2.2.5. Dubbels Teruggrijpen naar de functie van de archiefdocumenten binnen hun ontstaans- of werkproces en hun archiveringsmotief is ook de sleutel om een antwoord te formule ren op de vraag hoe moet worden omgegaan met de vele dubbels aan digitale docu menten die binnen organisaties aanwezig zijn. Digitale technieken maken het mogelijk dat dubbels systematisch en permanent opgespoord kunnen worden. Velen menen dat de aanwezigheid van dubbels indruist tegen het principe van 'enkelvoudi ge opslag, meervoudig hergebruik'. Dit principe gaat samen met het streven naar authentieke gegevensbronnen, maar is geen records management of archiefvereiste voor documenten. Als de functie of de context van een document verschilt, dan is een identiek document geen dubbel archiefdocument.15 Om de integriteit van dos siers te garanderen, zal het in veel gevallen zelfs nodig zijn om dubbels te archiveren. 2.2.6. Documentmetadata Tot slot is het ook van belang om bij de waardering van de digitale documenten de nodige aandacht te besteden aan de documentmetadata. De meeste informatie systemen houden van elk document, elke versie of elke renditie metadata bij. Dit hoeven niet altijd heel geavanceerde of speciale documentmanagementsystemen te zijn. Deze metadata worden automatisch of manueel geregistreerd. Ook gewone bestandssystemen, proces- of vakapplicaties houden metadata bij. Vooral bij auto matisch geregistreerde metadata is het aangewezen om na te gaan wat de waarde en de accuraatheid van deze gegevens is. Veel systemen registreren automatisch metadata zoals auteursnamen, datum van creatie of datum van laatste wijziging. Dit zijn metadata die archivarissen graag over nemen om de documenten in het digitale archief te metadateren of te beschrijven. De auteursnaam die applicaties registreren, is doorgaans de naam van de aangemel de gebruiker die het document opneemt, en dus niet noodzakelijk die van de auteur van het document. Als creatiedatum wordt standaard de datum van opname in het systeem vastgelegd. Deze datum is bijgevolg eerder te beschouwen als een registratie datum, dan een documentdatum. En de datum van laatste wijziging heeft niet noodzakelijk betrekking op de laatste inhoudelijke wijziging: ook een wijziging in de documentmetadata of in de toegangsrechten kan in een aanpassing van de laatste wijzigingsdatum resulteren. Bestandssystemen noteren de datum van aanmaak als creatiedatum, maar nemen bij het kopiëren van digitale objecten hun datum van laatste wijziging wel over. Zo kan het dus gebeuren dat volgens de metadata in het bestandssysteem een document werd aangemaakt na zijn laatste inhoudelijke wijziging. Waakzaamheid is dus geboden. Deze metadata blind overnemen in de archiefbeschrijving kan resulteren in een beschrijving met een verkeerde datering en/of een foutieve auteursnaam. Hierdoor wordt niet alleen het terugvinden van documenten bemoeilijkt, maar komt ook de authenticiteit van de archiefdocumen ten in het gedrang. Als deze metadatavelden enige archiefwaarde hebben en/of van belang zijn in het toegankelijk maken van het archief, dan loont het zeker en vast de moeite om ze te vergelijken met de ingebedde metadata in de digitale objecten zelf. In de praktijk blijken de ingebedde metadata dikwijls accurater te zijn, waardoor ze een betere bron zijn voor overname in de archiefmetadata of -beschrijving. Bijzondere metadata van digitale documenten zijn de audit trail gegevens. In deze gegevens wordt bijgehouden wie welke wijzigingen aanbracht. Deze gegevens kunnen van belang zijn om de betrouwbaarheid en het beheer van de documenten aan te tonen. Als dat het geval is, dan is het belangrijk om deze gegevens mee waarde toe te kennen en over te brengen naar het archief. Het archiveren van audit trail gegevens toont de noodzaak van proactieve waardering aan: in veel applicaties worden de audit trail gegevens niet alleen apart van de documenten opgeslagen, ze worden ook veelal slechts tijdelijk bijgehouden. 3. Selecteren Eens de waarderingsbeslissingen zijn vastgelegd, is de volgende stap hun toepassing in de praktijk. Dit is niet enkel het registreren van de waarderingsbeslissingen, maar gaat tot en met de effectieve uitvoering ervan. 3.1. Focus op overbrenging De selectie van digitale archieven brengt eveneens enkele nieuwe evoluties met zich mee. Bij papieren archieven hanteren veel archiefdiensten of -instellingen de beleids regel dat enkel archieven met een permanente bewaartermijn worden overgebracht. De archiefvormer of de zorgdrager dient dan meestal de archieven te selecteren voor hun overbrenging naar het archief. De archivaris keurt de vernietiging goed, terwijl de archiefvormer of zorgdrager instaat voor de uitvoering. De selectie activiteiten richten zich dan voornamelijk op het verwijderen van de archiefdocumenten die geen permanente bewaartermijn hebben en niet in het archief thuis horen. Wat overblijft na de selectie operatie wordt beschreven, verpakt en overgebracht naar het archief. Bij digitale archieven ligt dit enigszins anders. Gelet op de vluchtigheid van digitale informatie en de beperkte houdbaarheidstermijn van de systemen waarin ze worden beheerd, ligt de klemtoon veeleer op het identificeren en het overbrengen van de informatie die in het archief thuis hoort. Met andere woorden, de selectie acties hebben niet zozeer betrekking op het vernietigen van informatie, maar wel op het overbrengen van de informatie met archiefwaarde. De beslissende handeling is niet vernietigen, maar overbrengen. Wat niet expliciet wordt overgebracht, wordt bijge volg de facto vernietigd. Dit is het algemene uitgangspunt. Vanzelfsprekend moet er nog steeds informatie vernietigd worden. Voor een aantal categorieën van dossiers en documenten geldt immers een vernietigingsplicht, maar dit is enkel het geval waar wet- en regelgeving dit expliciet voorschrijft. In alle andere gevallen is de vernietiging van het informatiesysteem of het afzetten van de applicatie de efficiënt ste vorm van archiefvernietiging. Gevolg hiervan is dat selectie van hetzelfde digitale archief veel minder dan bij papieren archieven kan worden overgedaan, herhaald of verfijnd. 3.2. Toepassen van selectielijsten De selectie van dossiers, documenten en hun metadata hoeft bij digitale archieven niet manueel te gebeuren. Voor de uitvoering van de selectie worden de waarderings beslissingen idealiter vertaald naar regels die vervolgens in de beherende applicatie of in de archiveringstool worden ingebouwd. De selectie kan dan geautomatiseerd ver lopen. De uitvoering kan ook gebeuren op basis van registraties in hiervoor speciaal voorziene metadatavelden, maar een dergelijke werkwijze vergt opnieuw veel registratiewerk. Indien mogelijk is het veel efficiënter om de selectieregels te koppelen aan zaaktypes, documenttypes, statussen, bewaartermijnen, enzovoorts. theorie 15 P. Horsman, Archiveren. Een inleiding (Den Haag 2004), 58. 76 filip boudrez wie slim is, selecteert. ook digitaal! 77

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Jaarboeken Stichting Archiefpublicaties | 2018 | | pagina 40