18 daarom worden overgebracht naar andere verzamelingen, waar zij eigen aardig behooren. Ik verwacht echter tegen den gang van mijn betoog en tegen de conclusie daarvan nog eene tegenwerping van de zijde van hen, die, de chronologische indeeling van een archief wegens hare onuitvoerbaarheid verwerpende, eene bepaalde voorliefde hebben voor de bovenaangeduide, heldere en gemakkelijk te begrijpen indeeling van het archief in zekere willekeurig vastgestelde bibliotheek-rubrieken, overeenkomende met den inhoud der beschrevene stukken. „Waartoe", zoo hoor ik dezen zeggen, „al deze omhaal van woorden? Uwe argumentatie moge overtuigend zijn, maar zij bewijst niets tegen mij. In den grond der zaak kom ik met wat minder breedsprakige redeneeringen tot hetzelfde resultaat als gij, of althans tot een resultaat, zoozeer met het uwe overeenkomende, dat wij beiden, als wij een weinig inschikkelijk willen zijn, elkander kunnen en moeten verstaan. Het is mij toch vrij onverschillig, of de rubrieken die ikStedelijk bestuur FinantiënArmwezen enz. noem door u betiteld worden: Archief van den raadArchief van de commissie van finantiënArchief van de Aalmoezenierskamer enz.; in den grond der zaak zijn wij het eensdaar het vaststaatdat het stedelijk bestuur berustte bij den raad, het beheer der finantiën bij de Commissie van finantiën en de zorg voor het armwezen bij de Aalmoezenierskamer. Laat ons dus eenvoudig afspreken om voortaan aan de rubriekenover wier vaststelling wij eenstemmig zijndezelfde namen te geven (wat mij betreft kunnen wij er des noods om loten) en wij zijn het volkomen eens." Aldus mijn concilante bestrijder. Doch met zijn verlof kan ik niet treden in deze oplossing van ons geschilen ik veroorloof mij te meenen dat mijn bestrijder slechts daarom bereid is ons geschil bij loting uit te makenomdat hij niet inzietwelk een inderdaad diepgaand verschil er ook in het wezen der zaak tusschen ons bestaat. De indeeling van een archief in eenige thans willekeurig vastgestelde rubrieken leidt inderdaad tot geheel andere resultaten dan het behoud of het herstel der oude organisatie. En wel om twee redenen. lo. De losse archiefstukken zijn van ouds bijna nooit in deelen of liassen samengevoegd volgens hun materiëelen inhoudmaar steeds volgens hun formeelen inhoud. Men bestemde een deel voor de opname van de resolutiën of de sententiën van een collegevan de transportenvoor dit college gepasseerd, men vereenigde in liassen de ingekomene brieven of requesten, de quitantiën eener rekening enz. Doch slechts bij groote uitzondering en wanneer bepaalde omstandigheden daartoe aanleiding gavenwerden er deelen volgeschreven met verschillende stukken betref fende één bepaald onderwerp. Minder zeldzaam kwam het voor, dat men dossiers van dien aard bijeenbrachtmaar ook dezen zijn toch te zeldzaam en daarom geheel onvoldoende, om op zich zelf als grondslag 19 voor de ordening van het archief te dienen; zij kunnen daarentegen meestal gemakkelijk met de serieën in verband gebracht worden 2o. De organisatie eener gemeenschap en de verdeeling der bevoegd heden van haar bestuur over verschillende commissiën was dikwijls niet zeer logisch. Dit was somtijds een gevolg van de verwording der oorspronkelijk doelmatige instelling in den loop der eeuwen en onder den drang van verschillende omstandigheden. Maar ook zonder verwording had de verdeeling der bestuurstaak dikwijls plaats op eene wijzedie ons vreemd toeschijnt. Het Utrechtsche gemeente-archief levert een sprekend voorbeeld van eene combinatie van heterogene bevoegdheden in de ge schiedenis der Finantiekamerdie gedurende bijna den geheelen tijd van haar bestaan niet alleen Commissie van finantiënmaar tevens Commissie van fabricage (d.i. van Publieke werken) wasen een tijd lang zelfs tegelijk de zaken van de Inkwartiering en kazerneering behandelde, terwijl hare werkzaamheid eerst in onze eeuw tot het gebied der finantiën beperkt werd. Terwijl dus in den inventaris van ons archief eenerzijds de stukken, die in een gewonen systematischen inventaris onder de rubriek Finantiën zouden gebracht wordenverdeeld zijn over twee afdeelingennaarmate zij ingekomen zijn bij of uitgegaan van Burgemeesteren en Vroedschap of wel van de Finantiekamer, vindt men van den anderen kant in het archief der Finantiekamer (waarin men natuurlijk alleen finantiëele stukken zou verwachten te vinden) wellicht nog meer stukken over publieke werken dan over finantiën 2). Het is natuurlijk mogelijkdergelijke dossiers uiteen te nemen. Maar dit is zeer onraad zaam, daar zij zijn samengesteld door personen, die geheel op de hoogte der behandelde zaak waren, zeer zeker beter op de hoogte dan wij lateren. De dossiers werden gewoonlijk bijeengebracht door commissiën of personen, heiast met het uitbrengen van een rapport, of door den griffier, die alle stukken over eene bepaalde zaak bijeenverzamelde, voordat hij ze in de vergadering van het betrokkene college ter tafel bracht. Op den datum, waarop het rapport behandeld of het besluit genomen werd, behoort dan ook het dossier in de bijlagen der notulen of de serie proces stukken ingevoegd te worden. Rukt men het daarentegen uiteendan verkrijgt men een onbevredigend resultaat, ook onldat men in een dossier meestal vindt zoogenaamde retroacta (afschriften van oudere stukken betreffende de behandelde zaak, soms uit andere archieven) en aanteekeningen van den rapporteur of den griffier, waaraan men geene andere geschikte plaats in het archief zal kunnen aanwijzen dan in het dossier, en die ook op zichzelf onbegrijpelijk en waardeloos zijn. Slechts in één geval schijnt het gewenscht, den samenhang van het dossier te verbrekennam. indien de samensteller de retroacta niet in afschrift maar in origin ili heeft opgenomen; somtijds kan dan daardoor eene lacune in eene oude serie ontstaan zijn, die men weder behoort aan te vullen. 2) Een ander niet minder sprekend voorbeeld levert hetzelfde archief op het gebied van het armwezen. De armenzaken waren te Utrecht verdeeld over twee commissiën, de Aalmoezeniers kamer en de Ambachtskamer, die verschillende bevoegdheden hadden. Aan de Ambachtskamer was door de Vroedschap afgestaan de opbrengst van verschillende uitkeeringengedaan door de tappers, de parochiekerken, de voerlieden, de portiers der stadspoorten en door hen, die het verbod om in de buitengerechten nering te doen, overtraden. Over al deze uitkeeringen hield de kamer registers of lijsten, of berusten althans in haar archief aanteekeningen (Cat. v. h. archief, 15771795. .No. 1S961902). Nu zou eene zuiver systematische verdeeling der stukken, die geene rekening hield met hunnen oorsprong, medebrengen, dat de archieven van Aalmoezenierskamer en Ambachtskamer vereenigd werden in ééne rubriek Armwezenterwijl daarentegen al de genoemde stukken uit het archief der Ambachtskamer verdeeld zouden worden over verschillende afdeelingen NijverheidKerkelijke zakenStedelijk bestuur enz.). Maar dit

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1893 | | pagina 16