"varia/
IN MEMORIAM.
jï
68
Post, ten jare 1852 door Mr. H. O. Feith uitgegevenen in goeden staat
bij de bezending gevoegd, niet onvermeld blijven. Wat de charters
betreft, vele geven opheldering over den oudsten toestand van gasthuizen,
kerken en soortgelijke instellingen. Zoo is er de origineele fundatiebrief
van St Geertruidgasthuis te Groningen (Jacobi 1405) met bijbehoorend
transfix d.d. 2 Nov. 1476, waarbij bisschop David van Bourgoudie zekere
aan dat gasthuis geschonkene voorrechten bevestigt; zoo vindt men een
aantal oorkonden aangaande het in de oude geschiedenis van Groningen
meermalen voorkomende Nydinge-goedeen leen van den Utrechtschen
bisschopwelks juiste ligging tot dusverre onbekend waszoo worden
wij ingelicht omtrent de verhoudingen en overeenkomsten der oudste
Zijlvesten b.v. dat der 3 Delfzijlenen worden vele anderemet de
oudste historie der provincie Groningen in verband staande, feiten be
vestigd of opgehelderd. Het oudste stuk in de verzameling voorkomende
draagt den datum 1246 in crastinum Epiphanie Domini, waarbij aaneen
der heeren Ripperda verschillende collatien in de Ommelanden worden toe
gekend. Danna de onderzoekingen van dr. Aem. Wybrands en van
von Richthofen 2) kan de echtheid van dat document rnoeielijk langer worden
volgehouden, terwijl bij de bewijzen dier geleerden op inwendige gronden
steunend, ook nog het uiterlijk voorkomen van het stuk kan worden
gevoegd. Behalve de historicus zal ook de genealoog bij het raadplegen
der vele huwelijkscontracten en het betrekkelijk groot aantal wel bewaarde
zegels, menige ontbrekende schakel in de stamlijsten der Ommelander
familien kunnen invoegen. Doch de geheele waarde van deze familie
collectie zal eerst dan naar eisch kunnen worden bepaaldwanneer de
globale inventarisatie te eeniger tijd door eene definitieve rangschikking
zal zijn vervangen.
GroningenJuli 1894. C. P. L. Rutgers.
Aan den heer Léon Séciié schrijver van Les derniers Jansênistes, werd
reeds eenigen tijd geleden door de Fransche Regeering opgedragen een
onderzoek in te stellen in het archief der kleine kerk te Utrecht naar
vermoedelijk daar aanwezige bronnen voor de geschiedenis van het Jan
senisme. Bekend toch is, dat indertijd veel wat in eigendom behoorde
aan het klooster Port Royal naar Amersfoort werd overgebracht. Veron
dersteld wordt nu, dat daar en in Utrecht, opzettelijk of bij toeval, een
en ander in geschrift bewaard gebleven iswat herinnert aan de Fransche
theologen, die, als appellanten der Pauselijke bul „Unigenitus", in 1713
hierheen zijn uitgeweken.
Gedrukt en uitgegeven bij Erven B. van der Kamp te Groningen.
1894/5» No. 3»
Orgaan van de VEREENIGING VAN ARCHIVARISSEN in Nederland.
Den 27 Juli 1894 overleed te Rotterdam de rijksarchivaris in
Zeeland, Mr. Jacob Pieter Nicolaas Ermerins. Geboren te
Franeker den 22 September 1832 uit het huwelijk van den hoog
leeraar Dr. Jan Willem Ermerins en vrouwe Anna Maria Kien,
studeerde hij aan de hoogeschool te Groningen en werd aldaar
den 12 November 1855 bevorderd tot meester in de beide rechten.
Zeelandhet land zijner vaderenwaar de naam Ermerins
zulk een bekenden klank heeft, trok hem aan en kort na zijne
promotie begaf hij zich derwaarts. Na gedurende eenigen
tijd procureur te zijn geweest, wijdde hij vervolgens vele
tijd als burgemeester zijne krachten aan de belangen der
gemeente Zierikzee. In die betrekking gaf hij blijken van belang
stelling in de geschiedenis van zijn gewest en in de goede zorgen
voor de bewaring der bronnen voor die geschiedenis. Als burge
meester stelde hij betere orde op het beheer van het archief der
stad Zierikzee en gaf hij aan het publiek een kijkje in dat
I iii
de Abdij Bloemhof p. 204, 99.
2) Fries. Kechtsgesch. II. p. 877.
to Y öto y rt
Goedgekeurd bij Kon. besl. van 29 Sept. 1891.