Ik pleit dan ook voor flexibilisering van het overbrengingsmodel. Flexibilisering
betekent dat in bepaalde gevallen overhevelen van objecten (archiefbescheiden)
naar een veilige omgeving nog steeds functioneel en relevant kan zijn, maar dat het
niet langer de enige vorm is. Veel belangrijker nog is dat een meerdimensionale
organisatievorm van preserveren mogelijk wordt die gebaseerd is op de functionele
behoeften en eisen die gesteld worden aan het kenbaar houden van overheidstrans-
acties. Het betekent ook, en daarvoor is een veel grotere transformatie nodig, dat het
archiefbestel zich weet te bevrijden van de institutionele logica (en dwangmatig
heid) dat overheidsinformatie alleen duurzaam toegankelijk gehouden kan worden
door het beheer ervan in handen van archiefinstellingen te geven. Het bouwen van
een duurzame infrastructuur, waarvan beveiligde digitale 'depots' nog steeds onder
deel uitmaken maar niet langer het monopolie hebben, met meer aandacht voor
functionaliteiten die duurzaam beschikbaar blijven, vereist niet alleen een groter
repertoire aan technische en organisatorische scenario's maar ook een flexibeler
archiefbestel dat in staat is vanuit een continuum perspectief te opereren.
hoofdstuk 3
212
213