annemieke kolle en Florence limburg van trendanalyse naar hotspot-monitor identificeren en te beschrijven zijn. Dichter naar het heden ontbreken de overzichten en bronnen en moet de archivaris op de stoel van een instelling als het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) of van trendwatchers gaan zitten. Onmogelijk is het niet om een trendanalyse te maken voor het recente verleden of zelfs de nabije toe komst, maar het is wel de vraag of het zinvol is om deze exercitie aan te gaan met het oog op de selectie van archieven. Ten tweede kwam uit gesprekken met experts en uit de pilots naar voren dat vooral de hotspots goed te verbinden zijn aan archief bescheiden. De maatschappelijke trends zijn over het algemeen een stuk abstracter en algemener en bieden minder concrete aanknopingspunten voor de selectie van archiefbescheiden dan de hotspots. Dat is op zich niet zo vreemd. Het was oorspron kelijk ook niet de bedoeling om aan de hand van trends op het niveau van archiefbe scheiden te selecteren, maar om daarmee de actoren te identificeren die het bewaren waard zijn. De gedachte was dat op deze manier ook tussen overheidsactoren een schifting gemaakt kon worden. Dat pad is vooralsnog voor overheidsarchieven verlaten. Naast de obstakels bij de doorvertaling van trends in concrete selectiebeslis singen speelde ook de overweging dat de risico's groot zijn, wanneer op een dergelijk hoog aggregatieniveau selectiebeslissingen worden gemaakt, hierbij een rol. De trends hebben om die reden bij de selectie van overheidsarchief weinig meerwaarde. Voor het identificeren van particuliere actoren zijn zowel de trendbeschrijvingen als de hotspots van waarde. Er is daarom besloten om de overkoepelende trendanalyse niet op dezelfde voet uit te breiden voor de periode na 2005. Hoe mooi het resultaat als eigentijdse kroniek op zich ook is. Bij de verdere uitwerking van het instrument trendanalyse is ervoor gekozen om de hotspot eruit te lichten en met dit element verder te gaan. Hotspots zijn vaak kenmerkend voor een tijdperk en markeren soms een omslagpunt. Daarom is het goed denkbaar dat de losse hotspots uiteindelijk een trend markeren. Maar dat is voer voor historici. 3.1. De werking van de hotspot-monitor15 De hotspot-monitor zoals die nu is ontwikkeld wordt georganiseerd op het niveau van de zorgdrager. Voor dit niveau is gekozen vanwege de uitvoerbaarheid. Ieder departement of overheidsorganisatie voert in principe een eigen hotspot-monitor uit. Het instrument vervangt de selectielijst niet, maar vult deze aan. Kort samen gevat bestaat de aanpak eruit dat met een groep experts regelmatig (bijvoorbeeld jaarlijks) een selectie van hotspots gemaakt wordt. Aan de hand van de lijst van hotspots wordt bepaald welke archiefbescheiden - en dat kunnen allerlei soorten materiaal zijn - bovenop het in de selectielijst bepaalde blijvend bewaard moeten worden. De informatieprofessionals van de organisatie zijn vervolgens aan zet om ervoor te zorgen dat de lijst van hotspots toegepast wordt bij de selectie van digitale archieven en te adviseren welke archiefbescheiden in het licht van de hotspot monitor extra bewaard worden. Daarop volgt een besluit. In het geval van de depar tementen zal dat in het Strategisch Informatie Overleg (SIO) gebeuren en worden ook de algemene rijksarchivaris en een externe deskundige betrokken. Tenslotte wordt openbaar gemaakt welke hotspots zijn geïdentificeerd. Hoofdlijnen (periodieke) proces hotspot-monitor Signaleren hotspots Publiceren Adviseren selectie periodiek herhalen Besluiten Figuuur 2. Het expertpanel vervult een sleutelrol bij de signalering en de keuze van hotspots. Deze experts bepalen aan de hand van criteria, die hieronder aan bod komen, welke zaken wel en welke niet als hotspot kunnen worden beschouwd. Het is aan de organi satie zelf om te bepalen hoe het expertpanel wordt samengesteld en om te bepalen of daar ook personen van buiten de organisatie bij betrokken worden of niet. Het expertpanel treedt op als eigentijdse ooggetuigen en signaleert. Bij voorkeur doet ze dat jaarlijks, zodat de bij de hotspots behorende digitale archieven zeker gesteld kunnen worden en de gebeurtenissen nog vers in het geheugen liggen. Het expertpanel heeft uiteraard een kader nodig om binnen het maatschappelijke terrein dat ze bestrijken te kunnen oordelen of er sprake is van een hotspot of niet. In de uitwerking van de aanpak voor departementen is om die reden onderstaande lijst met criteria gemaakt. Een hotspot zal vaak aan meerdere criteria voldoen, maar dat hoeft niet. Criteria hotspots: 1. Er is sprake van een (schokkende) gebeurtenis of reeks van gebeurtenissen die voor veel maatschappelijke beroering zorgt en waarvoor uitzonderlijk veel aandacht bestaat in de media. 2. Er is sprake van een gebeurtenis of kwestie die belangrijke principiële tegen stellingen tussen burgers aan het licht brengt, het debat over de kwestie maakt veel emoties los. 3. Er is sprake van een gebeurtenis of kwestie die aanleiding is voor een intensief publiek debat over het functioneren van de Nederlandse overheid. 4. Er is sprake van een politieke kwestie waardoor de positie van de minister of het Kabinet ernstig is bedreigd. praktijk 15 Zie voor een uitgebreide beschrijving van de hotspot-monitor de publicatie: Belangen in balans. Handreiking voor waardering en selectie van archiefbescheiden in de digitale tijd (Den Haag 2015), http://www.nationaalar- chief.nl/sites/default/files/docs/20150327_na_handreikingws_belangen_in_balans_v1.0a.pdf. 140 141

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Jaarboeken Stichting Archiefpublicaties | 2018 | | pagina 72