26
waarop, voor zoover ik weet, niemand nog de aandacht heeft gevestigd
en die toch van allergrootst belang is.
Het geldt de deskundigen die door de respective rechtscollegies
worden geraadpleegd in geval er over de echtheid van een geschrift
quaestie ishetzij in een civilehetzij in een crimineele rechtszaak. In
België worden in zulk geval, althans dikwijls, die personen geraadpleegd
die uit den aard van hun ambt het best in de gelegenheid zijn in zulke
questies uitspraak te doen, namelijk de archivarissen. Wie toch is beter
in staat om in zulke gevallen als expert op te treden dan de archivaris,
hij die zooveel, zoo duizendwerf verschillend schrift in handen krijgt,
voor wiens oogen het verleden van gansch een gewest of gemeente in
geschrift de revue als passeert en die door ondervinding, die trouwe
leermeesteres, geleid, vaak als onwillekeurig aanstonds reeds de gelijkenis
bemerkt tusschen verschillende geschriften?
In Nederland schijnt men er anders over te denken, daar benoemt
men in zulk een geval als expertenonderwijzers en andere personen
die soms nooit te voren hun aandacht, tenminste de noodige aandacht
aan zulke gewichtige onderwerpen als de vergelijking van verschillende
geschriften hebben geschonkenja zelfs nooit een handschrift kritisch
hebben beschouwd.
Nog onlangs werd in Limburg ter oplossing van zulk een vraagstuk,
niet de archivaris des Rijks in de provincie, de aangewezen persoon,
maar werden een paar onderwijzers geraadpleegd.
En toch het geldt hier zulk een vraag van ontzettend gewicht: de
schuld of de onschuld van een medemensch.
Dit gewicht maakte reeds meer dan tweehonderd jaren geleden op
een beroemden Eranschen rechtsgeleerde een grooten indruk. Het was
Philippe de Renusson advocaat bij het parlement te Parijs (geboren te
le Mans, 11 Sept. 1642 -j- Augustus 1669), wiens vader en grootvader
beiden met roem het beroep van advocaat te Le Mans hadden uitgeoefend
en die zelf voor een der kundigste advocaten te Parijs doorging. Hij
die zooveel ondervinding had van al wat in de rechtsgeleerde praktijk al
kon voorkomen, hij getuigt in een vrij zeldzaam werk getiteld: de la
preuve par comparuison d'écritures par Philippes de Renusson avocat du
Parlement-Paris1700. Et se vend a Bruxelles chez J.'T. Serstevens
marchand libraire pres les pères Dominicuins. „II n'ya point d'usage plus
fréquent au palais, que celui de la preuve par comparuison d'écritures;
et cependant il n y en a peut-être point oü il se commette de plus grands
abus et oil nous paroissons être moins instruits."
De Renusson nu is zeer scheptisch op het punt van bewijzen, geput
uit de gelijkenis van schrift, en komt tot de conclusieaan het eind van
zijn werk uitgesproken. „Disons done que non seulement la comparaison
d'écritures ne peut jamais faire une demi-preuve en matière crimiuelle,
V