122
klinken. Maar wanneer een nieuw archiefgebouw gesticht wordt, dat on
geveer 540.000 zal kosten en waartoe als eerste post wordt uitgetrokken
100.000, dan zal, wanneer de kosten eenigszins regelmatig over eenige
jaren verdeeld worden, de bouw een jaar of vier duren; dan zal het
gebouw nog een of twee jaren moeten uitdrogen om geschikt te zijn voor
berging van perkamenten, die zoo hoogst subtiel en gevoelig zijn voor
vocht en zoo spoedig beschimmelen en bederven. Indien men dus zoo
erg vreest voor brandgevaar in het tegenwoordig archiefgebouwten aan
zien van de inderdaad groote schatten van historische waarde die het be
vat, is de Regeering dan wel verantwoord om nog gedurende eenige jaren
dien toestand te bestendigen, en zou het dan niet noodzakelijk zijn, om
zoo spoedig mogelijk die bakkerij te onteigenen ten algemeenen nutte?
Die aankoop zou nog niet eenmaal veel verlies behoeven op te leveren
bij wederverkoop van het perceel onder zekere bedingen ten aanzien zijner
toekomstige bestemming.
De Commissie van Rapporteurs is bovendien van oordeel, dat een
archiefgebouw gesticht in den bedoelden tuin en ingericht voor het door
haar omschreven doel, minder zal kosten dan dat volgens het regeerings-
plan aan den Bezuidenbout. In dien tuin zou evengoed als aan den Be-
zuidenhout een gebouw op hooge fundeeringen met sousterrein kunnen
gesticht worden tot het verkrijgen van droge muren. Wat het regenwater
betreftdaarvan zouden de gebouwen op beide plaatsen evenveel last hebben.
De Minister heeft echter nog een factor vergetendie men tegen een
gebouw op den Bezuidenhout zou kunnen aanvoeren, dat is de vochtige lucht.
Wanneer men de fundeeringen goed inricht en eene goede traslaag legt,
dan kan men een droog gebouw maken zelfs midden in het water.
Wanneer men zorgt voor eene goede inrichting van daken en goten, be
hoeft men geen last van regenwater te hebbenmaar men kan geen maat
regelen nemen tegen vochtige lucht. Een ieder die op dit punt van den Be
zuidenhout het Bosch ingaat zal bemerken hoe duf en vochtig de lucht daar
is, en hiervan heeft men geen last in den tuin van het gebouw op het Plein.
Nu heeft de Cbmmissie in overweging genomen, dat wanneer er een
nieuw gebouw in den tuin wordt opgerichtde Regeering nieuwe ont
werpen zal moeten doen opmaken. Het zou mogelijk kunnen zijndat
het wenschelijk werd geoordeeld om het ontworpen archiefgebouw, als
het in den tuin wordt geplaatstte vergrootenomdat daartoe gelegen
heid bestaat. Om daarvoor en wellicht nog voor andere zaken een onder
zoek in te stellen had de Commissie van Rapporteurs voorgesteld aan de
Regeering een krediet te verleenen
Na al het gehoorde en na de mededeelingen der Regeering neemt de
Commissie echter eenparig de vrijheid om haar voorstel te wijzigen en
stelt voor haar amendement nu aldus te doen luiden: „Bouw van archief
lokalen op het Bleijenburg ƒ100.000".
123
De heer van Alphen: Slechts enkele woorden, Mijnheer de Voor
zitter! Evenzeer als ik mij heb kunnen voegen naar het amendement
van de Commissie van Rapporteurs, zooals het oorspronkelijk luiddekan
ik mij nederleggen bij hetgeen thans door haar wordt voorgesteld. Alleen
zou ik wenschen te vragen, of indien het amendement wordt aangenomen,
ook dan het bouwplan, dat nu op des Ministers tafel ligt, ongewijzigd
zal worden uitgevoerd?
Verder wensch ik nog dit te zeggen: in de vorige week hebben wij
den bouw van een museum voor natuurlijke historie te Leiden geécarteerd
omdat men meende dat eerst eene schifting diende gemaakt te worden in
de voorhanden voorwerpenen nu zou ik gaarne willen weten, of bij de
plannen voor den nieuwen archietbouw insgelijks er op gerekend is, dat
vooraf eene schifting zal gemaakt worden iu den voorraad archievenof
dat men al het aanwezige zonder onderscheid in de nieuwe gebouwen
wil plaatsen? Ook met het oog op een ander puut moet daaraan de
aandacht worden gewijd.
De Minister van Binnenlandsche Zaken herinnert zich evengoed als ik
dat in het gearresteerd project voor de verbouwing van zijn Departement
het geheele sousterrein werd beschikbaar gesteld voor archiefbergingdus,
wanneer er op gerekend wordt dat door de verbouwing van dat Departe
ment binnen korten tijd het geheel sousterrein voor archiefberging be
schikbaar komt, zooals dat ook het geval is bij het Departement van
"Waterstaat, dan meen ik er met het oog daarop te mogen en te moeten
aandringendat nog eens overwogen wordewat er kan uitgeschift wor
den want er kan ongetwijfeld heel wat worden opgeruimd.
De heer Tak van Poortvliet, Minister van Binnenlandsche Zaken:
Mijnheer de Voorzitter! Slechts een kort woord ter beantwoording van
de vraag gedaan door den geachten afgevaardigde uit Ommenden heer
van Alphen.
Er zal bij de verplaatsing van de oude archieven na 1813 eene oordeelkun
dige schifting plaats vinden en worden nagegaan, wat kan worden ter zijde
gelegd. Daaromtrent zijn thans nog geen betrouwbare gegevens aanwezig.
Met het denkbeeld dat in het sousterrein van het nieuwe gebouw van
Binnenlandsche Zaken voor archiefberging eene goede gelegenheid zoude
kunnen wezen, kan ik niet instemmen. De ondervinding toch heeft ge
leerd, dat archiefberging in sousterreinen aan den kant van den Hofvijver
geene aanbeveling verdient; de zekerheid van het behoud der archieven
is dan niet voldoende gewaarborgd. De Regeering moet zich dus op dit
punt hare vrijheid voorbehouden, wanneer het bouwplan van 1891 tot
uitvoering komt.
De heer Goeman Borgesius Mijnheer de VoorzitterAl weet ik zeer
goed, dat de tijd kort is, toch meen ik dat bij eene zoo belangrijke
zaak als het hier geldt, geen misverstand behoort te blijven bestaan om-