Ook eindrapportering of overzichten na oplevering van digitaliseringsprojecten zijn absoluut noodzakelijk om te vermijden dat bepaalde bestanden bijvoorbeeld nooit gedigitaliseerd werden of wel gedigitaliseerd werden maar nooit correct gearchiveerd. De ervaring leert ons hier dat kort op de bal spelen en structurele rapportage voor zien, helpt om snel fouten te detecteren. Kwaliteitscontrole Kwaliteitscontrole was en is nog steeds een belangrijk aspect van digitalisering en archivering. Na digitalisering is hiervoor een garantieperiode voorzien. Wanneer de kwaliteit van het digitaal materiaal onvoldoende blijkt, kan VIAA dit kosteloos laten herdigitaliseren. Bij audiovisueel materiaal is kwaliteitscontrole een hele uitdaging: de formaten zijn soms erg complex, de bestanden zijn vrij groot en stellen belangrijke eisen aan de hardware, alleen al om ze te bekijken. Bovendien zijn artefacten in audiovisueel materiaal niet altijd makkelijk te herleiden tot fouten in het digitalise ringsproces, ze konden net zo goed al aanwezig zijn in de originele, analoge bron. Tot slot is het niet altijd makkelijk om de originele, analoge bron nog te bekijken ter vergelijking, door het ontbreken van de correcte afspeelapparatuur. VIAA bouwde een heel aantal controles uit, zowel tijdens digitalisering als tijdens archivering. Bij de opzet van digitaliseringsprojecten wordt gewerkt met verschillen de fases, waar grondig en manueel getest wordt voor een project data kan aanleveren in piloot- en productiefases. Fouten met betrekking tot codec, wrapper of format tering van de metadata in het SIP-pakket worden hier vaak opgevangen. Identieke controles lopen ook automatisch tijdens het archiveringsproces zelf. De finale, inhoudelijke kwaliteitscontrole dient echter te gebeuren door de content partner zelf: alleen zij zijn in staat om in te schatten of de digitale kwaliteit daad werkelijk overeenstemt met de verwachtingen. Hier knelt het schoentje soms: kwaliteitscontrole vereist niet alleen technische kennis, het kost ook bijzonder veel tijd. Daarbij komt dat een heel aantal content partners nog steeds druk in de weer zijn met de voorbereiding van nieuwe batches voor digitalisering, waardoor kwali teitscontrole uitgesteld dreigt te worden. We blijven hier aandacht aan schenken door content partners maandelijks te informeren welk materiaal klaar staat voor kwaliteitscontrole en op welk materiaal de garantie na digitalisering dreigt te verval len. Via use cases wordt geïllustreerd hoe kwaliteitscontrole verliep bij collega's en met workshops proberen we kennis over digitaal audiovisueel materiaal op te bouwen bij de content partners. Dit soort trajecten lopen in samenwerking met het bredere veld van betrokken partijen en expertisecentra zoals Packed vzw. Aan de slag: beheer van digitale collecties Het beheer van het gedigitaliseerde materiaal gebeurt aan de hand van het eerder vermelde archiefsysteem, een media-asset-management-systeem dat niet alleen de processen en metadata beheert maar ook instaat voor het beheer van de onderliggen de opslaglocaties. Collectiemedewerkers van content partners krijgen toegang tot dit systeem en kunnen het materiaal verrijken met metadata, het exporteren, bekijken of zelfs verwijderen. Elke content partner van VIAA heeft in dit systeem een eigen omgeving waarin enkel de eigen content zichtbaar is. Zoals gezegd worden ook hier de acties op het materiaal opgeslagen als PREMIS-metadata. VIAA heeft de voorbije jaren veel geïnvesteerd in de uitbouw van de API's (Application Programming Interfaces) van het archiefsysteem. Aan de hand van deze technische interfaces kan snel nieuwe functionaliteit gebouwd worden bovenop het archiefsysteem zonder dat deze noodzakelijk een vast onderdeel van het archief systeem moeten zijn. Zo kunnen applicaties geschreven worden die metadata toe voegen aan bestaande objecten, massametadata-updates uitgevoerd worden of kan materiaal via de API geïmporteerd of geëxporteerd worden. Hierbij blijft het archief systeem de centrale component en master van metadata en audiovisueel materiaal, alleen hoeft niet alles noodzakelijk via de user interface te lopen die hierop stan daard voorzien is. Waar enerzijds de technische onderbouw van het archiefsysteem solide moet zijn en de schaal aan moeten kunnen, is anderzijds ook de bruikbaarheid voor de eind gebruiker een aandachtspunt. Interfaces zijn vaak complex en beantwoorden niet aan de hedendaagse eisen van eenvoudig te gebruiken applicaties die we elke dag gebruiken. Bij de aankoop van een systeem dient hier dan ook voldoende aandacht aan besteed te worden. Een belangrijk aantal processen (zoals kwaliteitscontrole, exporteren en metadateren) lopen immers via deze interface en worden vaak uitgevoerd door mensen met vooral inhoudelijke kennis. Ook hier is een nauwe samenwerking met softwareleveranciers en het luisteren naar de eigen gebruikers cruciaal. Op die manier kan ook de interface ingericht worden in functie van de reële noden bij de eindgebruiker. Daarnaast zijn handleidingen en opleidingen instrumenten om de technische kennis op te bouwen bij diezelfde gebruikers. Op dit moment worden door VIAA maandelijks opleidingen georganiseerd en wordt veel aandacht besteed aan ondersteuning via een helpdesk en andere communicatie kanalen. Toekomstmuziek en nieuwe uitdagingen Import van digitale collecties Tot nu toe hebben we in dit artikel vooral gesproken over materiaal uit digitali seringsprojecten, maar in toenemende mate wordt ook digitaal geboren materiaal geïmporteerd in het archief. Dit brengt enkele specifieke uitdagingen met zich mee, enerzijds operationeel en procesmatig, anderzijds naar preservering toe. Op het vlak van preservering is vooral de grote verscheidenheid aan digitale archief formaten een belangrijke uitdaging. Waar de formaten uit digitaliseringstrajecten al uniform zijn, is dat bij digitaal geboren trajecten niet of nauwelijks het geval. Hier staan we als archief voor een keuze: normaliseren we bestanden waar geen goede archiefmaster voor bestaat bij import of doen we dit achteraf? Op dit moment kiest VIAA voor het tweede: we geven voorrang aan de duurzame (bit-level) bewaring van de bestaande formaten zodat de druk op bestaande lokale opslagsystemen snel verlicht kan worden. Tijdens import worden technische karakteristieken omtrent codec en wrapper opgeslagen zodat deze later kunnen gebruikt worden voor een eventuele transformatie naar een duurzamer bestandsformaat. Op die manier wordt de druk op bestaande opslagsystemen alvast verlicht en hoeven we dus maar één probleem (de import van het materiaal zelf) op te lossen. hoofdstuk 2 128 matthias priem een audiovisueel archief voor Vlaanderen 129

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Jaarboeken Stichting Archiefpublicaties | 2018 | | pagina 65