2. Archiveren bezien vanuit bestuurskundige perspectieven 2.1. De rechtmatige overheid: Public Administration De klassieke Public Administration-benadering is het eerste bestuurskundige para digma dat we hier bespreken.1 Het vormt de basis van goed bestuur en is in dat opzicht de pijler van alle instituties in ons openbaar bestuur. Invulling geven aan overheidssturing is volgens deze benadering primair een zaak van het toebedelen van taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden. De politiek heeft het primaat bij de vaststelling van publieke belangen. Goed bestuur gaat dan in essentie om op basis van zuivere, democratisch verankerde procedures tot gelegitimeerde besluiten te komen. De organisatie van de overheid wordt daarbij gekarakteriseerd door hiërar chische sturing, waarbij politieke ambities via beleid worden vertaald in regels, procedures en de inzet van middelen, die vervolgens zorgen voor maatschappelijk effect. De ambtelijke dienst wordt in dat perspectief opgevat als een neutraal element dat zo goed mogelijk invulling geeft aan de politieke doelen. Interne procedures, regels en protocollen dragen er zorg voor dat de neutraliteit van de bureaucratie verankerd is. Recht en regelgeving garanderen de bescherming van de burger tegen de overheid. Transparantie van overheidshandelen is bedoeld voor democratische controle en het waarborgen van de rechtszekerheid. Politieke verantwoording heeft vooral betrekking op de vraag of regels en procedures voldoende zijn nageleefd bij het nastreven van de vastgelegde doelen en of middelen rechtmatig besteed zijn. Beginselen als rechtsgelijkheid, rechtszekerheid en rechtvaardigheid vormen de kern van het overheidsoptreden. Over de wijze waarop wettelijke taken en bevoegdheden van de overheid zijn ingevuld dient verantwoording te worden afgelegd. Archiefbeheer is in dat licht cruciaal om de rechtmatigheid van het overheidshandelen te waarborgen. Archivering maakt controleerbaar, inzichtelijk en reproduceerbaar wat de overheid heeft gedaan, zodat rechtmatigheid altijd achteraf gecontroleerd kan worden. Daarmee is de archivering zelf een bouwsteen voor goed, legitiem en democratisch verankerd openbaar bestuur. Tegelijkertijd is een selectielijst zelf ook bedoeld om verantwoording af te leggen over wat er wordt bewaard. Documenten die aantonen dat wettelijke taken en bevoegd heden naar behoren zijn ingevuld, zijn van belang. Deze documenten komen in aanmerking voor bewaring. Belangrijke documenten vanuit dit perspectief zijn onder meer verslagen, presentie- en besluitenlijsten van vergaderingen, vaststellin gen en wijzigingen van beleid en regelgeving in bijvoorbeeld beleidsnotities en - adviezen, verordeningen en uitvoeringsbesluiten, en samenwerkingsregelingen zoals convenanten en bestuursakkoorden. Dergelijke archiefbescheiden dienen als bewijs kracht dat de overheid op rechtmatige wijze de taken en bevoegdheden heeft ingevuld die in formele zin verplicht zijn gesteld. 2.2. De presterende overheid: New Public Management Het tweede bestuurskundige paradigma is de Public Management-benadering. Vanuit dit perspectief bezien gaat het bij overheidssturing om het efficiënt en effectief uit voeren van publieke taken.2 Het gaat niet primair om het adequaat volgen van regels, maar om het op een efficiënte en klantvriendelijke manier leveren van output. daphne bressers, nancy chin-a-fat en mark van twist betekenisvol bewaren bij een veranderende rol van de overheid Daarmee worden prestaties en de daarop ingerichte operationele werkprocessen de basis van de organisatie. Uiteraard gaat het ook nog steeds om legitieme vertegen woordiging en zorgvuldige afwegingen, maar de nadruk komt op het bereiken en meten van output te liggen. De nadruk in dit perspectief ligt op prestatiedoelen, deregulering, efficiencyverho ging, samenwerking met private partijen en het geven van ruimte aan de markt. De organisatie van de overheid kenmerkt zich door een oriëntatie op resultaten en zakelijke afspraken over prestaties. Invulling geven aan sturing gaat dan primair om het maken van goede afspraken over inzet (input) en het in ruil daarvoor te verwach ten resultaat (output). Publieke belangen zijn er niet zodra ze politiek zijn bekrach tigd, maar krijgen betekenis in hun doorvertaling in afrekenbare prestatieafspraken en het behalen daarvan. Via beleid worden politieke ambities vertaald in manage mentafspraken over te realiseren prestaties. Het is bovendien niet langer vanzelfspre kend dat publieke vraagstukken primair door de overheid worden aangepakt: het beeld van de presterende overheid kwam op in tijden van de grootschalige verzelf standigingen en privatiseringen. Politieke verantwoording is vooral nodig voor de vraag of ambities zijn gerealiseerd en prestaties zijn behaald, en transparantie is bedoeld om verantwoording af te leggen over prestaties. De burger wordt beschouwd als klant van de overheid die recht heeft op goede dienstverlening. Vanuit dit perspectief bezien is archiefbeheer noodzakelijk om verantwoording af te leggen over de geleverde prestaties, dat wil zeggen: de wijze waarop overheidsdiensten en producten verleend zijn. Dat betekent dat de belangrijkste kanalen waarlangs die prestaties tot stand komen - de werkprocessen - de kern van de inrichting van de archiefstructuur vormen. Door inzicht te verkrijgen in de processtructuren van de overheid kan een oordeel worden gevormd over het overheidshandelen en worden bezien of de beoogde resultaten op een verantwoorde wijze behaald zijn. Per proces kan schematisch worden weergegeven wat de betreffende input, throughput en output is om zo te bezien of de geleverde input op een zo efficiënt en effectief mogelijke wijze heeft geleid tot de uiteindelijke output. Documenten die vanuit dit perspectief centraal zouden moeten staan in een selectielijst zijn dan bijvoorbeeld gegevens over input en output, resultaten en (financiële) overzichten. 2.3. De vervlochten overheid: Network Governance In het derde bestuurskundig paradigma van Network Governance is er meer aan dacht voor samenwerking en flexibiliteit.3 De vervlochten overheid wordt voor het bereiken van doelen gedwongen om 'naar buiten' te gaan en aansluiting te zoeken bij de wensen en initiatieven die in de maatschappij leven. Enerzijds omdat die inter actie bijdraagt aan de legitimiteit van besluiten en effectiever is, maar anderzijds ook vanuit de ervaring dat een belangrijk deel van de doelen van de overheid niet zonder vergaande interactie met maatschappelijke partijen bereikt kan worden. De overheid geeft vanuit dit perspectief bezien samen met anderen, in netwerken, invulling aan publieke belangen. De organisatie van de overheid kenmerkt zich zo bezien door verbondenheid en verwevenheid met het bredere netwerk. nieuwe trends en ontwikkelingen 1 H. Kaufman, The forest ranger: a study in administrative behavior (Washington 1967); R.B. Reich, 'Public administration and public deliberation: an interpretive essay', Yale Law Journal 94 (198 5) 1617-1641; M. van de Steen, J. Scherpenisse en M. van Twist, Sedimentatie in sturing. Systeem brengen in netwerkend werken door meervoudig organiseren (Den Haag 2015). 2 C. Hood, 'A public management for all seasons?', Public Administration 69 (1991) 3-19; R.A.W. Rhodes, 'The new governance: governing without government', Political Studies 44 (1996) 652-667; C. Pollitt 178 G. Bouckaert, Public management reform: a comparative analysis-new public management, governance, and the Neo-Weberian state (Oxford 2011). 3 E. Sorensen, 'Democratic theory and network governance', Administrative Theory and Praxis 24 (2002) 693 720; E.H. van Bueren, E.H. Klein en J.F.M. Koppenjan, 'Dealing with wicked problems in networks: analyzing an environmental debate from a network perspective', Journal of Public Administration Research and Theory 13 (2003) 193-212; T. Christensen en P. L^greid, 'The whole-of-government approach to public sector reform', Public Administration Review 67 (2007) 1059-1066; Denktank VNG, Van eerste overheid naar eerst de burger. Over maatschappelijke initiatieven die de lokale overheid uitdagen (Jaarbericht 2013). 179

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Jaarboeken Stichting Archiefpublicaties | 2018 | | pagina 91