maar ook in de regelmatige update ervan. Niettemin betekent de huidige stand van zaken een grote vooruitgang ten opzichte van de uitgangssituatie in 2006, toen slechts voor een handvol administraties selectierichtlijnen beschikbaar waren. 3. De opmaak van archiefselectielijsten In Nederland zijn zorgdragers krachtens de archiefwet verplicht om een selectielijst op te stellen. In België is dit niet het geval. Archiefvormers mogen wel een selectielijst opstellen, maar in de praktijk gebeurt dit slechts zelden. De opmaak van selectielijs ten gebeurt door het Rijksarchief, weliswaar in overleg en in samenwerking met de administraties. Een goede samenwerking is onontbeerlijk, want de betrokken ambtenaren kunnen de archivaris-inspecteur essentiële informatie bezorgen over de juridische waarde van hun documenten, over de ontstaanscontext ervan en over het verband met documenten bewaard door andere administraties. Het Rijksarchief investeert veel in communicatie naar de archiefvormers toe. Tijdens de voorberei dende fase wordt aan de personeelsleden van de administratie uitleg gegeven over het instrument archiefselectielijst. Wanneer ambtenaren het belang van de selectielijst als basisinstrument voor een goed document- en informatiebeheer inzien, resulteert dit immers doorgaans in een verhoogde (lees: meer enthousiaste) inzet voor het project. Vervolgens gaan de archivarissen-inspecteurs op gesprek bij de individuele diensthoofden en dossierbeheerders om zicht te krijgen op de taken en activiteiten van de administratie en om de archiefreeksen in kaart te brengen. De bewaartermij nen van de series worden vastgelegd door de administratie; de definitieve bestem ming door het Rijksarchief. Toezicht maakt voor de opmaak van de selectielijsten gebruik van een eenvoudig, gebruiksvriendelijk model waarbij de archiefreeksen, de administratieve bewaar termijn, de definitieve bestemming en eventuele opmerkingen (uitleg over de archiefreeks of over de toe te passen selectiecriteria) opgesomd worden volgens de organisatiestructuur van de instelling (het structureel model) of volgens de functies waaruit ze zijn voortgevloeid (het functioneel model). Het structureel model wordt gehanteerd voor instellingen waarvan het organogram relatief stabiel is, bijvoorbeeld voor de selectielijsten van de afzonderlijke directies van de centrale federale over heidsdiensten. Het functioneel model is daarentegen aangewezen voor bepaalde categorieën archiefvormers zoals hoven en rechtbanken en de federale buitendien sten (bijvoorbeeld de lokale politie) die dezelfde taken en opdrachten uitoefenen en dus in principe dezelfde archiefvorming hebben, maar waarvan de organisatie en de informatiehuishouding onderling kan verschillen. In het verleden heeft het Rijksarchief geëxperimenteerd met andere modellen. In het kader van het IAVA- project8 bijvoorbeeld werden archiefbeheersplannen opgemaakt waarbij de archief reeksen per beleidsdomein, taakgebied, taak en vervolgens per handeling gepresenteerd werden. De ervaring heeft ons geleerd dat de administraties deze instrumenten nogal omslachtig en moeilijk interpreteerbaar vinden, dit in tegenstel ling tot de huidige selectielijsten waarvan het beknopt en het overzichtelijk karakter gewaardeerd wordt. Na afloop van de interviews en van de bezoeken aan de archiefruimten wordt een eerste ontwerpversie voor nazicht overgemaakt aan de administratie: aan de diverse contactpersonen of aan de diensthoofden, afhankelijk van de gemaakte afspraken. Pas nadat de administratie de kans heeft gekregen om verduidelijkingen en verbete ringen aan te brengen, wordt de selectielijst ter goedkeuring voorgelegd aan de leidende ambtenaar van de administratie en gepubliceerd op de website van het Rijksarchief. Naast de eigenlijke selectielijst maakt de archivaris-inspecteur ook een studiedossier op waarin hij/zij de informatie verwerkt die tijdens de opmaakfase van de selectielijst werd verzameld. In dit dossier wordt een beknopte historiek van de archiefvormer geschetst, evenals een beschrijving van de archiefvorming - de ordening, het beheer, een overzicht van de voornaamste archiefreeksen - en vooral ook van de gehanteerde selectiemethodes en -criteria. Op die manier wil het Rijksarchief het selectieproces transparant maken. Selecteren betekent beslissingen durven nemen, keuzes maken, maar deze ook verantwoorden, zowel ten aanzien van de archiefvormer (de admini stratie) als ten aanzien van de latere archiefgebruikers. De opmaak van een selectielijst is meestal het werk van één archivaris-inspecteur. Voor grote projecten of voor projecten waarbij meerdere instellingen betrokken zijn verspreid over de verschillende regio's, wordt doorgaans een werkgroep opgericht. De selectielijst van de rechterlijke orde is bijvoorbeeld recent herzien door een werkgroep bestaande uit vier archivarissen uit Brussel, Vlaanderen en Wallonië. Zij bezochten elk binnen hun regio de contactpersonen van de diverse hoven en rechtbanken aangeduid door het College van Hoven en Rechtbanken en door het College van het Openbaar Ministerie. De resultaten van de individuele inspectiebezoeken werden vervolgens door de werkgroep besproken en verwerkt in een nieuwe (aangepaste) selectielijst. Het werkveld van de dienst Toezicht en Advies is bijzonder groot. België telt vele tientallen instellingen van openbaar nut, de zogenaamde parastatalen. Omdat het met de huidige personeelsbezetting onmogelijk is om voor elk van deze administra ties een selectielijst op maat te maken, heeft de dienst een 'generieke' selectielijst opgemaakt. Deze modelarchiefselectielijst somt veel voorkomende archiefreeksen op, geordend volgens functies (zoals personeelsbeheer en financieel beheer). Ze wordt op de website van het Rijksarchief ter beschikking gesteld, samen met een begeleidend 'Stappenplan voor de opmaak van een selectielijst', een document met tips voor de bepaling van bewaartermijnen, een model studiedossier en een docu ment waarin de krachtlijnen van de selectiepolitiek van het Rijksarchief bondig worden toegelicht.9 Het is de bedoeling dat administraties zelf aan de slag gaan met deze modelarchiefselectielijst en door toevoeging van hun specifieke archiefreeksen komen tot een ontwerpselectielijst die dan voor nazicht en validatie dient voorgelegd te worden aan het Rijksarchief. De formule kent tot nog toe een bescheiden succes (enkele selectielijsten zijn tot stand gekomen). praktijk 8 De afkorting IAVA staat voor Instellingenstudie en Archiefbeheer Vlaamse Administratie, een grootschalig project van het departement Vlaanderen van het Rijksarchief dat in de periode 2001-2005 onderzoek ver richtte naar de organisatie, de bevoegdheden en de archiefvorming van de Vlaamse overheid. 106 kathleen devolder en filip strubbe de selectie van federale overheidsarchieven in belgië 9 http://arch.arch.be/index.php?l=nl&m=ambtenaar&r=documenten-selecteren-en-vernietigen. 107

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Jaarboeken Stichting Archiefpublicaties | 2018 | | pagina 55