het digitale tijdperk? Hoe toekomstvast is het op verplichte overbrenging6 gebaseerde model dat de Nederlandse overheid hanteert om haar eigen archieven duurzaam toegankelijk te houden? Dat doe ik door eerst te bekijken waar die 'culture of preservation' uit bestaat en hoe deze in de loop der tijd tot stand is gekomen. Ik richt me daarbij hoofdzakelijk op de instellingen die tot het openbaar archiefwezen worden gerekend omdat zij deel uitmaken van een samenhangend stelsel van instituties die op basis van wet- en regelgeving verantwoordelijk zijn voor en vorm geven aan de archiveringsfunctie van de overheid. Dit samenhangende stelsel wordt ook wel het archiefbestel genoemd. Wat mij in het bijzonder interesseert is hoe de 'culture of preservation' en de inrich ting van het archiefbestel elkaar hebben beïnvloed en wellicht nog steeds beïnvloe den. Kan, of op welke wijze kan het huidige archiefbestel, dat is gebaseerd op de overbrenging van overheidsarchieven naar archiefbewaarplaatsen, een doeltreffend antwoord blijven bieden op de behoeften om het digitale heden ook voor de toe komst veilig te stellen? Veilige havens De termen 'preservering' en 'preserveren' verschijnen eind jaren negentig van de twintigste eeuw voor het eerst in het Archievenblad in de betekenis van een actieve strategie die nodig is om digitaal gevormde informatie beschikbaar te houden.7 Het zijn ruimere termen dan het tot dan toe gebruikte begrip conserveren. Bij conserve ren gaat het om het behoud van het object met de daarop vastgelegde informatie. Bij preserveren gaat het primair om het behouden van de informatie zonder dat de originele drager daarbij noodzakelijkerwijze behouden blijft.8 In de periode voor de Tweede Wereldoorlog betekende preserveren volgens Paul Conway niet veel anders dan objecten bij elkaar brengen in een goed geoutilleerde ruimte: '[t]he sheer act of pulling a collection of manuscripts from a barn, a basement, or a parking garage and placing it intact in a dry building with locks on the door fulfilled the fundamental preservation mandate of the institution'9 De instellingen die zich uitsluitend gingen richten op behoud van collecties werden niet bij toeval opgericht op de drempel van de 18e en 19e eeuw. Dat wil niet zeggen dat daarvoor niet voor archieven werd gezorgd, maar dat gebeurde door de instellingen die de archieven hadden gevormd. Alleen al het Franse koninkrijk van rond 1770 telde in totaal meer dan 6000 plekken waar archieven werden beheerd.10 Tussen 1789 en 1815 verander de de samenleving in heel Europa fundamenteel van karakter. Eeuwenoude bestuursstructuren en de bijbehorende instituties uit het verleden werden met charles jeurgens ede overbrenging voorbij. het institutionele geheugen van de overheid horten en stoten vervangen door een nieuwe maatschappelijke orde met nieuwe structuren en instellingen. De vaak gewelddadige regimewisseling ging op tal van plaatsen in Europa gepaard met vernieling van archieven en kunst- en cultuurschat ten in een poging om op die manier definitief af te rekenen met het verderfelijke ancien regime en zo herinneringen aan het verleden uit te wissen. Het vandalisme leidde echter ook tot een sterke tegenbeweging die wilde verhinderen dat onherstel bare schade werd toegebracht aan 'le patrimoine de tous', ofwel het erfdeel van allen.11 Er werden plekken gesticht die het 'erfgoed' een veilige haven konden bieden. Hoewel in Nederland de regimewisseling als een 'fluwelen omwenteling' kan worden gekarakteriseerd, vielen ook hier de bezittingen van de oude machthebbers ten prooi aan de dreiging van verkoop, afstoting en soms vernieling. Ook in Nederland vormde deze revolutionaire periode de betekenisvolle context voor de oprichting van de Nationale Bibliotheek (1798; voorloper van de Koninklijke Bibliotheek), Nationale Konst-Gallerij (1800, voorloper van het Rijksmuseum) en de aanstelling van Hendrik van Wijn als archivarius van de Bataafs Republiek (1802, basis voor het Nationaal Archief).12 Kunsthistoricus Wessel Krul noemt het instituties 'waar voorwerpen uit het verleden aan de stroom van de tijd worden onttrokken. Zij worden van vernietiging uitgezonderd en vanwege hun esthetische of historische waarde geconserveerd (...).'13 Misschien is het succes van deze instellingen nog wel opmerkelijker dan de oprichting ervan. Dat succes kan niet los gezien worden van de andere kijk op en beleving van het verleden na de ingrijpende veranderingen die in de revolutionaire periode van de late achttiende en vroege negentiende eeuw hadden plaatsgevonden en die door de opkomende industriële revolutie nog eens werden versterkt. Het kunnen beschikken over sporen uit het verleden was een voorwaarde om de brug naar dat verleden te kunnen slaan. In de loop van de negentiende eeuw is geleidelijk het besef ontstaan dat de overheid een taak had om objecten van cultuur in stand te houden en veilig te stellen.14 De culture of preservation in de archiefsector Archieven worden, niet in de laatste plaats door de archiefinstellingen zelf, graag ver geleken met het geheugen van de samenleving.15 De website Geheugen van Nederland biedt toegang tot bijna 800.000 beelden uit 132 collecties van 92 instellingen16, Het Nationaal Archief noemt zich het nationaal geheugen17, het Brabants Historisch Informatie Centrum het geheugen van Brabant18 en in de Universele Verklaring over Archieven van de International Council on Archives lezen we dat archieven een hoofdstuk 3 6 Overbrenging dient meerdere doelen tegelijkertijd, o.a. het toepassen van het openbaarheidsregime van de Archiefwet. Ik besteed aan dat aspect in deze bijdrage geen aandacht. 7 Charles Jeurgens, 'Het eeuwige leven...' Archievenblad 102, nr. 2 maart 1998, p. 19-20. De term komt in het online gepubliceerde (Nederlands(ch)) Archievenblad van 1892 tot 2012 in totaal 23 keer voor. 8 B.N. Westerbrink, 'Wie heeft er recht op de kopie' Archievenblad 102, nr 8. Oktober 1998, p 7-8. De Engelse term 'preservation' daarentegen is al veel langer courant en duikt al honderd jaar eerder op in het Nederlandsch Archievenblad, maar wordt al die tijd bijna uitsluitend gebruikt in de betekenis van het Nederlandse 'conserveren'. Voor een compact overzicht van preserveren van archieven zie Michèle V. Cloonan, 'Preserving Records of Enduring Value' in Terry Eastwoord and Heather MacNeil (eds) Currents of Archival Thinking (Santa Barbara, Denver, Oxford 2010) 69-88. 9 Paul Conway, 'Overview: Rationale for Digitization and Preservation' in Handbook for Digital Projects (Andover 2000) 5-20. https://deepblue.lib.umich.edu/bitstream/handle/2027.42/111828/BC11%20 Conway%20Overview%20Rationale%202000.pdf%3Bsequence=1 geraadpleegd 11 oktober 2018 10 Judith M. Panitch,'Liberty, equality, posterity?: Some archival lessons from the case of the French revolution' American Archivist 59 (1996) 30-47, aldaar 38. 202 11 Armand-Guy Kersaint sprak hiervan in een 'Discours sur les monuments public' op 15 december 1791. Op cit Frans Grijzenhout, Erfgoed. De geschiedenis van een begrip (Amsterdam 2000) 7. 12 N.C.F. van Sas, De metamorfose van Nederland. Van oude orde naar moderniteit, 1750-1900 (Amsterdam 2005) 360-370. 13 Wessel Krul, 'Tegen het erfgoed: over vooruitgang en vandalisme' in Grijzenhout (ed), Erfgoed, 267. 14 F.J. Duparc, Een eeuw strijd voor Nederlands Cultureel Erfgoed ('s-Gravenhage 1975); Roel Pots, Cultuur, koningen en democraten. Overheid Cultuur in Nederland (Nijmegen 2000). 15 Al in 1894 werd die vergelijking gemaakt door het archief aan te duiden als 'het geheugen van den juridischen persoon' en enkele jaren later werden de archieven als het 'geheugen' van stedelijke besturen aangeduid. Toespraak door S. Muller ter opening van de derde jaarvergadering van de Vereniging van Archivarissen in Nederland, Nederlandsch Archievenblad (1894/95) nr 2, p. 57; Kolonel F. De Bas, Nederlandsch Archievenblad (1896/97) nr 3, p 52. 16 http://www.geheugenvannederland.nl (geraadpleegd 2 mei 2018) 17 https://www.nationaalarchief.nl/over-het-na (geraadpleegd 2 mei 2018) 18 https://www.bhic.nl/het-geheugen-van-brabant (geraadpleegd 2 mei 2018) 203

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Jaarboeken Stichting Archiefpublicaties | 2018 | | pagina 102