In het kader van het Archief Atelier startte het SAA een project, met als doel het ver krijgen van een voorlopige actorenlijst aan de hand waarvan geëxperimenteerd kon worden met het benaderen van actoren die niet binnen de traditionele doelgroep van het SAA vallen, en veelal jonge organisaties zijn. Deze actoren komen dus niet in de plaats van de archiefvormers die het SAA via de passieve acquisitie weet te bereiken, maar zij komen erbij. Op basis van reacties en gesprekken met actoren zou achter haald kunnen worden wat de eventuele behoefte van deze actoren op het gebied van informatiebeheer is en waar het SAA hen zou moeten en kunnen faciliteren. Yente Christiaanse, destijds vierdejaars studente aan de Reinwardt Academie en stagiaire bij het Atelier, heeft tijdens het project een voorlopige actorenlijst opgesteld, en literatuuronderzoek naar digitaal archiveren en faciliteren van particuliere archief vormers bij het beheer van hun digitaal archief verricht.12 Zij heeft een vragenlijst opgesteld waarin aan alle medewerkers van het SAA en aan de deelnemers van het Atelier (studenten, professionals en archiefwetenschappers) werd gevraagd, welke actoren hen na lezing van de trendanalyse te binnen schoten. Hiermee werd de associatieve werkwijze van Bureau Onderzoek, Informatie en Statistiek voortgezet en bovendien een zo breed mogelijk publiek de 'samenleving') als waarnemers ingezet om actoren uit de zes trends te laten waarderen. Het SAA heeft vervolgens zes criteria opgesteld waaraan de actor en het betreffende archief moeten voldoen: 1. De actor moet een link hebben met Amsterdam (werkgebied/plaats van vestiging), dit kan ook zijn: een actor die in Amsterdam begonnen is en nu landelijk is. 2. De trendanalyse is ons uitgangspunt: actoren worden geselecteerd aan de hand van de trends zoals opgesteld door Bureau Onderzoek, Informatie Statistiek. 3. De actor (of in geval van een individu, diens te bewaren activiteiten) moet van recente datum zijn (op zijn vroegst vanaf het jaar 2000) en binnen de trend passen. 4. Het archief moet interessant zijn of kunnen worden. 5. Het archief moet nodig zijn om de desbetreffende trend te documenteren of kan een tegenbeweging representeren. 6. De actor moet binnen de grenzen van dit project kunnen worden benaderd (bijvoorbeeld via derden). De enquête leverde een longlist van 125 actoren op, van wie er op basis van de criteria 10 werden geselecteerd die tijdens de duur van het project konden worden benaderd. De actoren waren verdeeld over de zes trends en ook verdeeld over het soort organisatie (een persoon, vier stichtingen/verenigingen, drie bedrijven, een school en een cultureel centrum). Tijdens het project benaderden twee archiefvor mers die volledig voldeden aan de criteria van een bepaalde trend het SAA om hun archief over te brengen (passieve acquisitie dus). Het betrof het archief van een tijdelijke club met restaurant, nachtclub en tentoonstellingsruimtes (Club Trouw) en van een groep studenten die betrokken was geweest bij de bezetting van het Maagdenhuis in 2015 en archiefmateriaal veilig wilde stellen en beschikbaar maken via het internet. Omdat beide actoren goed binnen de Trendanalyse vielen, is besloten deze twee in het onderzoek mee te nemen. 4. Benaderen van actoren: adviseren en faciliteren Omdat de groep actoren klein was en ze sterk verschillend van aard waren, is ervoor gekozen om ze persoonlijk te benaderen. Ze zijn in eerste instantie gebeld door mede werkers van het SAA. Vervolgens is per actor bekeken wat de vervolgstap zou kunnen zijn: een persoonlijk gesprek, een e-mail met aanvullende informatie, of een bezoek aan huis. De reacties van de actoren waren uiteenlopend. De meeste actoren reageer den in beginsel positief. Twee actoren vielen direct af (een stichting bleek niet speci fiek Amsterdams en zou bovendien in de huidige vorm ophouden te bestaan, een vereniging bleek onbereikbaar, deze is vervangen door een gelijksoortige vereniging van de actorenlijst). Andere actoren bleken na een oriënterend gesprek niet geïnte resseerd. Een grote supermarktketen, nog volop bezig om een nieuw concept neer te zetten (kwalitatief hoogstaande producten afkomstig uit de regio en biologisch en duurzaam geproduceerd), heeft uit concurrentieoverwegingen er geen belang bij dat er inzage wordt gegeven in hun archief en heeft noch tijd noch interesse voor inzet op duurzame toegankelijkheid van het archief. De beoogde school kampte met personeelswisselingen en was onderdeel van een overkoepelend bestuur van diverse scholen dat wel wilde meewerken, maar buiten de reikwijdte van de Trendanalyse viel. Een andere organisatie gaf aan inderdaad enorm met het informatiebeheer te worstelen en zat eigenlijk te wachten op een goede inrichting van hun informatie processen. Uiteindelijk bleven er zeven actoren over waarmee het project is voort gezet. In het vervolg van het project is ervaring opgedaan met het benaderen en adviseren van actoren. Zo heeft één actor na het gesprek met de medewerker Verwerving direct zijn papieren archief aangeboden en aangegeven met zijn digitale archief aan de slag te willen gaan. Zeer recentelijk is deze actor opnieuw benaderd, maar wegens het wegvallen van subsidie waren niet langer middelen beschikbaar om de komende tijd serieus werk van het digitale archief te kunnen maken. We gaan bezien in hoeverre we deze actor met advies terzijde kunnen staan. In het geval van de studenten van het Maagdenhuis is een workshop georganiseerd die ook voor het SAA zeer leerzaam was: wat zijn de vragen en verwachtingen van de actor,13 waar hebben wij kennis en expertise in huis en waar (nog) niet,14 wat kunnen wij nu al faciliteren en wat zouden wij nog aan tools kunnen of moeten ontwikkelen? Inmiddels hebben de studenten hun archief overgedragen aan het SAA en zijn zij onder leiding van een inventarisator bezig met het metadateren van hun bestanden. Het SAA biedt kennis, expertise en continuïteit aan (in de vorm van een gewaarborgd e-depot). Daarnaast hebben de studenten een deel van hun archiefmateriaal beschikbaar gesteld via een website, waar derden op hun beurt eigen materiaal kunnen uploaden en het materi aal kunnen hergebruiken.15 Het archief van de studenten van het Maagdenhuis had bij overdracht een omvang van 1.1 terabyte. Het archief wordt momenteel door de studenten zelf geselecteerd en tegelijkertijd aangevuld met materiaal van andere betrokkenen bij de bezetting. Het archief van Club Trouw is eveneens al aan het SAA overgedragen en heeft een omvang van 241 gigabyte. Bijna 40% van de bestanden in dit archief blijkt echter dubbel te zijn. praktijk 126 mirjam schaap en emmy ferbeek de stad op waarde. actieve en participatieve verwerving van particulier digitaal archief door het stadsarchief Amsterdam 12 Y. Christiaanse: schets 'Do een digitale toolkit', in: Schetsboek Documenteren van de Samenleving, 58. 13 De vragen hadden vooral betrekking op het overzichtelijk ordenen van het materiaal en de selectie van te bewaren materiaal, het archief bestaat voor een groot deel uit foto- en filmmateriaal waarvan veel 'meer van hetzelfde' is. 14 Een voorbeeld van (nog) ontbrekende expertise is het archiveren van sociale media. 15 http://maagdenhuis2015.org (geraadpleegd op 29 oktober 2016). 127

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Jaarboeken Stichting Archiefpublicaties | 2018 | | pagina 65