te kwantificeren. Sinds de jaren 1960 worden inventarisaties en schattingen uitge voerd van de wereldwijde informatieproductie en worden methoden en technieken ontwikkeld om informatie te meten. Maar hoe meet je informatie? In woorden, uren of bits? In zijn inleiding voor een thema nummer van het Internationa! Journal of Communication, concludeert Martin Hilbert dat de beschikbare bronnen onbe trouwbaar zijn en de methoden ontoereikend. Er is geen consensus over hoe metin gen op een systematische wijze te definiëren en te verrichten.3 Niettemin zijn er in de afgelopen decennia ontelbare trendanalyses verricht om de groei van de informatie productie in kaart te brengen, want het kwantificeren van informatie neemt aan belang toe. Dat geldt zowel voor de kenniseconomie, als voor het wetenschappelijk onderzoek naar informatie-overvloed en andere kenmerken van de informatiemaat schappij. Alle studies en trendrapporten voorspellen een zich voortzettende expo nentiële groei en steeds betere technologieën om deze groei aan te kunnen, zoals de miniaturisatie van opslagmedia en intelligentere zoektechnieken. Desondanks, komen deze studies vaak tot de slotsom dat we noodgedwongen grenzen zullen moeten stellen aan de groei en niet meer alles moeten willen opslaan en bewaren: 'In het licht van de nog steeds voortdurende exponentiële groei van onze informatie en data-productie, zullen we toch al moeten anticiperen op een toekomst waarin er noodgedwongen 'Grenzen aan de groei' zullen komen. Dat zal onder meer beteke nen dat we niet alles meer moeten willen opslaan en bewaren. Er zal geselecteerd moeten worden en we zullen gecontroleerd moeten weggooien'.4 Waar komen deze oproepen tot matiging en terughoudendheid vandaan? De trendanalyses bevatten geen enkele aanwijzing voor een zelfopgelegde terughoudendheid in ons informatie gedrag. De aanbevelingen lijken zuiver ingegeven door twijfel en verwondering over de gevreesde nadelige effecten van informatie-overvloed en een drang deze in te willen dammen. Hoe kan de mensheid de informatie-explosie in goede banen leiden en op een productieve wijze absorberen? Al sinds de Oudheid twijfelen denkers en filosofen hieraan en ze voorspellen dat het derhalve negatief moet uitpakken voor mens en samenleving. De mens heeft immers niet de hersencapaciteit om met grote hoeveelheden informatie om te gaan en weet zich geen raad met een teveel aan keuzes. Georg Simmel (1858-1918), grondlegger van de stadssociologie, waar schuwde voor de negatieve gevolgen van informatie-overvloed in een wereld die steeds meer verstedelijkt.5 Vannevar Bush (1890-1974) wees naar de groeiende berg aan wetenschappelijke informatie en stelde vast dat onderzoekers gewoonweg onvoldoende tijd hebben om alle gecodificeerde kennis in zich op te nemen.6 In zijn artikel in de American Scientist, 'Saving All the Bits', verzuchtte Peter J. Denning: 'The imperative to save all the bits forces us into an impossible situation: The rate and volume of information flow overwhelm our networks, storage devices and retrieval systems, as well as the human capacity for comprehension'.7 Dit was in 1990. Inmiddels zijn we bijna dertig jaar later en spreken we van Big Data om de explosie aan gegevens die we genereren te duiden. 86 Big Data verwijst naar een nieuwe, gesystematiseerde methode van gegevens verzamelen. Waar, tot voor kort, gegevens alleen verzameld werden op basis van een specifieke behoefte of onderzoeksvraag, worden nu gegevens continu en systema tisch verzameld, zonder een vooraf gedefinieerde onderzoeksvraag. Bij Big Data worden de gegevens achteraf bevraagd. Neem bijvoorbeeld monitoring en surveil lance. Waar voorheen verdachte personen gericht afgeluisterd werden, worden nu gewone burgers afgeluisterd en in hun doen en laten gevolgd. Dit gebeurt niet alleen door inlichtingen- en veiligheidsdiensten. Op nagenoeg ieder domein van het sociale en economische leven bestaan monitoringsinstanties. Van migratie tot financiële markten, en van onderwijs tot smart cities: er vindt continue monitoring, toezicht, evaluatie en surveillance plaats. Al deze gigabytes en gigabytes aan gegevens, CCTV- beeldmateriaal, opgenomen telefoongesprekken, sensordata, zoals de regensensoren van automatische ruitenwissers, zijn op zichzelf nutteloos als we niet weten wat we zoeken. Gegevens worden pas relevant en betekenisvol als ze bevraagd en in analyses betrok ken worden. Massa-surveillance is voornamelijk een kwestie van relevante data scheiden van irrelevante data. Daarmee verschuift de connotatie van surveillance van een toestand van informatiegebrek, waarin inlichtingenwerk actief op zoek gaat naar informatie, naar een toestand van informatieovervloed. Nog niet zo lang geleden hadden we er geld voor over om meer informatie te verkrijgen via kranten, televisie en tijdschriften; vandaag de dag willen we liever betalen voor een dienst die ons minder en alleen relevante informatie aanlevert. Deze verschuiving van schaar ste naar overvloed vindt overal plaats: bij de overheid, in het bedrijfsleven, de weten schap, de kunsten, cultuur en media, zelfs in de privé sfeer. Ook neurowetenschappers en cognitieve psychologen buigen zich sinds kort over het fenomeen informatie-overdaad. Er zijn in de afgelopen jaren verschillende weten schappelijke en populairwetenschappelijke werken verschenen over het menselijk brein en ons vermogen om informatie in ons op te nemen en te onthouden. Hiermee is het probleem van informatie-overvloed in de psychische gezondheids sfeer getrokken. We leren hieruit hoe informatie een psychologisch effect op ons welzijn kan hebben met vrij ernstige ziektes tot gevolg. The Guardian publiceerde begin 2015 een passage uit het boek van Daniel J. Levitin waarin de neurowetenschapper uitlegt hoe onze verslaving aan informatie ons steeds minder efficiënt maakt.8 Feiten, pseudo-feiten, onbegrijpelijk Twitter jargon, YouTube-videootjes, nieuws en geruchten, alles komt op ons af als ongefilterde informatie. We moeten ook steeds vaker beslissingen nemen en keuzes maken, bij het online regelen van zaken: een city-trip boeken, een energieleverancier kiezen, online aandelen kopen en verkopen, enzovoort. Daarbij moeten we nu zelf doen wat eerder gedaan werd door de reisagent, de nutsleverancier, de winkeljuffrouw, 87 theorie 2 Zie bijvoorbeeld: Een nieuwe waarderingsmethode en selectieaanpak: waar komen we vandaan en waar staan we nu? (Den Haag 2014), http://www.nationaalarchief.nl/sites/default/files/docs/20140627_notitie_ waarderingsmethode_selectieaanpakrevakdefa.pdf (geraadpleegd op 23 april 2017). 3 M. Hilbert, 'How to Measure "How Much Information"? Theoretical, Methodological, and Statistical Challenges for the Social Sciences. Introduction', International Journal of Communication 6 (2012) 1042-105 5, http://ijoc.org/index.php/ijoc/article/view/1318/746. 4 E. Sieverts, 'Meer informatie en beter zoeken: ook centraal in 2023', in: G.J. van Bussel (ed.), De informatie maatschappij van 2023 - Perspectieven op de nabije toekomst (Amsterdam 2013) 23, http://sieverts.pbworks. com/f/Zoeken2023.pdf. 5 G. Simmel, 'Die Grofêstadte und das Geistesleben', Soziologische Asthetik (Bodenheim 1998) 119-133. titia en bram van der werf papieren tijgers in de digitale jungle: over het bewaren van overheidsinformatie 6 'There is a growing mountain of research. But there is increased evidence that we are being bogged down today as specialization extends. The investigator is staggered by the findings and conclusions of thousands of other workers—conclusions which he cannot find time to grasp, much less to remember, as they appear. Yet specialization becomes increasingly necessary for progress, and the effort to bridge between disciplines is correspondingly superficial', V. Bush, 'As We May Think', The Atlantic Monthly (juli 1945), http://www.ps.uni-saarland.de/~duchier/vbush/vbush.shtml. 7 P.J. Denning, 'Saving all the bits', American Scientist 78 (September-Oktober 1990) 402-405, http://denninginstitute.com/pjd/PUBS/AmSci-1990-5-savingbits.pdf. 8 D.J. Levitin, 'Why the modern world is bad for your brain', The GuardianScience, 18 januari 2015, https://www.theguardian.com/science/2015/jan/18/modern-world-bad-for-brain-daniel-j-levitin- organized-mind-information-overload.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Jaarboeken Stichting Archiefpublicaties | 2018 | | pagina 45