38
recht." (Prov. Museum yan Oudheden te Assen); „VI. Rapport-
van 1557." (Maatschappij Nederl. Letterkunde Leiden); „VII.
Costumen en ordonnantiën van 1572." (Particulier bezit); „VIII.
Debath offte wederbericht." (Particulier bezit en Rijksarchief te
Groningen); „IX. Landrecht van Buddinge- en Haakswolde van
24 Maart 1428." (Prov. Mus. v. Oudh. te Assen); „X. Dingtaal,
voor het leengerecht, 1550." (Rijksarchief te Assen).
Een aantal andere handschriften stonden Gratama ter vergelijking
ten dienste.
Archivalische Zeitschrift. Herausgegebeu durch das Bayerische allge-
meine Reichsarchiv in München. Xeue Folge. Vierter Band.
MünchenAckermann. 1893. (8r). IV, 325 Ss.
Deze aflevering bevat:
I. Max Josep Neudegger: Geschichte der pfalz-bayerischen
Archive der Wittelsbacher. [Tot de Aemter und Territories der
Kurpfalz vor dem Jalire 1778" behoort ook het Markiezaat Bergen-
op-Zoomdat door huwelijk verkregen was. Besproken wordt
hier „das Archivwelches die ehemaligen (pfalfz-bayerischen)
Besitzungen im Hollandischen Brabant betriftwelches früher in
erwahrung und unter Handen des ehemaligen pfiilzischen Domai-
nenrathes Vermeulen zu Berg en-op Zoom gewesen war", die ook
een Inventar fiber dieses in den Akten sogenannten „Bergen op
Zootner Archivin de Nederlandsche taal had vervaardigd. In
Januari 1811 werden deze stukken uit Amsterdam naar Duitsch-
land opgezonden]
II. Otto Winckelmann: Die Neueinrichtung des Strassburger Stadt-
archivs. (Met figuren in den tekst)
III. P. Konrad Eubel: Der Registerband des Gegenpapstes
Xikolaus V. In Regestenform veröffentlicht;
IV. Berthold Schmidt Die kaiserliche Kommission wegen des
burggrafliohen Archivs zu Schleiz in der Jahren 1590 1593;
V. Karl Primbs Die Siegelstempelsammlung im bayerischen allge-
meinen Reichsarchive
VI. Ivan v. Bojnicic Das kroatische Landesarchiv in Agram;
VII. Karl Primbs Uebersicht von Testamenten aus dem Archive
der ehemaligen Reichsstadt Regensburg;
VIII. Litdwig von Rockingen Kurze Mittheilungen (o.a. eene be
spreking van het Handbuch der Architektur door Durm, Ende,
Schmitt en Wagner, waarin eenige opmerkingen over archievenbouw).
Ter bespreking werd ontvangenInventaris van het Archief der stad
Enkhuizen, door C. J. Gonnet, rijks-archivaris in Noord-Holland.
39
Varia.
In een gewone vergadering der Afdeeling Letterkunde van de Konink
lijke Akademie van Wetenschappen bracht namens den heer P. L. Muller
en hemzelven de heer Blok verslag uit over de in de buitengewone ver
gadering van 9 April in hunne handen gestelde zaak der oprichting eener
krijgshistorische afdeeling bij den Generalen Staf. Als de conclusie van
een rapport over de inrichting van dergelijke afdeelingen in andere landen
en over datgene wat hier te lande in deze richting was gedaan, stelden
zij voor, dat de Akademie zich zou wenden tot den Minister van Oorlog-
met het dringend verzoek thans in dezen te doen, wat reeds voor meer
dan 30 jaren na een rapport van de heeren Bakhuyzen van den Brink
en Bosscha door de Akademie was aanbevolen en dus de inrichting eener
krijgshistorische afdeeliug, liefst bij den Generalen Staf te willen bevor
deren. De vergadering nam dit voorstel aan, nadat een denkbeeld van
den heer de Groot om in de conclusie met nadruk ook van de wensche-
lijkheid der oprichting eener zoodanige afdeeling in Nederlandsch Indië
te spreken door dezen heer na eenige discussie was opgegeven.
In de Kölnische Zeitung kwam in een der eerste nommers van dit jaar
het volgende voor:
Das Amsterdamer Reichsarchiv. Die Zweite Kammer hat in einer
ihrer letzten Sitzungen die Summe von 100.000 Gulden für den Bau
eines neuen Reichsarchifs bewilligt. Dass eiu solches ein auszerst drin-
gendes Bedürfnis istdariiber sind alle Sachverstandigen einignur eine
ziemlich starke Opposition in der Yolksvertretung wollte von einer solchen
„Luxusausgabe" nichts wissen, wiewohl der Verein der niederlandischen
Archivare und hervorragende Manner der Wissenschaft in der nachdrück-
lichsten Weise die Notwendigkeit der Errichtung eines neuen Gebaudes
befiirwortet hatten. Denn das bisherige Reichsarchiv im Haag auf dem
„Plein" ist nicht nur zu klein und höchst unzweckmiiszig eingerichtet,
sondern das Gebaude, in welchem so reiche, teilweise noch gar nicht
gehobene Schiitze geborgen werden, ist auszerdem höchst feuergefahrlich.
Im Jahre 1844 ist das Marineministerium abgebrannt und mit ihm sind
samtliche Baustoffe für die Geschichte der niederlandischen Flotten ver-
nichtet worden; sollte ein ahnlicher Unfall das bisherige Reichsarchiv
treffen, dann ware der Verlust für die Geschichtswissenschaft niit Worten
gar nicht zu schildern. Denn hier befindet sich das gesamte und voll-
standige Archiv der Generalstaatender Staaten von Holland, die alten
colonialen Acten, die wichtigen Archive fiber die Zeit von 17951813
und noch so vieles andere, das noch auf die ordnende und bearbeitende
Hand wartet, welche diesem toten Stoff neues Leben einhauchen wird.
Die Handelsgeschichte des Volkes, das einst die erste Handelsmacht der
Welt war, ist noch nicht geschrieben, ebenso fehlt eine sociale Geschichte
der Niederlande, eine Geschichte der Künste und Wissenschaften in der
