92
Minister. Geene.) „Inventaris van het oudrechterlijk archief in
bruikleen afgestaan aan de gemeente Leidenbij beschikking van
den Minister van Binnenlandsche Zaken van 11 December 1883,
no. 3298, afdeeling K. en W." („Bescheiden van verschillenden
aard"; „strafproces"; „burgerlijk proces „civiele niet contentieuse
zaken"; „desolate boedelkamer"; „gemeene middelen.")] B.
„Het oud en nieuw provinciaal archief in Noordbrabant, bldz. 106
136. [„I. De bewaarplaats." Er is „gebrek aan bergruimte,',
vooral omdat reeds nu „de archieven van het provinciaal bestuur
(van 1814) tot 15 Juli 1850, van de administratie van 's Rijks
belastingen in deze provincie tot 1856" aan des Rijksarchivaris'
beheer zijn toegevoegd). „II. Reddings- en brandbluschmiddelen."
„III. De toestand der archiefverzamelingen." (Het overge
nomen gedeelte van het „nieuw provinciaal archief" vereischte
„dadelijk zorg). Over deze overneming is een afzonderlijke
„INota" bij het verslag gevoegd. „IV. De voortzetting der or
dening en inventarisatie en verdere werkzaamheden." (Er is te
weinig personeel. „Opsporing en overneming van oude rech
terlijke archieven." „Opneming van het provinciaal griffie-archief
in het Rijksdepót.„V. Uitgaaf van bescheiden uit het archief."
(Belet door „gebrek aan voldoend personeel en overmaat van
werk"). „VI. Aanwinsten (een „staat" hiervan is aan het ver
slag toegevoegd) en verliezen." „VII. Verwerving van afschriften
van elders bewaarde bescheiden." „VIII. De raadpleging van het
archief. (De onderwerpen, omtrent welke die raadpleging plaats
had, zijn „te veel om op te noemen." „Het is niet te ontveinzen,
dat een doeltreffend beheer op den duur niet is te voeren zonder
vermeerdering van juersoneel"). „IX, Bemoeiingen met gemeente
en andere archieven."] - C. „Het oud provinciaal archief in Gel
derland, blz. 137—148. [Dezelfde rubrieken als in B.] D.
„Het oud provinciaal archief in Noordholland," blz. 149—176.
Onder rubriek I wordt gemeld: „Ten behoeve van het archief
zijn beschikbaar gesteld vier boven- en twee benedenkamers in
het Provinciaal Gouvernement van Noordholland, welke, wat de
inrichting betreft, voor het doel geschikt mogen geacht worden,
daar zij vrij ruim en goed verlicht zijn." Onder rubriek III:
„Aan eene systematische inventarisatie van het archief is nog weinig
gedaan(o. a.) dewijl het ontbreekt aan ruimte om alles uit
te zettente plaatsen en te rangschikkenhetgeen eene behoor
lijke beschrijving zeer belemmert." Onder rubriek IV meldt de
rijksarchivaris, hoe hij o. a. is voortgegaan met „het rangschikken
en beschrijven van in 's Rijks archiefdepót overgebrachfe oude rech
terlijke archieven" en dat hij „in de laatste vier maanden van 1891
93
ter opsporing van bescheiden der voormalige schepenbanken30
gemeenten" heeft bezocht. Van dat onderzoek worden de resul
taten medegedeeld. „Tegen het einde van 1891 was het in Mei
1888 bevolen onderzoek naar oude rechterlijke archieven over de
geheele provincie Noordholland afgeloopen." Onder een rubriek
X „Maatregelen in het belang van het oud archief te nemen"
lezen wij: „Met het verschaffen van een ruim archiefgebouw, zou
de Regeering een maatregel nemen in het belang van het oude
archief," en wel wegens totaal gebrek aan ruimte.] D. „Het
oud provinciaal archief in Zeeland", blz. 177- 188. Onder rubriek
I lezen wij„Op het einde van het jaar is een aanvang gemaakt
met de reeds lang voorgenomen verbetering en uitbreiding der
bewaarplaats van het archief." - Onder rubriek VIII: „Het be
zoek op het archief was niet druk." Onder rubriek X wordt een
verzoek gedaan om vergrooting van het personeel, immers „als de
archieflokalen op het einde van dit jaar in orde zullen zijn ge
bracht, en de ordening der archieven eerst goed kan plaats hebben,
zullen de werkzaamheden zeer vermeerderen.' E. „Het oud
provinciaal archief in Utrecht," bldz. 189-220. [Onder rubriek
V „Werkzaamheden en voortgang der inventarisatie en der orde
ning van het archief" wordt uitvoerig gesproken over „de definitieve
inventarisatie van het omvangrijke en hoogst belangrijke archief
van den Dom," over „de regeling en beschrijving der rechterlijke
archieven," enz. Onder rubriek VI „In druk uitgegeven be
scheiden behoorende tot het archief" wordt gewezen op de bekende
uitgaven van Mr. S. Muller Ezn., enz. Onder rubriek VII „Aan
winsten" wordt o. a. vermeld, hoe het archief der gemeente Vee-
nendaal en de archieven „van drie bijeenliggende waterschappen
onder Vreeswijk" in bruikleen werden afgestaan. Onder rubriek
IX „Gebruik van het archief gemaakt" maakt Muller de opmerking,
dat het aantal onderzoekingen mag aangemerkt worden „als een
bewijsdat de belangstelling in de historiographie bij ons eindelijk
schijnt te herleven."] F. „Het oud provinciaal archief in Fries
land," bldz. 221—232. Onder rubriek V „Werkzaamheden" wordt
gesproken o. a. over het onderzoek naar rechteilijke archieven in
de provincie.] G. „Het oud provinciaal archief in Overijssel,
bldz. 233247. H. „Het oud provinciaal archief in Groningen
bldz. 248—258. I. „Het oud provinciaal archief in Drenthe,"
bldz. 259—299. [I. „Toestand der bewaarplaats van het archief"
„Hierin kwam geen verandering;" er is een „niet te ontkennen en
steeds dreigend brandgevaar." Onder rubriek VII „Aanwinsten"
wordt gespecificeerd een verzameling stukken, aangekocht van de
familie Yken, betreffende de marke van Weerdinge, Roswinkel,