75 De begrooting voor den Amsterdamschen Archiefdienst. De kosten van het Gemeente-archief 1893 werden geraamd als volgt: Art. 1. Salarissen en loonen: te Amsterdam voor den dienst a. salaris van den archivaris 3000 00 b. id. van den adjunct-archivaris 1600 00 c. toetekennen belooning aan twee tijdelijke ambtenaren 1600 00 d. de loonen van een bediende, boekbinder deurwaarder en nachtwaker 1400 00 e. gratificatiën voor hulp 100 00 2. 3. Art, Art Art. 4. Art. 5. Art. 6. Art. 7. Bureaukosten Schoonhouden van gebouw en meubelen Verwarmingverlichting en brandbluschniddelen Onderhoud van archivalia en benoodigdheden daar toe (meerendeels bindwerk en portefeuilles) Aankoopen ter aanvulling der archivalia en der verzameling prententeekeningen en penningen Diverse uitgaven: (onder dit bedrag is begrepen de jaarlijksche toelage van 800 ter beschikking van den heer Ter Gouw) Totaal 7700 00 200 00 300 00 750 00 n 800 00 2000 00 950 00 ƒ12700 00. Deze begrooting wees een cijfer aan, dat die van het vorige dienstjaar met ƒ2100.overtrof. De nieuwe toestanden, geboren uit de afscheiding van het oud-archief en deszelfs overplaatsing naar een afzonderlijk gebouw (het Poorthuis van St. Anthonis op de Meuwmarkt), alwaar in de behoefte van den dienst moest worden voorzien door het aanstellen van een portier-boekbinder en een nachtwakerde instelling van een nieuw-archiefloopende over de jaren 18131870, in de localen ontruimd door het oud-archief ten stadhuize, waarvan de regeling door den archivarismet assistentie van twee nieuw aangestelde tijdelijke ambtenaren, werd ter hand genomen, hadden deze uiterst bescheiden verhooging van het eindcijfer teweeg gebracht. Dit cijfer ware echter hooger geweest, indien, evenals op vroegere dienstende kosten van restauratie der stedelijke schilderijen zoowelin het Rijks-museum, ten Raadhuize als in andere gemeentelijke instellingen bewaard, wederom ten laste van het archief waren gebracht.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1893 | | pagina 8