110 Daartegenover staat, dat nagenoeg al Ie Departementen overvuld zijn met archievenwelke tal van kamersdie voor bureaux zeer noodig zouden zijn, innemen en overigens in gangen en op zolders opgestapeld liggen. De toestand aldaar is onhoudbaar gewordenniet alleen wegens de over- vulling der lokalen en de onmogelijkheid om de archieven in nauwelijks genaakbaredonkere en niet verwarmde lokalen behoorlijk te raadplegen maar ook wegens het dreigend gevaar voor vernietiging der staatspapieren zoowel door lekkages als door brand. Reeds in 1890 heeft eene commis sie speciaal belast met het instellen van een onderzoek naar de maat regelen noodig om bij brand in 's lands gebouwen de archieven te redden dien toestand in bijzonderheden blootgelegd en verklaard dat „die toe stand dermate onbevredigend isdat bij een onverhoopt gevaar alle maat. regelen en voorzieningen tot redding getroffen, ijdel zullen blijken te zÜnThans zijn geheele zolders met archieven overvuld. Voor eerst zijn die verzamelingen daar aan lekken blootgesteld, dan kan er des winters bij gebrek aan stookplaatsen bezwaarlijk gewerkt worden. Voor de gebouwenwelke voor zulk een bovenlast niet berekend zijnis die toestand nadeelig. Het ontbreken van behoorlijke toegangen maakt alle pogingen tot redding in geval van brand ijdel en levert een wezenlijk levensgevaar op voor hen, die zulke pogingen zouden willen wagen. Indien de commissie er zich bij bepaalde de materieele hulpmiddelen te noemen en de reglementeering aan te wijzen welke voor het redden van docu menten aan te bevelen zijnzou zij een vrijwel nutteloos advies verstrek ken te nadeeligerwijl er eene gerustheid uit kon voortkomen welke noodlottig zou kunnen blijken. Afdoende maatregelen zijn tot voorkoming van onherstelbare rampen dringend noodig." Als zoodanigen afdoenden maatregel noemde de commissie de overbren ging^ van de oudste archieven, van die namelijk, welke in den regel weinig voor de loopende administratie gebruikt wordennaar een centraal brandvrij archiefgebouw. Alleen zoodoende zullen de bureaux der verschillende administratiën van den overlast der documenten bevrijd worden en zal aanbouw van nieuwe bureaux te vermijden zijn. Ook de restauratie der groote Hofzaalwaarop wederom in het Yoorloopig Verslag aangedrongen wordt, zal eerst dan ter hand genomen kunnen wordenwanneer de archieven die dit historisch gebouw vullen daaruit verwijderd zullen zijn. Men mag veilig zeggen dat zoolang de collectiën staatspapieren in de lokalen der verschillende administratiën verspreid blijven, tal van verbeteringen aan 's lands ge bouwen achterwege moeten blijven. Aan eene overbrenging dier archieven naar het tegenwoordig achief- gebouw op het Plein valt echter niet te denken wegens het gebrek aan ruimte. Doch ook wanneer men het bezwaar uit den wegruimde, zoude eene overbrenging daarheen ongeraden zijnomdat het gebouw aan het 111 Plein geene waarborgen tegen het gevaar van brand oplevert. De aller eerste eisch welken men verplicht is aan een archiefgebouw te stellen, is echter ongetwijfeld absolute veiligheid voor brand. Dit gebouw toch is niet brandvrij ontworpen alle balkenvloerenkastenkappen zijn van houtde verwarming geschiedt op gebrekkige wijzedaarin zijn twee woningen en ook de dienstlokalen zijn tusschen de bewaarplaatsen der documenten verspreid. Voorts is het gebouw niet alleen niet geïsoleerd, maar belendt het aan eene bakkerij. De Regeering acht zich niet verantwoord zulk een toestand zoowel op het Plein als in de gebouwen der Rijksadministratiën te laten voortdu ren, en nog minder eene afdoende verbetering voor goed onmogelijk te maken door het bestaande ongeschikte gebouwten koste van groote uitgaven, in den tuin uit te breiden. De documenten, die het hier geldt en welke als het ware de geheele nationale geschiedenis van het land bevatten, hebben aanspraak op veilige en behoorlijke bewaring en ver zorging, daargelaten dat ook de administratiën, welke deze documenten te raadplegen hebben daarbij het grootste belang hebben. Het is op al deze gronden dat de ondergeteekendena overleg meten met instemming van zijn ambtgenoot voor Binnenlandsche Zakendie in het bijzonder met de verzorging van 's Rijks archieven is belasteen ge bouw voor deze verzamelingen wenscht te stichten alwaar zij volkomen veilig en brandvrij zullen bewaard worden en gemakkelijk te raadplegen zullen zijn. Het terrein aan den Bezuidenhoutschen weg is daartoe uit nemend geschikt. Het dienstgebouw met concierge-woningwaarin de bureaux gevestigd zullen zijnligt alleen aan de openbare straatdaar achter en alleen door steenen gangen verbonden zal het depötgebouw of magazijn zich verheffen datwijl het geheel aan het gezicht onttrokken is een hoogst eenvoudig uiterlijk aanzien zal verkrijgenhet zal uitslui tend van steen en ijzer samengesteld zijn, en, daar alles aan alle zijden geïsoleerd zal staan is alle gevaar voor brand uitgesloten. Terwijl het tegenwoordig Rijksarchiefgebouw aan het Plein slechts ruim 8000 meter planklengte biedt, en de thans benoodigde planklengte als men ook de Departementen en Rijksadministratiën van hunne weinig ge raadpleegde stukken bevrijdtongeveer 23,000 M. zou bedragenzal het nieuwe magazijn 30,600 M. geven terwijl van het terrein zoodanig partij getrokken wordtdat een volgend geslacht daarop eventueel een tweede even groot magazijn kan optrekken. De totale bouwkostenvroeger voor slechts 24.000 M. geraamd op f 550,000 zullen ten gevolge van eenige vereenvoudigingen voor 30,600 M. iets minder bedragen namelijk f 545.000. Dat het terrein op te verren afstand van de gebouwen der Departementen gelegen zou zijnis eene opmerking welke door de hoofden der Departe menten niet gedeeld wordt, In groote steden is een afstand zooals deze

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1893 | | pagina 8