ft
um
mm
96
Oh. M. Dozy. Stadsrekeningen van Dordrecht. [Bijdr. en Meded. Hist.
Gen. Utrecht. XIV (1893), bldz. 94—113.]
„Extracten uit rekeningen van 1323, 1367 en 1399", in 1892
voor het stedelijk archief van Dordrecht aangekocht, en die tot
aanvulling strekken van Dozy's uitgave der „oudste stadsrekenin
gen van Dordrecht 1284—1424." (1891).
Jaarverslag van de commissie voor het archief der gemeente Rotterdam
over het jaar 1892 aan Heeren Burgemeester en Wethouders in Maart
1893 ingediend. Rotterdam, Van Waesberge, 1893. (8o). 2, 23 bldzz.
Dit verslag is ingediend door „De Commissie voor het Archief
en de Bibliotheek" en onderteekend door den Voorzitter F. van
Citiers en den Secretaris J. H. W\ Unger. Onder de aanwinsten
wordt genoemd „de verzameling prenten, portretten, handschriften
en penningen, op Rotterdam betrekking hebbende, nagelaten door
wijlen den heer W. Anderson Miltner" aldaar. Er wordt ge
klaagd over gebrek aan ruimte.
S. Muller Fz. Nog eenige stukken betreffende den strijd der bis
schoppen van Utrecht met de stad Utrecht over het bezit van heerlijke
rechten. [Bijdr. Meded. Histor. Gen. Utrecht. XIV (1893), bldz. 227—266].
Deze stukkeu, dateerende van 14771479 en thans berustende
in het stadsarchief van Utrecht, „sluiten zich geheel aan bij de
door (Muller) in het 90 deel (der Bijdragen en Meded, Hist. Gen.
Utrecht) onder denzelfden titel in het licht gegevene". „Bepaald
nieuwe gezichtspunten over den strijd van de stad met de bisschop
pen, bepaaldelijk met David van Bourgondië, leveren de stukken
niet; maar zij lichten verschillende détails van het geschil op ge
lukkige wijze toe."
W. G. Brill. Dagverhaal van Jan van Riebeek, Commandeur aan
de Kaap de Goede IIoop. IIP Deel (1659—1662). {Werken van het
Historisch Genootschap, gevestigd te Utrecht, nieuwe serie, no. 59).
's GravenhageNijhoff, 1893. (8o). XI, 755 bldzz. (ƒ8.—.)
Dit interessant journaal berust in het archief der voormalige
Oost-Indische Compagnie in het Algemeen rijksarchief. Het eindigt
met het vertrek van Van Riebeek uit de Kaap in Mei 1662.
Nagekomen bericht.
Benoemd tot commies-chartermeester aan het rijksarchief in de provincie
Limburg Dr. P. Doppler te Maastricht.
Gedrukt bij Erven B. van der Kamp te Groningen.
1893.
Orgaan van de VEREENIGING VAN ARCHIVARISSEN in Nederland.
Goedgekeurd bij Kon. besl. van 29 Sept. 1891.
Berichten, enz.
Benoemd
Tot archivaris der gemeente Goes, F. Allan leeraar in het Neder-
landsch en de Aardrijkskunde aan de inrichtingen voor M. O., aldaar;
tot archivaris en bibliothecaris van Maastricht, de heer J. de Ras,
letterkundige aldaar
tot archivaris der gemeente GoudaDr. L. A. Kesper aldaar.
Den 10 Januari 1894 overleed te Dordrecht de heer A. van de Weg
J.Szn.oud-archivaris dier gemeente. Hij werd den 31 October 1824
geboren en trad reeds jong in dienst bij de griffie van de arrondissements
rechtbank, waar hij meer dan 50 jaar werkzaam bleef en door zijn uit
muntend geheugen en gezond verstand langzamerhand een vraagbaak werd
voor advocaten eu rechters. In dezen werkkring mocht hij aller achting
verwerven en hij ontving hiervan de ondubbelzinnigste blijken bij zijn
50-jarig jubileum. Ook met het Oud-Hollandsch recht en de vroegere
verhoudingen had hij zich vertrouwd weten te maken, en als verzamelaar
van oud-vaderlandsche kunst- en zeldzame boekwerken stond hij te Dord
recht zeer gunstig bekend.
Toen in 1884, voornamelijk op aansporing van den heer J. A. Smits
van Nieuwerkerk, besloten werd een afzonderlijken archivaris te benoemen
voor de verzamelingen van het gemeente-archief, waaraan na het vertrek
van Mr. P. van den Brandeler minder zorg besteed was, werd Arie
van de Weg hiertoe gekozen. Hij vervulde zijnen nieuwen werkkring met
ijver en toewijding, tot hij wegens voortdurend zwakke gezondheid zich
in 1891 genoodzaakt zag een eervol ontslag aan te vragen.
Eenvoudig van karakter heeft hij niet getracht naar buiten te^schittereii 3