14 Is deze definitie juist dan volgt daaruit, dat uit een archief moe ten verwijderd worden alle geschrevene, geteekende of gedrukte stukken, die niet bij de betrokkene gemeenschap zijn ingekomen of van haar uit gegaan en die dus niet, zooals het archief, jure publico maarjureprivato aan haar toebehooren. Onder deze omschrijving zijn begrepen: 1°. Boe ken of handschriften, door de gemeenschap aangekocht. Van dien aard zijn wetboeken, handleidingen voor de administratie, bijbels en andere stukkendoor het bestuur dikwijls aangekocht als hulpmiddelen bij het uitoefenen der bestuurstaak, private handschriften van historischen aard, aangekocht als bijdragen voor de geschiedenis der betrokkene ge meenschap pakken ongebruikt materiëelformulieren enz. Dit alles behoort overgeplaatst te worden naar of gevormd te worden tot eene bibliotheek, geheel afgescheiden van het archief; het ongebruikte mate riëel enz. moet vernietigd worden. 2°. Alle archiefstukken, die niet zijn ingekomen bij het bestuur der gemeenschap of bij enkele harer leden als zoodanig 2), zooals: waterschaps- en kerkarchieven, dikwijls in de archieven van dorpen gedeponeerdomdat de functiën van schepenheemraad en kerkmeester toevallig in dezelfde personen vereenigd waren, - stukken betreffende grondvergaderingen en andere commissiën uit den revolutietijd die na hare ontbinding ten slotte dikwijls op het gemeentehuis gedepo neerd zijnen verder alle stukken betreffende postendoor de secre tarissen der betrokkene gemeenschap buiten hun eigenlijk ambt bekleed. Wil men al de stukken dezer laatste rubriek niet naar andere archieven overplaatsenmaar ze in het archief behouden (hetgeen somtijds om praktische redenen wenschelijk kan zijn), dan behooren ze in afzonderlijke afdeelingen als supplement aan het einde van den inventaris opgenomen te worden. Bij het ordenen der overgeblevene stukken meen ik, dat het begin sel gelden moet, door Dr. Vermeulen uitgesproken in de voorrede van zijn inventaris van het Provinciaal archief van Utrecht: In een catalogus van een archief kan en moet eene schets van het samenstel der vroegere besturen zichtbaar wezen." Ik stel dezen eisch niet, omdat ik een volgens dit beginsel ingerichten inventaris zoo bijzonder gemakkelijk acht voor het gebruikintegendeel het gebruik van zulk een inventaris eischt eenige voorlichting en eenige studie. Doch ik meen, dat een 15 ernstig en nauwgezet archivaris niet zal kunnen nalaten aan dien eisch te voldoen. Natuurlijk behoor ik deze bewering te bewijzen. Twee systemen komen voor de ordening van een archief in aanmerking: do chronologische en de systematische rangschikking der stukken. De chronologische is natuurlijk alleen volkomen consequent uitvoerbaar voor een uit losse stukken bestaand archief; het behoeft geen betoog, dat men de talrijke registers en serieën slechts daarin zou kunnen doen passen door ze uiteen te nemenietswat natuurlijk niemand in de gedachte komen zal. Men behoort daarbij te denken aan het bezwaardat bij chronologische rangschikking geheel geen overzicht verkregen wordt van den inhoud van het archief. En de talrijke ongedateerde stukken kunnen niet geplaatst worden. Doch het is onnoodigover dit verouderde systeem van indeeling vele woorden te verspillen sedert het ter laatste vergadering van de rijks-archivarissen gebleken is, dat het door geen van hen meer in bescherming genomen wordt: de gemeente-archivarissen zullen gewis langzamerhand volgen Alleen de systematische rangschikking blijft dus over. Deze kan op twee wijzen tot stand gebracht worden. Yelen wenschen nog eene in deeling volgens bepaalde willekeurig aangenomene rubrieken Stedelijk bestuurFinantiënPublieke werkenKerkelijke zaken enz.), zooals men die aanneemt voor de ordening eener bibliotheek. Anderen achtten het daarentegen noodig rubrieken aan te nemen, niet willekeurig vastgesteld, maar gegeven door het archief zelf. Ik voor mij acht de keuze niet moeielijk. Het eerste systeem maakt op mij altijd denzelfden indruk dien men zou verkrijgen van eene bibliotheekgerangschikt volgens de banden der boeken (boeken in fransche bandenin perkamenten banden in ribben banden enz.) of volgens hunne bewaring (boeken door houtworm door water, door ijzerroest beschadigd enz.). Dergelijke criteria van indeeling zouden inderdaad voor de nasporingen van enkele bepaalde personen naar de geschiedenis van het bindwerk of naar de ziektege schiedenis van het papier zeer gemakkelijk zijn, maar zij zouden daar entegen het onderzoek van de eigenlijke studeerenden in de bibliotheek op hopelooze wijze belemmerenomdat zij vreemd zijn aan den inhoud en den aard der beschrevene verzameling. Zij moeten dan ook zonder aarzeling verworpen wordende bibliothecaris mag ze niet aannemen. Op dezelfde wijze meen ik, dat de archivaris niet vrij is in de keuze van het beginsel, dat hij aan de indeeling van zijn inventaris ten grond slag zal leggen. Hij zou daarin niet geheel vrij zijnzelfs indien zijn archief bestond uitsluitend uit losse papieren. Terwijl toch een boek door b Het is moeielijk, de juistheid mijner definitie te betoogen, zooais ik gaarne zou wenschen te doen Ik kan alleen verzekeren, dat ik ze slechts na rijp beraad en na overlen met anderen neb vastgesteld. 'b f ls zoodanig: bedoeld worden dus alleen officiëele stukken. Daardoor behoeven echter met alle stukken, die niet in officiëelen vorm zijn opgemaakt, te worden uitgesloten. Vooral in kleine en afgelegene plaatsen nam men het dikwijls met den vorm niet al te nauw, en men vindt dus m brieven, door sommige ambtenaren in hunne qualiteit ontvangen, dikwijls zeer huiselijke bijzonderheden in een vorm, die verre van officieel is. Het zou echter natuurlijk ondoelmatig zijn, deze stukkeu daarom alleen te verwijderen uit het archief, waarin zij thuis- behooren. J Het kan natuurlijk om bijzondere redenen wenschelijk zijn, naast de inventarissen chronologische lijsten uit te geven van bepaalde bijzonder belangrijke losse stukken (b.v. regesten- lijsten der oorkonden). Daartegen geldt geen der opgenoemde bezwarenmen beoogt trouwens met zulk eene publicatie iets anders dan met de uitgave van een inventaris.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1893 | | pagina 14