens de begeleidende missive aan den Raad, haast of overhaasting verhinderd heeft, dat ook hieraan voldoende aandacht werd geschonken. S. O. Verbetering. In het bericht over de te Marburg vergaderende examen-commissie voor candidaat-archivarissen (boven p. 61) is een onjuistheid opgenomen. Niet de archivaris Könnecke, maar de Directeur der Pruisische staats archieven, prof. Yon Sybel te Berlijn, is voorzitter der commissie, of eigenlijk eere-voorzitter. De werkelijke voorzitter is prof. Leonhard te Marburg. Gedrukt en uitgegeven bij Erven B. van der Kamp te Groningen. 1894/5- No. 4- Orgaan van de VEREENIGING VAN ARCHIVARISSEN in Nederland. Goedgekeurd bij Kon. besl. van 29 Sept. 1891. Berichten, enz. Benoemd tot commies-chartermeester aan het Rijksarchief in de provincie Utrecht mr. J. G. Ch. Joosting, rechtskundig ambtenaar aan het archief der gemeente Utrecht. Door Gedeputeerde Staten der provincie Utrecht is mr. J. G. C. Joosting tevens aangewezen voor de regeling van oude archieven van besturen van gemeenten, waterschappen en veenderijen, die verlangen gebruik te maken van de sedert eenige jaren door de Staten dier provincie aangeboden gele genheid om die regeling met behulp der provincie te doen bewerkstelligen. Benoemd tot archivaris der gemeente Hattemde heer E. A. Hoefer, aldaar. Uit het Regeeringsantwoord betreffende de overeenkomst tot verkoop van het huis der Krijgsschool aan Hare Majesteit de Koningin blijkt, dat de aankoop door de Regentes gewenscht wordt, ten einde daar een gebouw te stichten voor de bewaring van het Huisarchief. Bij de behandeling der begrooting van de gemeente Amsterdam, is volgens de AmsterdammerDagblad voor Nederland, het volgende naar aanleiding van de kosten van het Gemeente-archief voorgevallenBij art. 122 vraagt de heer Yan Hall, of er in den laatsten tijd meer werk verricht is in het oud-archief. Yoorts acht hij het aantal dagen, waarop het publiek het archief kan raadplegen wel wat weinig. Hij vindt dat de verslagen van het archief niet door grooten omvang uitmunten, ze bepalen zich doorgaans tot 12 a 14 regels. Hij zou wel wenschen, dat in het vervolg aan dit verslag eenige meerdere zorg werd besteed. Hij zou het niet verwerpelijk vinden waren er niet zooveel commissiën in den Raad hiervoor een commissie in te stellen.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1894 | | pagina 1