titia en bram van der werf papieren tijgers in de digitale jungle:
over het bewaren van overheidsinformatie
er niet meer is. Denk niet dat je de bestanden moet omzetten naar een format dat
vandaag wel gangbaar is. De strategie is: bewaar de oorspronkelijke bits en pas
wanneer ze nodig zijn, richt je je tot de IT-industrie en de computerwetenschappers
en vraag je: "Hier is een dood bestand. Help me om het weer tot leven te brengen" '.27
Een combinatie van digitaal forensisch onderzoek om de herkomst van de bestanden
vast te stellen en virtualisatie van de oorspronkelijke software-omgeving, waarin de
bestanden weergegeven kunnen worden, is de technologische oplossing die vandaag
de dag beschouwd wordt als haalbaar en schaalbaar. Dit is een oplossing die als
dienst op generiek infrastructureel niveau geleverd kan worden aan cultureel erf
goed-instanties, universiteiten en marktpartijen die hun data lang bewaren, zoals de
vliegtuig- of farmaceutische industrie. Deze oplossing biedt geen 100% garantie en
er zullen ongetwijfeld bestanden overblijven die zonder extra inspanning niet lees
baar zullen blijken.28 We moeten ons echter realiseren dat de huidige praktijk om
zoveel mogelijke eigenschappen van digitale bestanden als technische metadata te
documenteren niet schaalbaar is en geen garanties biedt. We moeten ons steeds
afvragen hoeveel en wanneer we het beste kunnen investeren in het verlenen van
toegang tot digitale archieven. Het zijn tenslotte de gebruikers van de toekomst die
toegang tot deze bestanden willen hebben. Het moment en de manier waarop dat zal
gebeuren en de schaal zijn onbekende variabelen. Misschien is het slimmer om pas
op het moment dat er werkelijk vraag naar is, te investeren in het bruikbaar maken
van verouderde bestanden. Bovendien weten we nu helemaal niet wat de gebruikers
van de toekomst met archiefstukken willen doen en hoe ze deze willen gebruiken.
In de afgelopen decennia hebben archieven en bibliotheken flink wat inspanning en
subsidiegeld gestopt in interfaces voor de beschikbaarstelling van gedigitaliseerde
collecties via hun websites. Het is opvallend hoeveel deze digitale interfaces lijken op
hun analoge tegenhangers: het boek, de verzamelmap, het vergrootglas, de galerie.
Je kunt in de gedigitaliseerde boeken bladeren, inzoomen op het handschrift van
gescande brieven, in fotomappen afbeeldingen uitzoeken en één-voor-één down
loaden, enzovoort.
Met de ontwikkeling van nieuwe methoden en technieken uit de Digital Humanities
en e-Science, gaan wetenschappers nu ook anders met digitale erfgoed-collecties om.
De namaak-analoge interfaces voldoen niet aan de behoefte om op grote schaal
collecties per computer door te spitten. We zien een trend dat onderzoeksgroepen
in gespecialiseerde onderzoeksplatformen en infrastructuren de door henzelf aange
legde gegevensverzamelingen geschikt maken voor grootschalige analyses en visuali
saties. De vraag van deze onderzoekers richting archieven en bibliotheken is levering
van bulk-informatie, zoals geanonimiseerde steekproeven uit de bevolkingsregisters,
de complete (e-mail-)correspondentie van staatslieden, de gedigitaliseerde landelijke
kranten uit een gegeven periode, enzovoort. In veel gevallen wensen de onderzoekers
niets anders dan de ruwe data - zelfs als de bits nog opgeslagen zijn op ouderwetse
floppy disks. Ze hebben vaak de middelen om met digitaal forensisch onderzoek de
gegevens weer boven water te halen en over te zetten naar hun eigen werkomgeving.
Ze zitten er niet op te wachten dat erfgoed-instanties heel veel investeren in het toe-
98
gankelijk maken van digitale collecties voor onderzoek. Ze verwachten wel de
gevraagde originele bits te krijgen en vervolgens is het aan hen, als wetenschappers,
hier wijs uit te worden.29
Zo ontpopt de wetenschapper van de toekomst zich tot redder van het digitale
erfgoed. We stellen ons voor hoe toekomstige onderzoeksteams als archeologen te
werk gaan; hoe ze bepaalde erfgoed-bits pas blootleggen als deze bedreigd worden,
net als met archeologische schatten gebeurt door aanleg van wegen of bedrijfster
reinen, of met scheepswrakken bedreigd door zeestromingen en verschuiving van
zandlagen. In de groeven van deze grootschalige opgravingsprojecten zien we hoe
andere gebruikersgroepen putten uit de nieuw aangeboorde informatiebronnen. Als
het aan archeologen ligt dan blijven erfgoed restanten zo lang mogelijk ongestoord
in de bodem liggen.30 Dat geldt ook voor digitaal erfgoed: wetenschappers op zoek
naar sporen en bewijsmateriaal uit het verleden werken het liefst met de oorspronke
lijke bits in hun originele context.
Conclusie
Gedurende de laatste decennia is de behoefte ontstaan aan een transparante over
heid die toegang verleent tot de bestuurlijke informatie. De informatisering van de
samenleving versterkt deze behoefte en schept hoge verwachtingen die we terug
vinden in de ambities van de digitale overheid. Vandaag de dag is openbaarheid en
inzage in overheidsarchieven niet meer voldoende, gebruikers verwachten online en
directe toegang tot alle informatie van de overheid. De beheerders en bewaarders
daarvan hebben moeite om op operationeel niveau deze hoge ambities waar te
maken. Dat heeft voor een groot deel te maken met het feit dat hun benadering en
werkwijzen uit het analoge tijdperk stammen, waarin de functies 'bewaren' en
'toegankelijk maken' beide tot hun takenpakket hoorden. De transitie naar een
digitale overheid heeft hier geen verandering in gebracht, met als gevolg: voortzetting
van de bestaande selectie- en vernietigingspraktijk, en, met de beste intenties,
intensivering van deze praktijk om het hoofd te bieden aan de stortvloed aan digitale
informatie. Het is een begrijpelijke respons om onder de druk van politiek en samen
leving terug te grijpen op beproefde methoden uit het verleden. Waar van overheden
aan de ene kant gevraagd wordt om direct en op grote schaal toegang te geven tot
hun informatie, zien zij aan de andere kant het verhoogde risico om afgerekend te
worden op onvindbare data, onleesbare bestandsformaten, veiligheid- en privacy-
schending, en andere schrikbeelden van het ter beschikking stellen van digitale
bestanden. Dit kan leiden tot het geheimhouden en zoveel mogelijk vernietigen van
informatie: het tegenovergestelde van waar een informatiemaatschappij om draait
en waar de samenleving uitdrukkelijk om vraagt.
Ontkoppeling van de functies selecteren, bewaren, toegankelijk maken en beschik
baar stellen van overheidsinformatie is de enige oplossing om afhankelijkheden op
te heffen die logisch zijn in een fysieke, analoge wereld, maar belemmerend werken
99
theorie
27 Excerpt uit presentaties van Natasa Milic-Frayling. Zie ook: https://www.youtube.com/watch?v=a2r7rJtDC3
c&list=PLLB61wwipFoY4NnhnOBIJLtFadZDQEco&index=3.
28 Zoals o.a. is gebleken tijdens een OPF-Hackathon, Tackling Real-World Collection Challenges with Digital
Forensics Tools and Methods (Chapel Hill, 03-06-2013), http://wiki.opf-labs.org/display/KB/Chapel+Hill+Da
tasets+Issues+and+Solutions.
29 'I think sometimes we who work in libraries and archives practice our role as guardians of material more
fiercely than we practice our role as a collaborator in research. My feeling is that our role is simply to
give the researchers what they need and get out of the way', zie: http://www.dlib.org/dlib/march16/
padilla/03padilla.html.
30 Volgens archeoloog Henk van der Velde, te gast bij het televisieprogramma De wereld draait door op
donderdag 30 maart 2017, zie: https://dewerelddraaitdoor.vara.nl/media/371650.