82
8. Muller Fz. geeft betreffende de „werkzaamheden en voort
gang der inventarisatie en der ordening van het archief",
betreffende „in druk uitgegevene bescheidenbeboorende tot
het archief" en betreffende de „opgaven der aanwinsten en
verliezen", waarbij ter sprake komen de „te Zwolle berustende
bisschoppelijke registers", de omvang van het „Bisschoppelijk
archief", enz. Als bijlage wordt ons hier geschonken de studie
over „Het archief der bisschoppen van Utrecht", reeds in de
vorige litteratuurkroniek genoemd].
G-. „Het oud provinciaal archief in Friesland" (bldz. 227—241),
door J. L. Berns.
H. „Het oud provinciaal archief in Overijssel" (bldz. 242-256),
door L. van Hasselt.
I. „Het oud provinciaal archief in Groningen" (bldz. 257—269),
door H. O. Feith.
J. „Het oud provinciaal archief in Drenthe" (bldz. 270—373).
[Als bijlagen geeft de rijksarchivaris Seerp Gratama den
„Inventaris van het Schuitengerechts-archief van Borger,
Gasselte en Gasselter-Nyeveen", den „Inventaris van het archief
der gemeente Meppel", den „Inventaris van het Schuiten
gerechts-archief van Meppel" en een bericht over „Kerkelijke
archieven"].
K. „Het oud provinciaal archief in Limburg" (bldz. 374—410).
[Onder de rubriek „Aanwinsten" geeft de rijksarchivaris
Jos. Habets een uitgebreide lijst der aan het rijk geschonken
archieven „betreffende de familie de Horion als bezitster der
heerlijkheid Pol en Panheel en van het kasteel te Heel, bij
Roermondverder in betrekking tot de heerlijkheid Dalen
broek alsmede tot de heerlijkheid Odenkirchen en betreffende
den heer de Horion in zijne hoedanigheid van drossaart van
het land van Iiorn"].
L. „Ordening en inventarisatie van oude gemeente- en burger
lijke stands archieven in Noordbrabant", een verslag over
1890, door A. O. Bondam „uitgebracht aan Gedeputeerde
Staten dier provincie", in 1891 reeds afzonderlijk verschenen
(bldz. 411 428).
M. „Verslag aangaande de oude gemeente- en waterschaps-archieven
in Zuid-Holland, over 1890, uitgebracht aan Gedeputeerde
Staten dier provincie" door J. H. Hingman, (bldz.429—440).
N. „Verslag omtrent oude gemeente- en waterschapsarchieven in
Utrecht over 1890, uitgebracht aan Gedeputeerde Staten dier
provincie", door R. Fruin Th.Azn., reeds vroeger afzonderlijk
uitgegeven, (bldz. 441—449).
83
S. J. Fockema Andreae. Bijdragen tot de Nederlandsche rechtsge
schiedenis. 3e Bundel. Haarlem, Bohn. 1892. (8°). VIII, 176 bldz.
In dezen bundel wordt „alleen de hoorigheid" besproken, „en
wel vooral met het oog op Overijssel en Gelderland, waar zij de
grootste beteekenis haden vanwaar de meeste en de belangrijkste
bronnen tot ons zijn gekomen." Juist met het oog op die bronnen
moet dit deel in deze kroniek worden opgenomen. Immers als
bijlagen zijn verschillende op dit onderwerp betrekking hebbende
archivalia opgenomen uit het midden der 16de eeuw, berustende
in het depót der Rijksarchieven te Arnhem.
P. N. van Doorninck. Inventaris van het oud archief der heerlijkheid
en gemeente Neder-Hemert, met lijsten der Heeren en Predikanten.
Haarlem, Van Brederode 1892. (8°), 4, 192 bldz.
Deze stukken, chronologisch beschreven, loopen van 12171817.
Grootendeels berusten zij „in het Kasteel Neder-Hemert" (1217
1789), de burgerlijke stands-archieven (1702-1817) ten Gemeente
huize, de gerechtelijke archieven (15131811) in het rijksarchief
te Arnhem. Een uitvoerig „alphabetisch register" is aan het
werkje toegevoegd.
G. A. Vorsterman van Oijen. Rechtsbronnen der stad Aardenburg.
Uitgegeven door Werken der Vereeniging tot uitgave
der bronnen van het oude vaderlandsche rechtgevestigd te Utrecht Eerste
reeks. N°. 15). 's Gravenhage, Nijhoff. (1892). (8°). VIII, 369 bldz.
Hoofdbron voor de rechtsgeschiedenis van Aardenburg is het
in het archief dezer stad berustende z.g. „Bouc met den Knoop,"
dat, aangelegd vermoedelijk in 1328, in welk jaar deze streken
na een 40-jarigen strijd tot rust kwamen, bijgehouden is tot in de
16de eeuw. Doel schijnt te zijn geweest, „daarin alles op te nemen
wat aangaande oude keuren, costumes, wijze van procedeeren
schriftelijk bestond of bij overlevering bekend was." Dit boek
wordt hier geheel gepubliceerdbenevens de oudste keuruit de
I2de eeuw, ons bekend uit een document van vermoedelijk 1328;
de keur van 1330 (volgens een der origineelen, dat, nog onuit
gegeven berust in het archief van Aardenburg), die van kracht
bleef tot de vereeniging met de Noordelijke Nederlanden in 1604;
die van 1576, enz.
Varia-
EEN GROOTSCH PLAN!
Voor eenigen tijd kwam in onderscheiden bladen het bericht voordat
in de rijks-archieven in eenige provincies verschillende officieren waren
werkzaam gesteld tot het verzamelen van gegevens van militairen aard.