16
verwijderd zijn van den noordoostelijken hoek, geene oorkonden betref
fende Groningen en Drenthe zijn te vinden. De ondervinding toch heeft
het den samenstellers van het bewuste oorkondenboek reeds geleerd, dat,
als een gevolg van de uitgebreide handelsbetrekkingen der stad Groningen
en van de geestelijke relatiën der beroemde abdij van Aduard, op ettelijke
plaatsen, waar men deze waarschijnlijk niet zoude zoeken, bouwsteenen
zijn te vinden voor het groote gebouw, welks fundamenten door het
Historisch Genootschap te Groningen zijn gelegd en welks onderbouw
zoover is gevorderddat in niet al te verre toekomst aan het publiek de
gelegenheid zal worden verschaft om een oordeel over den aanleg en het
gebouwde te kunnen vellen. Het spreekwoord: „Wie aan den weg
timmert, heeft veel berechts", zal zich dan doen gelden. De collega's
archivarissen kunnen er wellicht toe medewerken, dat de gaten en gebreken
in het gebouw worden aangevuld en het „veel berechts" in zijn omvang
worde beperkt.
Groningen Maart 1892. Mr. J. A. FEITH.
Iets over de opleiding van het personeel aan de
rijksarchieven in Beieren.
In de Januari-aflevering van de Gids van het vorige jaar is door
Prof. Blok er te recht op gewezen, waar hij het een en ander over „Onze
archieven" mededeeldedat de opleiding van archivarissen hier te lande
nog veel te wenschen overlaat. Eigenlijk mag men zeggendat daarvoor
officiëel niets geschiedt. Immers in aanmerking kunnen hier niet komen,
de college'saan de Rijks-universiteiten gegevenin vakkenwelke voor
anderen en ook voor den archivaris van belang of onmisbaar zijn. Juist
echter in de vakken, wier beoefening speciaal voor hen, die zich voor den
archievendienst willen bekwamenwordt vereischtlaat de Staat vrij wel
alles aan het particulier initiatief over. Ik behoef slechts te wijzen op het
feitdat in de palaeographiede diplomatiekof de oorkondenleeraan
geen onzer universiteiten een cursus wordt gegeven, hetzij dan zooals
bijv. te Groningen, uit eigen beweging door een der professoren in een
enkel dier vakken. In het oud-vaderlandsch recht en zijn' geschiedenis,
wordt alleen te Leiden, door een van staatswege aangestelden hoogleeraar
onderricht gegeven, en dat nog wel, terwijl de wet op het H. Onderwijs
zulks voor alle universiteiten verplichtend voorschrijft.
Het is daarom zeker niet ongewenscht eens na te gaan hoe elders
voor die opleiding wordt zorg gedragen, met name in Beieren, een staat,
die zich bepaaldelijk leent tot vergelijkingen in dit opzicht met den onze.
17
Een verordening van 3 Maart 1882, in 1884 aangevuld, (Archiv. Zeitschr.
YII S. 73 fllg.en X S. 87 flg.) regelt deze materie in bijzonderheden.
Hij, die wenscht aan den rijks-archiefdienst te worden verbonden,
moet verzoeken daartoe te worden toegelatenwelke toelating door de
Ministers van het Koninklijk Huis, van Buitenlandsche Zaken, en van
Binnenlandsche Zaken gezamenlijk wordt verleend, met aanwijzing, aan
welke afdeeling de sollicitant zal worden geplaatst. De medewerking der
drie Ministeries staat in verband met de splitsing in drieën van het
geheel der rijksarchieven te Miinchen. Daar toch vindt in den regel de
voorbereiding voor den archievendienst plaatsbij uitzondering aan een der
Kreisarchive. Slechts doctoren in wat wij bij ons zouden kunnen noe
men de rechtsstaatswetenschap of in de letterenen voorts zijdie in die
faculteiten één examen hebben afgelegd, dus bij ons candidaten,
kunnen voor de bovenbedoelde plaatsing in aanmerking komen. Minstens
drie jaren moeten de laatsten aan den voorbereidingsdienst deel nemen.
Een tijd, welke voor hendie hetzij reeds oenigermate de practijk bij een
gerecht, in de administratie of op een procureurs-kantoor hebben beoefend,
hetzij reeds als leeraar zijn opgetreden, wordt verkort tot twee jaren;
voor hen, die zich op dezelfde omstandigheid kunnen beroepen, maar
reeds de hoogere examens 2) bij dezelfde faculteiten hebben afgelegd,
zelfs tot één jaar.
De voorbereiding, gedurende de vermelde tijdruimten is zoowel prac-
tisch als theoretisch. Practisch door de werkzaamheid in het archief
zelf; den „Archiv.-praktikanten" toch worden door de chefs der inrichtingen
verschillende werkzaamheden opgedragenzoodanig echter dat deze hun
voldoende gelegenheid geven zich practisch en wetenschappelijk in de
verschillende takken van het ambt te bekwamen, en de eischen van den
dienst volledig te leeren kennen. Theoretisch, doordien hun is voorge
schreven de college's in de verschillende vakken, waarin het nader te
bespreken examen wordt afgenomen, te volgen, voor zoover dit niet reeds
vroeger door hen is geschied. Ten aanzien van de „archivalische" vak
ken, wordt het noodige onderwijs gegeven door den „Reichsarchivdirektor"
te Miinchen, en aan de universiteit te Würzburg door den daar aanwezigen
„Kreisarchivar." Elders schijnen tot nu toe geen „Praktikanten" te zijn
geplaatst. Bovendien wordt aan de archieven zelve wekelijks een „diplo-
matisch-archivalisches Seminar" gehoudenwaar vraagpunten, de bedoelde
vakken rakende, onder leiding van de hoogere ambtenaren schriftelijk en
mondeling worden behandeld.
Op onbepaalde tijden wordt op aanwijzing van den Minister
van Binnenlandsche Zaken een examen gehouden. Sinds bovenbedoelde
Te Amsterdam is een lector voor dit vak aangesteld.
Officieel heet het: „die erste theoretische Prüfung" en „die Haupt-Lehrnmts-prüfuug".
a) Officieel heeten deze: „die zweite Prüfung (Staats-konhurs") en „die spezial-Prüfung in
den philologisch-historischeu Fiichern".