50
Reeds vóór de groote revolutie werd er de behoefte gevoeld althans de
historische gegevens te verzamelen in de bijna tienduizend archieven van
het land verspreid. In 1762 werd aan de leden der geestelijke congregatie
van St. Maur opgedragen om in alle archieven des rijks alle belangrijke
acten te copieeren. Alsof deze onderneming niet reusachtig genoeg was,
werden niet veel later naar Londen, naar Rome, naar Brussel en naar
Luxemburg personen met dezelfde opdracht gezonden. En het bleef niet
bij woorden, vele duizenden afschriften werden te Parijs bijeengebracht
o.a. uit Londen 12000, uit Rome 5000.
Zelfs met dien ijver ondernomen kon dit plan niet slagen. Alle acten
te copiëeren was eenvoudig ondoenlijk en de taak te beperken tot de
belangrijken, opende de deur voor een willekeur, te gevaarlijker, naarmate
zij was opgedragen aan meer personen en dus de kans grooter was dat
daaronder onbekwamen schuilden. Het sprak ook van zelf, dat waar het
belangrijkste uit een archief was afgeschrevenniet licht toch nog dit zelf
werd onderzocht en dus het terzijdelaten van een gewichtige acte vrijwel
gelijkstond met het verlies er van.
De man, die den stoot tot de beweging gegeven had, Moreait zag dit
alras zelf in. Een rapport van 1774 wenscht het fabriekmatig afschrijven
te vervangen door het samenstellen van een lijst aller archieven met
omschrijving van hun omvang en bestanddeelenaanduiding der onder
zoekingen daarin tot dusver ingesteld, afschrift der allerbelangrijkste
stukken en inventarisatie der overigen. Op deze wijze kon men de zaak
tot een einde brengen. Maar het rapport had geen praktisch resultaat.
Men bleef in 't wilde copiëerentotdat de revolutie er een einde aan
maakte.
Deze centraliseerde ook het archiefwezen. Het dekreet van 12 Septem
ber 1790 gaf aan het archief der Assemblee Constituante den naam van
Archives Rationales en gelastte de vereeniging daarmede van alle gecon-
fiskeerde archieven van opgeheven instellingen. In het jaar VIII werden
zijonafhankelijk van de Volksvertegenwoordiging tot eene zelfstandige
instelling gemaakt en in 1808 werden zij geinstalleerd in het gebouw,
waarin zij nu nog berusten, het paleis Soubise. Toen vonden er ook een
plaats de staats-archieven uit het departement der Seine o.a. de Trésor
des chartes des rois de Prance.
Werden dit en anderen in hun geheel overgebracht, eene groote
menigte onsamenhangende papieren waren er opgehoopt door de beruchte
commission de triage, ingesteld bij de wet van 7 messidor an II. Deze
moest overal de oude bescheiden sorteren, naar gelang zij waren
documents domaniaux, titres historiques, papiers inutiles of titres féodaux.
Alles wat tot de twee laatste afdeelingen behoorde moest vernietigd
worden; van de twee eersten werd een groot gedeelte naar de Archives
Nationales gezonden om er eene plaats te vinden in eene der twee
1
51
hoofdafdeelingen, de section domaniale en de section judiciaire. Het
bovengebruikte epitheton berucht is niet te sterk; alle onder handen ge
nomen archieven werden door deze handelwijze uit elkander gerukt en
willekeurig geschonden.
Men kent het reusachtig plan van Napoleon I, alle fransche archieven
te Parijs te vereenigen. Bij dekreet van 21 Maart 1812 gelastte de Keizer
de oprichting van een kolossaal archiefgebouw langs de Seine. Maar hoe
ernstig gemeend dit ook was alleen uit het Vatikaan kwamen 12.147
kisten! werd hetgeen er van was uitgevoerd in 1814 ongedaan gemaakt.
Toch werden na dien tijd de Archives Nationales belangrijk uitgebreid.
In 1847 werden de archives judiciaires er overgebracht en sinds 1855
loozen verschillende ministerie's er hunne voor den dienst overbodige
papiermassa's. Evenwel Buitenlandsche Zaken, Pinantiën, Oorlog, Marine
en Koloniën doen dit niet.
De bescheiden der Archives Nationales bestaan dus eensdeels uit een
aantal in hun geheel gebleven archieveno.a. dat van bovengenoemden
Trésor, van het Parlement, van de Chambre des eomptes enz., anderdeels
uit een groot aantal collectie's door de bovengemelde commissie van sor
tering gevormd uit verschillende daartoe uiteengerukte archieven. Men
heeft getracht deze laatsten te reconstrueren; immers in Frankrijk was
reeds lang ons begrip van archief als organisch geheel algemeen aangeno
men als principe de respect des fonds. Maar dit pogen had geen succes.
En deze collectie's èn de oude archieven zijn te zamen in drie hoofd
afdeelingen „sections" verdeeld, nl. de historische, de administratieve en
de wetgevende-rechterlijke. Zij zijn bovendien gesplitst in met letters
aangeduide seriënwaarvan dus iedere sectie er een zeker aantal telt.
Het boek in kwestie bespreekt ieder dezer seriën afzonderlijk, deelt
mede of er een gedrukte of ms. inventaris van bestaat en wat er uit is
gepubliceerd.
De inventarissen staan niet ter beschikking van het publiek, uitgezonderd
natuurlijk de 19 gedrukte kwartijnendie evenwel slechts een klein gedeelte
aanduiden. Yraagt men geene bepaalde stukken, dan moet men het
onderzoek aan de beambten overlaten. In 1888 werden er 20.160 inlich
tingen verstrekt of stukken overgelegd. Het dekreet van 14 Mei 18S7,
dat den inwendigen dienst der Archives Nationales beheerscht, verklaart
overigens dat een ieder recht heeft op kennisneming aller archiefbeschei
den, behoudens enkele uitzonderingen. Het budget bedroeg voor 1891
fr. 200000, nl. fr. 153.500 voor personeel en fr. 46 500 voor materieel.
Naast de Archives Nationales heeft men te Parijs de archieven der
Ministeriën. Hierboven is medegedeeld welke van deze hunne oude, voor
den dienst niet beuoodigde stukken naar hot Rijks-archief hebben over
gebracht. In 1887 zijn de daaromtrent vroeger gegeven voorschriften
herhaald, maar ook thans zonder algemeen succes. Het boek in kwestie