98
doch voor elk die zijne hulp inriep stelde hij op de meest welwillende
wijze zijne zeer gewaardeerde kennis en werkzaamheid beschikbaar.
Als mensch stelde hij zich zelf zeer hooge eischendie hij ook in zijne
betrekking niet verloochende. j, o. o.
Het rijks-archief in Utrecht heeft in de laatste dagen eene aanwinst
verkregen van het allerhoogste belang. Uit de door den rijks-archivaris
in Utrecht in zijne geschiedenis van Het archief der bisschoppen van Utrecht
gepubliceerde onderzoekingen over dit archief was het gebleken, dat de
bisschoppen naast hun hoofd-archiefdepöt in den Dom te Utrecht twee
andere depots bezaten op de St. Catharijnepoort te Utrecht en in de sa
cristie der St. Lebuinuskerk te Deventer. Deze depots stonden om on
bekende redenen onder toezicht der Staten van het Nedersticht en van
het Oversticht; doch de bestaande inventarissen van het Deventersche
depot, gevoegd bij hetgene over het Utrechtsche bekend is, bewijzen,
dat de inhoud dier twee zoogenaamde „landskisten" tot het bisschop
pelijk archief behoorde. De verzamelingenofschoon kleiner dan het
depot in den Dombevatten toch talrijke zeer belangrijke stukkenvooral
uit de 14® eeuw. De Utrechtsche landskist was op de St. Catharijnepoort
bij het stedelijk charterdepot geborgende Deventersche kist werd uit
vrees voor de beeldstormers uit de St. Lebuinuskerk naar het stadhuis
overgebracht. Zoo lag het voor de handdat de inhoud van beide kisten
zich in de stedelijke charter-collectiën van Utrecht en Deventer zou op
lossen en dit is inderdaad geschied.
Het Deventersche gemeentebestuurdoor den vorigen gemeente-archivaris
op deze omstandigheden attent gemaakt, heeft dezer dagen uit eigene
beweging beslotenom hetgeen van de collectie nog in het gemeente
archief aldaar aanwezig is (de tegenwoordige archivaris heeft de verza
meling met zorg bijeengezocht en nog ruim 80 charters teruggevonden)
in bruikleen af te staan aan het rijks-archief in Utrecht. Het Utrechtsche
gemeentebestuur, daarvan in kennis gesteld, heeft niet willen achter
blijven en harerzijds de nog aanwezige charters uit de Utrechtsche land-
kist, die in den onlangs verschenen inventaris van het gemeente-archief
reeds in eene afzonderlijke afdeeling vereenigd warenaan het Utrechtsche
rijks-archief in bruikleen afgestaan. Zoo heeft dit depot op de meest onver
wachte wijze plotseling niet minder dan ruim 170 hoogstbelangrijke bisschop
pelijke charters uit de 14e en 15° eeuwen verkregen. Deze aanwinst, op zich
zelf reeds zoo verblijdend, ontleent een bijzonder belang aan de omstandig
heid, dat zij zonder de geringste onaangenaamheden is verkregen. Wij
zijn in de laatste jaren er maar al te zeer aan gewoon geraakt, te hooren
van geschillen tusschen het rijk en gemeentebesturen over het recht op
archiefstukken, geschillen, die door hunne hevigheid in omgekeerde
reden staan tot de belangstellingoverigens door gemeentebesturen in
99
archiefzaken getoond. Doch ziehier nu twee gemeentebesturen, die ge
heel anders handelen, die, zoodra zij overtuigd zijn, dat het recht van
het rijk op deze stukken historisch vast staatniet vragenof het bewijs
van deze rechtmatige aanspraken ook juist volgens de tegenwoordige
bewijsregelen in rechte geleverd kan worden, doch die integendeel, zonder
een verzoek om afstand af te wachtenzich haasten om de stukken aan
het rijk te restitueeren. Het geval verdient als een zéér verblijdend tee-
ken des tijds gesignaleerd te worden.
In den Zwolschen gemeenteraad is voor eenigen tijd behandeld het
voorstel van B. en W. tot overdracht van de Sassenpoort aldaar in eigen
dom aan het Rijk. Uit het voorstel bleekdat het Rijk over het gebouw
wenschte te beschikken ten behoeve van de verzameling der Rijksarchieven
in Overijsel. Indien de gemeente Zwolle bereid gevonden werd voor dat
doel het gebouw aan het Rijk in eigendom af te staan, zou het Rijk
zich verbinden de Sassenpoort in staat en stijl te onderhouden en zoo
noodig te herstellen buiten bezwaar van de gemeente. B. en W. stelden
voor daartoe te besluiten, onder voorwaarde intusschen, dat het Rijk
bereid is ook het uurwerk op den toren in goeden staat te houden. Met
dit voorstel heeft de Raad zich vereenigd zoodat het bestaan van genoemd
merkwaardig gebouw op den duur is verzekerd, en zal worden voorzien
in de dringende behoefte aan een voldoende, misschien niet in alle op
zichten geschikte, maar in ieder geval zeer gewenschte bergplaats voor
de gedenkstukken van Overijsels geschiedenis.
Onder de voor Gelderlands geschiedenis merkwaardige plaatsen moet
vooral de Bruggelermark en het daarbinnen gelegen „Heerenhui" geteld
worden, zijnde dit de plaats, waar sedert de vroegste tijden tot aan 1620
de zittingen van het hoogste gerechtshof of de „Klaringen" werden gehouden.
De mark ging bij gedeelten reeds vroeger in particulier bezit over,
en nu is door verkoop van het overblijvende de mark ontbonden, terwijl
men bij meerderheid van stemmen besloot de bescheiden der mark aan
het archief van Gelderland op te zenden.
In den gemeenteraad van 's Gravenhage kwam ter sprake een voorstel
tot verhooging van een post der gemeentebegrooting ten einde alphabetische
registers van den Burgerlijken Stand te doen vervaardigen.
De Burgemeester merkte opdat men te Rotterdam reeds bezig is
sedert 1867 en dat het werk minstens 21.500 zal moeten kosten, maar
ƒ44.000 als men werkte volgens het Panjsche systeem, door den archiva
ris het goede genoemdterwijl in elk geval met de zaak behoorde te
worden gewacht, tot men een brandvrij lokaal heeft. Hierop werd het
voorstel ingetrokken.