16
den schrijver met een bepaald doel wordt samengesteld en dus ook een
bepaald onderwerp behandelt of althans eene zekere eenheid vertegen
woordigt, komt het telkens voor, dat een archiefstuk (een brief b.v.) twee
of meer zeer heterogene onderwerpen behandelt. Maar deze uitzonderin
gen buiten rekening latende, zou men toch over het geheel een archief,
bestaande uit louter losse papieren, volgens de daarin behandelde onder
werpen systematisch kunnen indeelen in een zeker aantal vakken op de
wijze eener bibliotheek; een inventaris, op deze wijze ingedeeld, zou zelfs
zeker voor een deel van het publiek zeer gemakkelijk te gebruiken zijn.
Maar zulk eene indeeling schijnt nagenoeg ondenkbaar bij een normaal
archief, dat steeds voor verreweg het grootste deel bestaat uit serieën van
deelen en liassen, serieën, door een mijner ambtgenooten (met eene
gelukkige uitdrukking, waarvan ik hem het vaderschap benijd) terecht
„het geraamte van het archief" genoemd Want werkelijk, deze serieën
geveu de hoofdlijnen aan van den toestand, waarin het archief vroeger
verkeerd heeft.
Nu is het natuurlijk niet mogelijk, deze serieën geheel uit elkander te
nemen en ze te herleiden tot losse stukken, die men willekeurig onder
zekere rubrieken systematisch zou kunnen rangschikken. Niet mogelijk,
maar bovendien allerminst wenschelijk: immers er heeft van ouds in het
archief zeker verband bestaan; de secretarissen, die het hebben gevormd,
hebben bewust of onbewust zekere regelen voor de bewaring en ordening
der stukken vastgesteld, en ovenals het natuurlijk verkeerd zou zijn, b.v.
eene lias met quitantiën, die als bijlage bij eene rekening behoort en
deze dikwijls op zeer gewenschte wijze toelicht, uit elkander te nemen en
over het archief te verspreiden volgens een ander willekeurig systeem van
rangschikking, even onverantwoordelijk schijnt het mij, b.v. de ingekomene
stukken bij een college, die de notulen van dat college toelichten, wan
neer die oudtijds behoorlijk bij elkander gehouden zijnuit die oude orde
te nemen en in den vorm van losse stukken te rangschikken volgens de
daarin behandelde onderwerpen. Inderdaadop hoe (volgens onze begrip
pen) heterogene wijze het bestuur eener gemeenschap ook gehandeld hebbe
bij bet vereenigen van verschillende onderwerpen in éénzelfde register of
rekening, het is onmogelijk daarop thans nog terug te komen: de eenheid
van dat register of die rekening belet ze uiteen te nemen, en die eenheid
bedingt ook de eenheid van de daarbij behoorende liassen van ingekomene
stukken en quitantiën.
Men is dus gebonden aan de oude organisatie van het archief2), die
17
te herkennen is in de serieën van deelen en liassen en die, wanneer men
die serieën bijeengezocht heeft, (hetgeen zonder moeite geschieden kan)
althans in hoofdzaak bijna altijd hersteld kan worden. Ook de ordening
der losse stukken, die vroeger niet in eene bepaalde orde gebracht zijn
en in wier rangschikking men dus natuurlijk iets vrijer ismoet nood
zakelijk eenigszins van de hoofdlijnen der oude organisatie afhankelijk
gemaakt worden.
Deze oude organisatie nu van het archief wortelt in de oude organisatie
van de gemeenschapwaarvan het archief is uitgegaanen is daarvan
het noodzakelijk gevolg. Die oude organisatie toch is niet willekeurig
door de oude archiefbeheerders tot stand gebracht: de vorming der serieën
heeft integendeel steeds plaats gehad en moeten plaats hebben onder den
direkten invloed van de inrichting der gemeenschap zelve. Iedere ge
meenschap van eenig belang toch heeft in het beheer barer zakennaarmate
die ingewikkelder werdenzekere splitsingen aangebracht. De voorbereiding
of zelfs de behartiging van sommige afdeelingen der bestuurstaak werd
dikwijls toevertrouwd aan speciale permanente commissiëndie min of
meer zelfstandig waren, zelfstandig genoeg althans in vele gevallen
om ze in staat te stellen een eigen archief te vormen. De archieven
dezer commissiën (hare notulen, de bij haar ingekomene stukken enz.)
mogen vooral niet met de bescheiden, die bij het hoofdbestuur der
gemeenschap zijn ingekomen, vermengd worden. Immers zij zijn niet van
dat hoofdbestuur uitgegaan of daarbij ingekomende beide seriën van
stukken loopen parallel naast elkander voort, hoewel zij toch dikwijls op
dezelfde onderwerpen betrekking hebben. De archieven van dergelijke
commissiën moeten derhalve noodzakelijk afzonderlijke afdeelingen in het
archief der gemeenschap vormen. Het is dus inderdaad, zooals Dr. Vermeulen
opmerkte: in het archief eener gemeenschap moet het kan niet
anders de samenstelling van haar bestuur worden gereflecteerd.
Ik meen thans bewezen te hebben, dat het inderdaad onmogelijk is,
indien men zijn systeem van indeeling consequent wil doorvoeren, den
inventaris van een archief anders in te richten dan volgens de oude
organisatie, die vroeger in dat archief bestaan heeft, eene organisatie,
die uit den aard der zaak verband houdt en verband houden moet met
de inrichting der gemeenschap, waarvan het archief afkomstig is. Tevens
ligt in het besprokene het bewijs der absolute noodzakelijkheid van den
eischdien ik krachtens mijne definitie van een archief stelde, dat
namelijk alle stukkendie niet tot het archief behooren en die ik boven
karakteriseerde, daaruit bij de ordening verwijderd moeten worden.
Immers indien men de ordening der stukken volgens de hierboven om-
schrevene beginselen voltooid beeft, zal men natuurlijk deze boeken en
handschriften, die in geene der aangenomene rubrieken kunnen passen,
overhoudenze belemmeren de goede ordening van het archief en moeten
Mr. Grata ma in het Ne der landsch Archievenblad No. 3.
2) Het spreekt wel van zelf, dat het onnoodig is de ordening der oude archiefbeheerders in
details over te nemen. Hunne archielinvenlarissen waren tot zelfs in de lSe eeuw uiterst primb
tief en absoluut onvoldoende voor onze behoeften. De organisatie moet behouden worden, de
ordening der stukken binnen deze grenzen mag niet alleen, maar moet bepaald veranderd worden.