120
schatten, welke in het Rijksarchief worden bewaard, in geenen deele
verzekerd. In alle Departementen van algemeen bestuur liggen in de
meest verspreide lokalen hoopen archiefstukken nauwelijks genaakbaar,
verspreid, waarvoor geen bergplaats is aan te wijzen. Het Rijksarchief
op het Plein, het huis van Amsterdam, is van alle zijden blootgesteld aan
brandgevaar. Acht de heer de Geer dat gevaar niet groot en de nood
zakelijkheid tot verplaatsing van de archiefstukken met het oog daarop niet
bewezentegenover deze meeningen staan de rapporten van deskundigen
die sedert lang op dit groote brandgevaar hebben gewezen. Dat Rijksarchief
bewaart schatten, welke eenig zijn voor de kennis der geschiedenis van ons
werelddeel, schatten zooajs ze alleen in de archieven van Venetië worden
gevonden, voor de kennis van onze buitenlandsche betrekkingen in vroe
gere eeuwenvoor de geschiedenis van ons volksbestaan van onschatbare
waarde. Het verlies daarvan zoude nog heel wat grooter ramp wezen
dan die, welke met het destijds ook door sommigen brandvrij geachte ge
bouw van het Departement van Marine de archieven onzer admiraliteiten
en daarmede de bronnen der geschiedenis van ons zeewezen heeft ver
nietigd. De Regeering acht het daarom haren plicht en zij mag op dat
voorstel niet terugkomen, om het noodige te beramen ten einde in eene
behoorlijke vuurvrije berging van onze archiefschatten te voorzien.
Mijn ambtgenoot voor Waterstaat heeft uiteengezet waarom, wanneer
een brandvrij archiefgebouw wordt opgericht, gelijk de Kamer dit onge
twijfeld zal wenschen, het terrein aan het Bezuidenhout daartoe verre de
voorkeur verdient. Ik zal aan het door hem geleverde betoog niets toe
voegen; ik meen dat daaraan niets meer toe te voegen is en dat de
overtuigende redenen, door mijn ambtgenoot aangevoerd, de Kamer ten
voordeele van die keuze moeten stemmen. Doch voordat die plaats door
de Regeering werd gekozen, zijn ook andere plannen onderzocht om een
gebouw voor de berging onzer archieven te stichten, daaronder ook dat
om een archiefgebouw op te trekken achter het tegenwoordige Rijksarchief
op het Bleijenburg. Dat plan is onderzocht en overwogenop deze tafel
zijn kaartenplattegronden en opstanden nedergelegdwaaruit blijkt dat
op dit terrein een gebouw kan worden gestichtin omvang gelijk aan
het eerste gebouw dat thans aan het Bezuidenhout kon worden geplaatst,
dat eveneens een voldoende en eene brandvrije berging aan onze archief
stukken kan schenken, doch waarnevens later geen tweede gebouw meer
kan worden opgericht. Wanneer dus de Commissie van Rapporteurs wil
onderzocht zienof in den tuin van het tegenwoordige Rijksarchief een
nieuw brandvrij archiefgebouw gesticht zou kunnen wordendan kan dat
denkbeeld worden ter zijde gesteldwant het onderzoek heeft plaats ge
had en heeft aangetoond, dat het thans ontworpen archiefgebouw evenzeer
aldaar als aan het Bezuidenhout kan worden gesticht.
De Regeering meent intusschen op de door mijn ambtgenoot ontwik
kelde gronden, dat bet gebouw het best ware opgericht op het terrein
aan het Bezuidenhout. Zij acht die gronden overwegend. Meent de
Kamer echter, dat zij zelve de keuze van het terrein moet doen, dan zal
de Regeering zich nederleggen bij de aanwijzing van dat aan het Bleijen
burg, want het is haar alleen om een behoorlijk archiefgebouw te doen,
Zij zal zich ten aanzien der plaatsing aan de Kamer onderwerpen. Maar
zij dringt er ten zeerste op aandat de Kamer haar in staat stelle door
het toestaan der noodige gelden, met de stichting een aanvang te maken,
welke zoowel voor een geregeld bestuur des lands als voor de beoefening
onzer geschiedenis zoo dringend noodig is.
De heer Conrad, voorzitter der Commissie van RapporteursDe Com
missie heeft de voorkeur gegeven aan het stichten van een brandvrij ge
bouw in den tuin van het tegenwoordig achiefgebouwom de redenen in
de toelichting van haar amendement medegedeeld. Zij kan daaraan toe
voegen dat dan het gebouw midden in de stad zal blijventerwijl het
gebouw op het Bezuidenhout 15 minuten gaans van het Pleinhet cen
trum der ministeriëele Departementenzoude verwijderd zijn. Het be
waren van zulke kostbare archieven aan den rand van het Bosch op
betrekkelijk grooten afstand buiten de stadis in vele opzichten niet
aanbevelenswaardig.
Het brandgevaar, wat de omgeving betreft, is aan het Bezuidenhout
niet minder groot dan in den tuin op het Plein. Immers volgens de tee-
kening die op de ministerstafel ligt, zal het gebouw op den Bezuidenhout
aan beide zijden door gebouwen omringd zijnmet tusschenruimten van
weinige meters. Plaatst men het nieuwe archiefgebouw in den tuin van
het bestaande, dan is het ook door gebouwen omringd, maar de tusschen
ruimten kunnen grooter zijn.
De Minister heeft toegegevendat er in den tuin aan het Plein vol
doende ruimte is om het ontworpen archiefgebouw te plaatsen en dat de
tot archiefberging ingerichte stal op 't Bleijenburg eene ongeschikte, voch
tige bergplaats is, naar mijne meening zelfs niet goed genoeg om gewoon
papier te bewaren.
De Commissie van Rapporteurs, die in loco een onderzoek heeft gedaan,
is dan ook van oordeeldat als het archiefgebouw in dien tuin mocht
komendie stal behoort te verdwijnenen dat de conciërgewoning en de
twee bureaux, die in het plan vóór het archiefgebouw zijn ontworpen
moeten overgebracht worden naar het thans bestaande archiefgebouw.
Brandgevaar is er voor dat gebouw in den tuin niet te vreezenwant
aan alle kanten is het ruim vrij, 10 tot 15 meters aan de westzijde, en
6 tot 10 meter aan de lange zijden, uit den ringmuur van den tuin, al
naar gelang men de plaats bepaalt. Aan licht kan het bij die vrije
ruimte van zelf niet ontbreken.
Men heeft het brandgevaar van die belendende bakkerij hoog laten