annemieke kolle en Florence limburg van trendanalyse naar hotspot-monitor In 2010 werd begonnen met de uitvoering van een maatschappijbrede trendanalyse. Na een periode van verdere uitwerking van de methode en pilots ging het Project maatschappijbrede trendanalyse 1976-200 5 van start. Voor die periode was gekozen, omdat het project gefinancierd werd uit de gelden voor het bewerken van de archief- voorraad bij de centrale overheid uit die periode. Het onderzoek werd uitgevoerd door een onderzoeksteam van historici dat trends en hotspots identificeerde en beschreef. Daarbij werd niet over één nacht ijs gegaan. Alle losse beschrijvingen van trends en hotspots werden door experts gevalideerd. Een klankbordgroep van wetenschappers begeleidde het project en was nauw betrokken bij de opzet van de onderzoeksaanpak. Tussentijdse resultaten werden met de klankbordgroep besproken. Op basis van literatuur, rapporten en interviews werd 30 jaar Nederlandse geschiedenis in de volle breedte ontrafeld. Dat leverde uiteindelijke beschrijvingen op van 196 trends en 103 hotspots verdeeld over 12 maatschappelijke domeinen en 13 zogenaamde metatrends.12 Tijdens het onderzoek werd uitgegaan van de volgende definities: Trend: de ontwikkeling van een aantal samenhangende maatschappelijke verschijnselen Hotspot: een gebeurtenis of keten van gebeurtenissen die een opvallende of intensieve interactie tussen overheid en burger en al dan niet georganiseerde burgers onderling veroorzaken. Om een indruk te geven van de resultaten: de opkomst van de marktwerking in de zorg, de opkomst en neergang van de krakersbeweging en het euthanasiedebat zijn voorbeelden van trends. Voorbeelden van hotspots zijn: de kroningsrellen (1980), de oproer van verpleegkundigen (1988-1990), maar ook de ruimtereis van Wubbo Ockels (1985). In de praktijk van het onderzoek zijn de definities soms wat ruimer geïnterpreteerd om kenmerkende kwesties niet buiten beschouwing te hoeven laten.13 Ten tijde van Gewaardeerd verleden was het de bedoeling overheids- en particuliere archieven integraal, in samenhang met elkaar te waarderen. In het kader van het project trendanalyse werd van dit uitgangspunt op zich geen afscheid genomen, maar in de praktijk verschoof de focus naar de overheid. Het project kon van start gaan omdat er een concrete opdracht lag met betrekking tot de archieven van de centrale overheid. Bij de aanvang van het project trendanalyse werd de hoeveelheid te bewerken archief uit de periode 1976-2005 geschat op 800 strekkende kilometer. Al die kilometers op de traditionele manier het selectieproces laten doorlopen, dossier voor dossier, was geen optie. Met de trendanalyse zouden daarom op hoog niveau selectiebeslissingen gemaakt moeten worden volgens de getrapte aanpak. Alleen bepaalde bestanddelen van die 800 kilometer zouden nog in aanmerking komen voor nadere selectie. Archief van bepaalde overheidsactoren of grote gedeelten daarvan zouden slechts na een oppervlakkige controle vernietigd worden. Daarmee werd een risico genomen. Vandaar dat de validatie van trends en hotspots en wetenschappelijke feedback op de gehanteerde methode zo'n belangrijke rol speelden bij de uitvoering van het project. Het project heeft uiteindelijk lang stilgelegen, omdat bleek dat de voorraad archieven bij de overheid vele malen kleiner was dan in eerste instantie ingeschat: zo'n 200 kilometer papieren archieven. Daarmee viel de directe drijfveer weg om het bestaande selectiemechanisme en alle daarbij behorende procedures, processen en afspraken tussen organisaties grondig op de schop te nemen. Maken we de balans op dan speelt het resultaat van de trendanalyse bij de selectie van overheidsarchieven een veel kleinere rol dan beoogd. Selectiebeslissingen op hoog niveau worden er momenteel niet mee gemaakt. Bij de selectie van archieven tot 2005 wordt het gebruikt naast de abstracte selectielijst, om alert te zijn op onderdelen van het archief die niet voldoen aan de selectiecriteria, maar wel van bijzondere historische waarde zijn. Want de ambitie om bij de waardering van archieven goed te kijken naar wat maatschappelijke relevantie heeft, blijft bestaan. De rol die het instrument speelt bij de selectie en acquisitie van archieven is dus bescheiden. Dat heeft ook een andere oorzaak. Ondanks het rapport van de Raad voor Cultuur is het niet gelukt de positie van particuliere archieven noemenswaardig te versterken. Het beleid en budget van de afzonderlijke archiefinstellingen bepalen hoe de collectie Nederland er uitziet. Van actieve acquisitie van particuliere archieven is nauwelijks sprake. Een enkele uitzondering daargelaten, beschikken archiefinstellingen niet over de budgettaire ruimte om zelf particuliere archief vormers te benaderen en belangrijke (digitale) archieven veilig te stellen voor de toekomst. Het initiatief voor overdracht ligt in de regel nog steeds bij de particuliere archiefvormers zelf. Soms wil een particuliere archiefvormer zelfs betalen voor de selectie en bewerking van het archief. Overigens zijn er inmiddels wel verschillende initiatieven in de archiefsector om dit patroon te doorbreken en tot een sectorbreed samenhangend beleid te komen voor particuliere archieven en actiever archief vormers te benaderen en te adviseren over digitale duurzaamheid. Daarbij speelt het resultaat van het project trendanalyse, Een samenleving in beweging, ook een rol.14 3. Van achteromkijken naar een aanpak voor hedendaagse digitale archieven Het project trendanalyse werkt op een manier die in zekere zin lijkt op de aanpak PIVOT. Achteraf worden de zaken in kaart gebracht en wordt het beoordelingskader gecreëerd waarmee het archiefmateriaal geselecteerd wordt. Voor het project trend analyse was dat geen probleem, want dat was ook bedoeld voor selectie achteraf. Het is een aanpak die in een digitale omgeving niet zal werken. Bij vorming van digitale archieven, of zo snel mogelijk daarna, moet al bepaald worden hoe lang ze bewaard moeten worden. Bij de ontwikkeling van een nieuwe selectieaanpak voor digitale archieven was dit een belangrijk gegeven. Met de ervaring van het project trend analyse is de hotspot-monitor ontwikkeld. Achterliggend doel was daarbij nog steeds om bij de selectie van archieven rekening te houden met de eigentijdse dynamiek van de samenleving. Maar terwijl de trendanalyse onderdeel had moeten zijn van een waarderingsmethode op geheel nieuwe leest, valt de hotspot-monitor eerder te beschouwen als een aanvulling op de bestaande methode. Zoals de naam doet vermoeden ligt de focus van de hotspot-monitor niet langer op trends, maar op hotspots. Daarvoor zijn twee redenen. Ten eerste zijn trends bij uitstek eenheden die makkelijker te identificeren en te beschrijven zijn na afloop. Hoe langer geleden, hoe makkelijker. Zelfs bij de uitvoering van het project trendanalyse merkte het onderzoeksteam al dat 'oudere' trends makkelijker te praktijk 12 Een samenleving in beweging. Nederland tussen 1976 en 2005 in 200 trends en 100 hotspots (Den Haag 2016), http://www.nationaalarchief.nl/sites/default/files/docs/een_samenleving_in_beweging_trendanalyse.pdf. 13 Ibidem, hoofdstuk 'Verantwoording onderzoeksaanpak', 1216 e.v. 138 14 Bijvoorbeeld het project 'Particuliere archieven op de kaart'. Zie daarvoor: https://archief2020.nl/projecten/ particuliere-archieven-op-de-kaart (geraadpleegd op 19-3-2017). 139

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Jaarboeken Stichting Archiefpublicaties | 2018 | | pagina 71