voegendat de te behandelen onderwerpenmet of zonder de schriftelijke
inleiding, tijdig zullen worden bekend gemaakt.
Ieder zal dan in de gelegenheid zijn vooraf zijne gedachten over de
zaak te laten gaanzoo noodig haar vooraf te bestudeeren. De beraad
slagingen kunnen er slechts door winnen, de voorgedragen denkbeelden
zullen niet het uitvloeisel zijn van een invallende gedachtemaar van
gezette overweging. I)e besluitenleidt het onderwerp er toeop de
vergadering genomenzullen meer waarde hebbennaarmate zij op deze
wijze met rijper overleg zijn genomen.
Bovendien zal voor de vergadering eenige tijd gewonnen zijn, daar
nu de inleiding tot en de algemeene uiteenzetting van het vraagpunt
schriftelijk zijn geschieden het debat dus onmiddellijk een aanvang zal
kunnen nemen, terwijl de prae-adviseur na eerst de denkbeelden van
anderen, meestal van de zijne meer of minder afwijkende, te hebben
gehoordzijne meening nader en meer uitvoerig zal kunnen verde
digen.
Zijn wij hier misschien, bij onze uiteenzetting, eenigszins getreden
op het terrein van des voorzitters werkzaamheid ieder onderwerp zal
zich ook niet tot deze wijze van behandeling leenen het scheen niet
ondienstig voor meer belangrijke zaken onze denkbeelden omtrent de
meest .vruchtbare wijze van werken te doen kennen.
In de derde plaats noemt art. 2
c. het uitgeven van gedrukte mededeelingen.
Over den titel en het formaat behoeft hier niets meer te worden
gezegd. Dit eerste nummer spreekt, wat dat aangaat, voor zich zelf.
Dat ons orgaan, op ongeregelde tijden, vooral naarmate er stof is, zal
verschijnen, zal zeker bij niemand bedenking ondervinden. Evenmin dat,
zoo een bijzondere aanleiding mocht bestaanhet bestuur er naar zal
trachten een afzonderlijk nommer met het oog daarop in het licht te geven.
Ook dient hierbij natuurlijk rekening te worden gehouden met de voor
handen geldmiddelen. Die geringe geldmiddelen zullen het geven van
salaris aan de schrijvers aanvankelijk evenzeer verhinderen als het ver
strekken van een groot aantal overdrukjes. Toch zal in deze richting
gedaan worden wat mogelijk is.
Yraagt men nu welken inhoud wij ons voor het orgaan der vereeni-
ging voorstellendan zal bij het antwoord slechts een aanduiding kunnen
worden gegeven, en moet daarin niet een regel van Meden en Perzen
omtrent al of niet opneming worden gezien.
In de eerste plaats staan op de lijst artikelen betrekkelijk het archief
wezen in zijn' geheelen omvangzoowel wat het personeel als het mate
rieel betreft. Yoorloopig zullen deze artikelen wel geen verhandelingen
van eenigszins grooten omvang kunnen zijn, en zullen zij op bescheiden
schaal moeten zijn aangelegd. Mogelijk, dat bij toename van het aantal
5
lezers, aan iets als het Archivalische Zeitschrift kan worden gedacht. Ook
hier zullen de financiën wel het beslissende woord mede spreken.
Dat echter te dezen opzichte het veld nog groot genoeg iswaar
over onze gedachtenzij het dan ook in kleiner voertuigzich kunnen be
wegen kan blijkenwanneer wij een oogenblik ons voor den geest bren
gen, welke onderwerpen zouden kunnen worden behandeld. Waar wij
het personeel noemden, daar dachten wij aan de opleiding der toekom
stige archivarissen, de toelating tot het archivariaatde regeling omtrent
bevordering en bezoldiging, voorts aan het toezicht op de uitoefening van
het ambt, en last not least aan de positie en de bevoegdheid der archief
beambten in het algemeen, tegenover de rechterlijke macht, de notarissen
en de ambtenaren bij de verschillende takken van het administratief be
stuur. En dat zoowel binnen- als buitenslands.
Nog uitgebreider is het getal der onderwerpenwelke onze aan
dacht vragenwaar het materieel ter sprake komt. Niet alleen toch is
over de inrichting der tot depóts bestemde gebouwen nog bij lange na
niet het laatste woord gesproken, maar ook over de wijze van bewaring
van charters en kaarten, van losse stukken en protocollen, zoowel als over
het vóórkomen van hunnen ondergang, valt nog wel het een en ander
te zeggen. En evenzeer omtrent de beste middelen om wat door het
tegenwoordig geslacht wordt in schrift gesteldvoor de toekomst te be
waren, zoo bijv. over de soorten van inkt en papier, etc. Niet minder
belangrijk is het van gedachten te wisselen zoowel over de inrichting van
inventarissen en registersvan indices en klappersals over de wijze van
indeeling en ordening der onderscheidene archieven.
En is het waar dat over vele dezer onderwerpen uitvoerige verhan
delingen ongewenscht zoo niet onmogelijk zijneven zeker is het dat
korte mededeelingen ons welkom zullen zijn.
Yoorts ligt het voor de handdat wat hier te lande op het gebied
van het archiefwezen voorvalt, in ons orgaan ter sprake kan worden ge
bracht of eenvoudig vermeld. Zoo schijnt het ons gewenscht de staats-
begrooting en die van enkele gemeenten onder deze rubriek na te gaan
terwijl berichten omtrent benoemingen en andere voor onze lezers van
gewicht daar tevens kunnen worden opgenomen.
Een andere afdeeling zal gewijd zijn aan de vermelding van wat,
betrekkelijk het archiefwezen, hier te lande wordt gepubliceerd en voor
zoover het voor ons belangrijk is en te onzer kennis komt, ook van wat
in het buitenland het licht ziet. Zoo dus bijv. verslagen, inventarissen
enz., welke door den druk worden bekend gemaakt. Beoordeelingen
zullen niet zijn uitgesloten, zoo het werk er zich toe leeüt, terwijl anti-
critieken in het algemeen zullen worden geweigerd. Een overzicht der
litteratuur, ook van het buitenland, zal hieraan zoo mogelijk worden
toegevoegd. Dat zoowel hierbij als voor alleswat tot het welslagen