richtlijnen geplaatst voor duurzame toegankelijkheid.2 Maar het publiceren van eisen en richtlijnen alleen is niet voldoende. Het is belangrijk actief in gesprek te komen en te blijven met de gemeentelijke archiefvormers om samen de uitdagingen ten aanzien van duurzame toegankelijkheid het hoofd te bieden. Archiefvormers en archiefbeheerders moeten met elkaar bepalen hoe duurzame toegankelijkheid gerealiseerd kan worden. Het bovenstaande geldt ook voor particuliere archieven. De standaarden en richt lijnen die voor de overheid worden ontwikkeld kunnen echter niet zonder meer over genomen worden bij het ondersteunen van digitale archivering door particuliere archiefvormers. Zo zijn particuliere archiefvormers meestal geen professionele informatiebeheerders. De richtlijnen moeten daarom ook voor een leek begrijpelijk zijn. Bovendien vallen particuliere archieven niet onder de Archiefwet en kunnen archiefvormers dus niet verplicht worden zich hieraan te houden. Dit betekent dat de richtlijnen zo weinig mogelijk extra werk moeten opleveren en, indien dit nog niet het geval is, archiefvormers zelf de noodzaak moeten inzien van duurzame toeganke lijkheid. Voor henzelf, zo lang ze nog met de informatie die ze vastleggen werken, maar ook voor de toekomst, omdat het archief dat ze aan het vormen zijn, interes sant is om voor de eeuwigheid te worden bewaard en mogelijk opgenomen te worden in een openbare archiefbewaarplaats. Omdat digitale informatie al bij creatie zodanig moet worden bewaard dat duurzame toegankelijkheid mogelijk is, moet de waardering en selectie van archiefvormers, waarvan het archief in aanmerking komt voor opname in de collectie, veel eerder plaatsvinden. Wachten tot na verloop van tijd blijkt dat een archief interessant is of tot de archiefvormer het archief komt aanbieden is niet meer mogelijk. Uit ervaring weet het SAA inmiddels wat het betekent om digitaal archief achteraf in goede, geordende en toegankelijke staat te brengen. Dat is ofwel technisch niet meer mogelijk ofwel kost het een onevenredige hoeveelheid tijd. Al in 2001 heeft het Stadsarchief Amsterdam een deels digitaal archief in de collectie opgenomen en bewerkt.3 Daaruit werd de volgende conclusie getrokken: bewerking achteraf van digitale archiefbescheiden is moeilijk, en reconstructie achteraf wordt moeilijker naarmate er meer tijd verstrijkt tussen de creatie van digitale bescheiden en de archivering ervan.4 Om archiefvormers al bij de creatie van hun digitale bestanden bij te kunnen staan en hen richtlijnen te geven voor de wijze waarop ze duurzame toegankelijkheid kunnen bereiken, moeten archiefvormers, waarvan het archief in de toekomst in aanmerking komt voor opname, in een zeer vroeg stadium benaderd worden. Het betekent dat de archiefdienst in contact moet treden met toekomstige bewaargevers en schenkers, waardoor een heel andere verhouding met de archiefvormer ontstaat. De archiefdienst zal de vragende partij worden, en meer gaan samenwerken met archiefvormers, in plaats van een duidelijke scheidslijn tussen het werk van de archiefvormer en het werk van de archiefbeheerder te trekken. Er moet een langurige relatie worden aangegaan waarbinnen zowel archiefdienst als archiefvormer een actieve rol hebben. Dat betreft zowel medezeggenschap als inbreng bij de activiteiten die nodig zijn om het archief te ontsluiten, te beheren en te presenteren. De digitalisering van de maatschappij en het toenemende aanbod van archiefmate riaal hebben geleid tot de formulering van twee speerpunten op het gebied van de verwerving van digitale archieven. Ten eerste is dat actieve acquisitie om de archief vormer zo vroeg mogelijk te ondersteunen bij het duurzaam archiveren van zijn archief. Het tweede speerpunt is relatiebeheer, waarbij de mogelijkheden van partici patie en partnerschap nader worden onderzocht. 2. Waardering van archiefvormers met behulp van de Amsterdamse Trendanalyse Om te bepalen met welke archiefvormers de archiefdienst een relatie aan wil gaan, dienen de verrichtingen van een bedrijf, persoon of vereniging gewaardeerd te worden, terwijl die grotendeels nog moeten plaatsvinden. Het SAA heeft gekozen om hiervoor, in navolging van het rapport Gewaardeerd Verleden,5 een trendanalyse in te zetten. Maar daar waar in dat rapport sprake is van een retrospectieve trendanalyse heeft het SAA ervoor gekozen een prospectieve analyse te laten opstellen. Dit is een trendanalyse die op basis van het heden een voorspelling doet over belangrijke ont wikkelingen waarvan verwacht wordt dat zal blijken dat zij een belangrijke bijdrage leveren aan, of een belangrijke uiting zijn van, een verandering in de maatschappij. Het Bureau Onderzoek, Informatie en Statistiek van de gemeente Amsterdam heeft in 2014 in opdracht van het SAA deze trendanalyse opgesteld.6 Het Nationaal Archief (NA) heeft overigens juist in 2015 besloten af te zien van een trendanalyse bij de waardering en selectie van de door de rijksoverheid gevormde archieven. In de handreiking7 van het NA voor waardering en selectie van archief- praktijk 2 https://www.amsterdam.nl/stadsarchief/organisatie/kopie-praktische/duurzaamheid/ (geraadpleegd op 6 mei 2016) 3 https://archief.amsterdam/inventarissen/overzicht/5439.nl.html (geraadpleegd op 6 mei 2016). 4 M. van Dijk, 'De eerste keer doet altijd pijn: ervaringen met een overgebracht digitaal archief', Archievenblad 6 (2002) 14-17. 5 K.J.P.F.M. Jeurgens et al. (ed.), Gewaardeerd verleden. Bouwstenen voor een nieuwe waarderingsmethodiek voor archieven (Den Haag 2007), http://www.nationaalarchief.nl/sites/default/files/docs/gewaardeerd_ verleden_1_0.pdf (geraadpleegd op 6 mei 2016). 122 mirjam schaap en emmy ferbeek de stad op waarde. actieve en participatieve verwerving van particulier digitaal archief door het stadsarchief Amsterdam Voorbeelden van digitale dragers waarop digital born archief in de laatste jaren aan het SAA is aangeleverd: floppy-discs, diskettes, cd-roms, dvd's, usb-sticks, harde schijf. Het wachten is op de eerste smartphone. (Foto Avaragado) Een trendanalyse zou bovendien vergezeld moeten gaan van hotspots, vanwege de prospectieve aard van de Amsterdamse trendanalyse zijn deze vanzelfsprekend niet opgenomen. 6 L. Michon en J. Slot, Amsterdamse trends (Amsterdam 2014), http://www.ois.amsterdam.nl/pdf/2014_ amsterdamse%20trends.pdf (geraadpleegd op 8 maart 2016). 7 C. Jeurgens en A. Kolle, Belangen in Balans. Handreiking voor waardering en selectie van archiefbescheiden in de digitale tijd (Den Haag 2015), http://www.nationaalarchief.nl/sites/default/files/docs/20150327_na_ handreikingws_belangen_in_balans_v1.0a.pdf (geraadpleegd op 6 mei 2016). 123

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Jaarboeken Stichting Archiefpublicaties | 2018 | | pagina 63