126
Wanueer ten slotte het gewijzigd amendement van de Commissie van
Rapporteurs mocht worden aangenomen dan zal de Regeering zich be
ijveren om zoo spoedig mogelijk de definitieve plannen op te maken voor
den bouw van het nieuwe archiefgebouw in den tuin op het Bleijenburg.
Zij is ook gaarne bereid de daarvoor vastgestelde ontwerpen aan de Kamer
ter inzage te verstrekken.
Doch verklarendedat de Regeering gevolg zal geven aan den wensch
der Kamer om niet aan het Bezuidenhout te bouwen kan ik toch niet
nalaten de Kamer er ernstig op te wijzen om bij hare beslissing ook te
letten op de toekomst en op de belangen zoo straks door mij uiteengezet.
Ik ben en blijf overtuigd dat de plaatsing van het nieuwe archiefgebouw
aan het Bezuidenhout verre de voorkeur verdienten op dien grond blijf
ik de aanneming van het amendement ontraden.
De beraadslaging wordt gesloten.
Het amendement van de Commissie van Rapporteurs wordt in stemming-
gebracht en met 56 tegen 20 stemmen aangenomen.
Voor hebben gestemd de heeren Haffmans van Karnebeekvan den
Berch van Heemstede, Cremer, Zijlma, Smits van Oijen -BoolPytter-
sen Tydeman Goedkoop, de Geer van JutfaasMichiels van Verduynen,
Roessingh SeretSmeenge M. Mackay Huber van de Velde Guyot
van Löben Seisde RasBeelserts van BloklandA. van Dedem
Lucasse, Reekers, Pijnacker Hordijk, van der Kaay Röell, van Alphen,
Tijdens, Mutsaersvan BylandtDobbelmann, de Meijier, Schimmel-
penninck van der Oyevan der Borch van Verwolde, van Beuningen
Donnervan der Schrieck T. Mackay, Goeman Borgesius Borretvan
Houten HintzenMees Plate Hennequin Conrad ITeldtvan Kerk
wijk van Vlijmen E. SmidtBrautsen van de Zijp van GijnLam-
brechts en de Voorzitter.
Tegen hebben gestemd de heeren Rutgers van Rozenburgde Beaufort
(Wijk bij Duurstede)Harte de Ram Kolkman Vrolik van der Kun
Levy, Bahlmann, Kerdijk, Hartogh, Schaepman, de Beaufort (Amsterdam),
Houwing Zijp van BerckelEverts van der Feltz Eerf en Kielstra.
Het gewijzigd onder art. 121 wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd
Wat zal nu ons oordeel over dit resultaat zijn?
Wij kunnen het aldus samenvatten: dankbaar, maar niet voldaan.
Dankbaar, omdat nu de bouw van een nieuw algemeen rijksarchiefge
bouw is verzekerd, en zeker op een schaal, die in de eerste jaren in de
behoefte voorziet.
Met voldaan, omdat dat gebouw niet in alle opzichten aan de te stellen
eischen zal kunnen voldoen, maar bepaaldelijk niet, omdat voor de toe
komst en hierop diende bij een besluit als het onderhavige toch ook
gelet dezelfde vraag zich wederom zal voordoen en dan de beslissing,
127
met het oog op de gemaakte onkosten en het dan te besteden bedrag-
zooveel moeilijker zal zijn.
Ten slotte kunnen wij met voldoening terugzien op het optreden onzer
Vereeniging naar buiten, dat toch iets heeft bijgedragen tot de, in ieder
geval in het belang van het archiefwezengevallen beslissing.
Minder helder is het onshoe ook de Haagsche Courant met ingeno
menheid van het resultaat melding maakt, en „Conservator" met den
uitslag van zijn schrijven geluk wenscht. Vooral daar het hieraan gewijde
artikeltje eindigt met een financiëele beschouwingwaarin geheel ver
geten wordt dat de toegestane 100.000 slechts zijn de eerste termijn
van de geheel te verwerken som.
Daarbij bedenke mendat bij de aanneming van het regeerings-
voorstel het tegenwoordig gebouw voor andere doeleinden ware vrijge
komen terwijl bovendien de niet lang geleden voor een bedrag van
f 24.000 in archiefbergplaatsen veranderde stallen nu waarschijnlijk zullen
worden afgebroken Deze som moet derhalve nog gevoegd worden bij
het op het terrein aan het Bezuidenhout te lijden verlies.
Ook financiëel schijnt dus de beslissingvooral met het oog op de
toekomst, niet voordeelig.
Het tegenwoordige recht voor de archieven en de daarbij
werkzame ambtenaren.
Vervolg van p. 28.
I.
Positie van den archivaris.
Natuurlijk is ten aanzien dier positie in de eerste plaats beslissend
de verhouding der publiekrechtelijke lichamen onderling, wier archieven
hier ter sprake komen. En dat is in dezen het geval met die van het
rijk, der provincies der gemeenten en van de waterschappen. Deze
laatste toch zijn ook als publiekrechtelijke lichamen te beschouwen; de
omstandigheid echter, dat deze corporaties geen bepaalde archivarissen
hebben, heeft tengevolge dat wij ons met de bespreking daarvan slechts
zeer kort hebben bezig te houden.
Dat het archief van het rijk onmiddellijk staat onder het gezag der
rijksregeering is even duidelijk als natuurlijk.
Tengevolge van de sinds 1798 in ons staatsrecht ingedrongen en ook
in de Grondwet van 1814 en die van 1815 gehuldigde opvatting zijn de
provincies slechts als administratieve onderdeelen van het rijk te be
schouwen met slechts zeer beperkte zelfstandigheid. Dit denkbeeld heeft
Hiermede moet worden gelijk gesteld het archief van hei Overkwartier van Gelderland,
alsnog berustend te Roermond, en voorloopig onder het tijdelijk toezicht van den rijksarchivaris
in Limburg, te Maastricht.