116
uitsprekendaartoe moet men in mgr. Everts een lichtvaardigheid onder
stellen, welke mijn begrip te boven gaat."
Opgaven betrekkelijk enkele Gemeenten.
De volgende opgaven zijn voor het meerendeel getrokken uit de
enkele antwoordendie op de desbetreffende herhaalde aanvrage in
dit Tijdschrift, en de aanmaning van den Voorzitter in de laatste jaar
vergadering werden ontvangen. In verband met de onderstaande of
vroeger (1° jaarg. p. 73 vlg.) medegedeelde cijfers, volgen hier nog eenige
opgaven uit de instructies en verordeningen voor verschillende gemeente
archivarissen en archieven.
De archivaris van Amsterdam isbehalve op Zon- en feestdagenin
den regel dagelijks van 10 tot 4 uur „op het hem door B. en W. aangewezen
bureau" aanwezig. Iederdie stukken uit het archief wil raadplegen
moet zich daartoe vervoegen op werkdagen tusschen 10 uren des voor-
en 3 uren des namiddags aan het bureau van den archivaris ten stad-
huize. Het archiefgebouw op de Nieuwmarkt wordt ten minste drie
dagen in de week voor het publiek opengesteld.
Het archief te Gouda is voor ieder toegankelijk op twee dagen in de
week gedurende twee uren, door B. en W. nader aan te wijzen. De
archivaris is dan verplicht aanwezig te zijn
Het oud-archief te Haarlem is voor ieder toegankelijk. Den tijd, wan
neer belangstellenden kunnen worden toegelatenbepaalt de „archivaris
of de adjunct-archivaris."
De archivaris te Kampen is dagelijks bezig „met de rangschikking en
catalogisatie" van het archief. Over de toegankelijkheid voor het publiek
wordt niet gesproken.
De archivaris te Leiden moet in den regel dagelijks op de gewone
werkuren in het archief aanwezig zijn. Hoewel het niet met zooveel
woorden wordt gezegd, schijnt dan ook de toegang voor het publiek
open te staan.
Het oud-archief te Rotterdam, loopende tot 1852, is „voor allen, die
daarvan wenschen gebruik te maken, dagelijks, uitgezonderd op Zon
en feestdagen, toegankelijk" van voormiddags 10 tot namiddags 3 uren.
De archief-ambtenaren zijn dan van half tien tot half vier aanwezig en
de helft van het personeel daarenboven nog des avonds van zes tot acht
uren, behalve des Zaterdags. Zoo noodig, zijn zij verplicht „ook langer
en op andere tijden tegenwoordig te zijn."