De stad op waarde. Actieve en participatieve verwerving van particulier digitaal archief door het Stadsarchief Amsterdam mirjam schaap en emmy ferbeek De digitalisering van de samenleving stelt archiefdiensten voor nieuwe uitdagingen en mogelijkheden. Een voorbeeld hiervan is de vraag hoe archiefdiensten ook in de toekomst aan kunnen sluiten bij het aanbod van archiefmateriaal en bij de vraag van bezoekers naar informatie. De ontwikkelingen, zowel technisch als maatschappelijk, gaan razendsnel en de discussies over de toekomstbestendigheid van het vak van archivaris gaan vooralsnog alle kanten op. Archiefinstellingen moeten echter nu praktische en haalbare keuzes maken om het digitaal archief van vandaag niet voor de toekomst verloren te laten gaan. Particuliere archieven worden in toenemende mate digitaal gevormd. Archiefdiensten kunnen daardoor niet langer wachten tot archiefvormers zich te zijner tijd bij hen melden met de vraag of hun digitale archief opgenomen kan worden in de collectie. Want de kans is levensgroot dat dit archief dan niet meer lees baar is door een in onbruik geraakte drager of dat het onaanvaardbaar veel werk vergt om het alsnog in goede, geordende en toegankelijke staat te krijgen. Al bij creatie van het digitale archief is het daarom nodig rekening te houden met duurzame toeganke lijkheid. Natuurlijk zijn er particuliere archiefvormers die zich daar bewust van zijn, maar voor de meesten staat de beschikbaarheid van de bestanden in het dagelijks handelen voorop en is digitale duurzaamheid geen punt van aandacht. Om er voor te zorgen dat deze digitale archieven te zijner tijd toch opgenomen kunnen worden door de archiefdienst, is het nodig particuliere archiefvormers nu al actief te benade ren en te ondersteunen bij het beheren van hun informatie. Het Stadsarchief Amsterdam (SAA) heeft vanaf 2014 de eerste tools ontwikkeld om archiefvormers te selecteren, benaderen en te ondersteunen bij het archiveren. In dit artikel worden deze beschreven, worden conclusies getrokken uit de eerste resultaten en worden de mogelijkheden op een rijtje gezet om deze tools verder te ontwikkelen. Maar eerst schetsen we de context van deze activiteiten: het nieuwe acquisitiebeleid van het SAA. 1. Nieuw acquisitiebeleid Het SAA hecht van oudsher groot belang aan het verwerven van particuliere archieven. Voor de geschiedenis van de stad en haar inwoners vormen particuliere archieven onmisbare informatiebronnen naast de overheidsarchieven. Ongeveer de helft van de totale collectie van het SAA bestaat uit particuliere archieven en collec ties. Voor het verwerven van deze archieven heeft het SAA recent een nieuw acquisi tiebeleid opgesteld. Een belangrijke verandering ten opzichte van het vorige beleid vormt de inzet op actieve verwerving, dat wil zeggen het actief benaderen van archief vormers waarvan het SAA het archief op wil nemen in de collectie. Deze wijziging wordt ingegeven door twee ontwikkelingen, de digitalisering van de maatschappij en daarmee van de archieven die worden gevormd, en de populariteit van geschiedenis in het algemeen en als gevolg daarvan het grote aanbod van potentieel voor de collec tie van het SAA interessante archieven. Om met dat laatste te beginnen, het SAA verkeert in de gelukkige omstandigheid dat men het SAA goed weet te vinden als men iets in bezit heeft dat met Amsterdam of Amsterdammers te maken heeft en dat op een goede plek onder wil brengen. Dat heeft te maken met de zichtbaarheid van het SAA in het hart van de stad en in het nieuws, maar ook met de populariteit van geschiedenis in de hedendaagse maat schappij, getuige de vele boeken, fictie en non fictie, en televisie- en radioprogram ma's met een historisch onderwerp. Amsterdam is hierin zeker niet uniek. Maar de hoeveelheid mogelijk interessant materiaal over Amsterdam is naar verhouding groot. De keerzijde van de populariteit van het SAA is dat de medewerkers van de afdeling Verwerving hun handen meer dan vol hebben aan het verwerken van dit aanbod. Daardoor blijft er niet of nauwelijks ruimte voor het op eigen initiatief benaderen van archiefvormers. Waardering en selectie wordt dan ook toegepast op archieven en collecties die worden aangeboden, niet op wat de maatschappij voort brengt aan archieven en collecties. En hoewel het natuurlijk een illusie is om te denken dat met het verwerven van particuliere archieven en collecties een volledig beeld geschetst kan worden van de Amsterdamse geschiedenis, kleeft aan deze passieve houding wel het risico dat interessante archieven ontbreken in de collectie. In de tijd van het papieren archief kon deze omissie te zijner tijd meestal nog wel worden goedgemaakt. Maar vanwege de digitalisering van de maatschappij, ligt dat nu anders. Denk aan het voorbeeld van de floppydisks waar niemand meer de apparatuur voor in huis heeft om ze te lezen. Of de bestanden die opgemaakt zijn in programma's die niet meer bestaan of waarvan de nieuwste versie de oudere versies niet meer kan openen of lezen. Om een digitaal archief te zijner tijd in goede en geordende staat te kunnen opnemen moet daarom dat archief al op het moment van creatie zodanig bewaard worden dat duurzaam behoud en duurzame toegankelijk heid mogelijk is. Het SAA richt zich wat onderzoek naar en kaderstelling voor duurzame toegankelijk heid betreft in eerste instantie op de overheidsarchieven die het volgens de wet moet opnemen in de archiefbewaarplaats. Om de duurzame toegankelijkheid van de digi tale overheidsarchieven te garanderen heeft het Nationaal Archief een normenkader opgesteld, genaamd DUTO,1 waarin de eisen staan waaraan een archief moet voldoen om duurzaam toegankelijk te blijven. Het SAA heeft op de eigen website ook 120 mirjam schaap en emmy ferbeek de stad op waarde. actieve en participatieve verwerving van particulier digitaal archief door het stadsarchief Amsterdam 1 DUTO staat voor Duurzame Toegankelijkheid Overheidsinformatie, http://duto.wiki/xwiki/wiki/duto/ view/Duto/ (geraadpleegd op 6 mei 2016) [zie ook https://wiki.nationaalarchief.nl/pagina/DUTO:Wiki (geraadpleegd 4 april 2018) - ed.]. 121

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Jaarboeken Stichting Archiefpublicaties | 2018 | | pagina 62