informatie, betekent namelijk niet dat de gegevens daarmee ook vanzelf vindbaar,
bruikbaar en interpreteerbaar zijn. Paul Frissen schrijft er in vergelijkbare zin over in
relatie tot de behoefte aan een transparante overheid als hij stelt: '[e]indelijk kan
iedereen van alle gewenste informatie en kennis worden voorzien, zonder belemme
ringen en zonder vertaling of selectie. Iedereen weet alles, of kan alles weten, van en
over iedereen en alles. De media zelf lijken zich te realiseren dat ze zich alleen
kunnen onderscheiden in deze oeverloze informatiestroom door te selecteren en
door te duiden. Dat zijn dan weer tamelijk klassieke functies die ook in een
ingrijpend veranderende mediawerkelijkheid nodig zijn om betekenisvol te blijven'.67
Met andere woorden: selectie is onvermijdelijk en selectie is een belangrijk mecha
nisme van betekenisgeving. Ook de archiefsector is geworteld in een traditie van
selecteren, maar het is de vraag of het bestaande selectiemodel waarvan de
archiefsector zich bedient en dat gebaseerd is op de onomkeerbare keuze van voort
bestaan dan wel vernietigen van informatie nog vol te houden is. Welke andere
opties zijn denkbaar?
De kracht van het traditionele records management is de nadruk die het legt op het
waarborgen van contextinformatie. Door te weten hoe informatie tot stand is
gekomen en hoe en waarvoor deze is gebruikt, kan verantwoording worden afgelegd
met de vastgelegde gegevens. In een wereld waarin 'echte' informatie steeds lastiger
is te onderscheiden van informatie waarvan de authenticiteit niet of nauwelijks kan
worden vastgesteld, is dat van niet te onderschatten betekenis. Het zijn zeker niet
enkel de traditionele records managers die van dit belang overtuigd zijn. Het Center
for Technology in Government van de universiteit van Albany doet al vele jaren onder
zoek naar innovatie in de publieke sector en benadrukt het belang van het kennen
van de databronnen om de eenvoudige reden dat '[d]ata does not exist in the wild;
it is deliberately created by socio-technical processes. These processes may be as
straightforward such as a digital temperature sensor sending a reading to a weather
database or a nurse taking a blood pressure reading on a patient and entering it in a
medical record. The usability of data, or its fitness for use, depends in large part
on the nature of the encoding processes and datamanagement practices'.68 Met
andere woorden: de manier waarop de data worden beheerd en het kennen van de
processen van creatie en gebruik van deze data, bepalen voor een belangrijk deel ook
de mogelijkheden voor kwalitatief hergebruik van gegevens. Selectie en beheer zijn
dan ook onlosmakelijk met elkaar verbonden. In zijn boek Curation. The power of
selection in a world of excess laat Michael Bhaskar zien dat selectie alleen maar aan
belang wint. Niet selectie in de meest absolute vorm van bewaren of vernietigen,
maar als interface tussen overvloed aan gegevens en betekenisvol gebruik. Bhaskar
noemt het geen selectie maar gebruikt de term curation: '(c)uration is where acts of
selecting and arranging add value. Out together, such acts are an extraordinary store
of value for an overloaded world What we have become to call curation is the
interface, the necessary intermediary, for the modern consumer economy; a kind
of membrane or purposeful filter that balances our needs and wants against great
accumulations of stuff. At its broadest curation is a way of managing abundance'.69
Curation zou dus als een positieve vorm van selectie kunnen worden beschouwd.
Het gaat immers om de doelgerichte manier waarop de informatie wordt geordend
en gepresenteerd rondom een bepaald onderwerp of ten behoeve van een specifiek
gebruik waardoor waarde aan de data wordt toegevoegd.70
Het begrip curation is afkomstig uit de museale wereld maar is tegenwoordig alom
aanwezig,71 kent verschillende vormen (bijvoorbeeld digital curation, content
curation, data curation) en ontwikkelt zich in een rap tempo tot een nieuwe
discipline72 met eigen wetenschappelijke tijdschriften en (universitaire) opleidin
gen. Toch is het de vraag of (digital) curation wel zo nieuw is als sommigen het willen
doen voorkomen. Ann M. Blair laat in haar fascinerende boek Too much to know.
Managing scholarly information before the Modern Age op overtuigende wijze zien dat
curation, in al zijn veelvormigheid en met de vele innovaties die in de loop van de
voorbije eeuwen hebben plaatsgevonden, al in de vroegmoderne tijd de rode draad
vormde om de altijd te omvangrijke hoeveelheid informatie de baas te blijven en
bruikbaar te maken. De voormalige directeur van het Britse Digital Curation Centre
noemde het dan ook 'paradoxical that its definition [digital curation CJ] refers
to activities that organizations in diverse disciplinary communities have been
engaging with already for about 30 years'.73 Het nieuwe moet eerder gezocht worden
in de interdisciplinariteit, of zoals Arjun Sabharwal het noemt, de ontwikkeling van
de digital curation workspace, waarbij het om de samenwerking gaat tussen 'archi
vists, librarians, digital humanists, technologists, information architects, and the
public in different contexts'.74 De invalshoek van waaruit curation plaatsvindt,
is niet alleen een steeds belangrijkere factor; ook de diversiteit van de curation-
perspectieven neemt toe. Een blik op de International Journal of Digital Curation laat
niet alleen de meer traditionele curation-perspectieven zien vanuit de invalshoek van
erfgoed, overheid en administratie, maar ook perspectieven van bijvoorbeeld de
sociale wetenschappen, biologie, klimatologische ontwikkelingen en medische
wetenschap. Er is duidelijk sprake van een toenemend bewustzijn dat de actoren die
betrokken zijn bij curation niet enkel de traditionele beheerders van gegevens zijn,
maar ook onderzoekersgemeenschappen en andere belanghebbende gebruikers
groepen. Naarmate het belang van gebruik en hergebruik van gegevens door verschil
lende communities met eigen curation-modellen en praktijken steeds belangrijker
wordt, komt het onomkeerbare binaire selectiemodel waarvan de overheid zich
bedient steeds meer onder druk te staan. Tegelijkertijd komen de fictieve aspecten
van het model steeds duidelijker aan de oppervlakte. Want hoe voorkom je bijvoor
beeld dat in een selectielijst gegevens als vernietigbaar worden aangemerkt, terwijl
diezelfde gegevens als open data zijn vrijgegeven?
theorie
67 P. Frissen, Het geheim van de laatste staat. Kritiek van de transparantie (Amsterdam 2016) 8 5.
68 N. Helbig, A.M. Cresswell, G. Brian Burke en L. Luna-Reyes, The dynamics of opening government data
(New York 2012) 13.
69 Bhaskar, Curation, 8 5.
70 S. Cannon, 'Content Curation for Research: a framework for building a Data Museum', International Journal
of Digital Curation 10:2 (2015) 59.
71 Blendle, het initiatief van journalist Marten Blankesteijn en internetondernemer Alexander Klöpping is een
duidelijk voorbeeld van een vorm van curation in Nederland: selectie van nieuwsberichten uit verschillende
media die de gebruiker meteen tot zich kan nemen. In plaats van te betalen voor een hele krant, wordt voor
een artikel betaald. Andere bekende en krachtige vormen van curation worden bijvoorbeeld door Netflix
50
charles jeurgens waarderen en selecteren van overheidsarchieven onder druk:
naar een pragmatisch selectiemodel?
en Spotify ingezet om de gebruiker zo goed mogelijk van dienst te zijn door de door hem/haar voor dat
moment gewenste muziek of films aan te bieden zonder dat hij/zij hoeft te zoeken. Curation gebeurt deels
door algoritmes en deels door menselijke curatoren. Interessant in dat opzicht is dat Spotify onder de naam
van Forgotify een aparte databank heeft waarin miljoenen nummers zitten die die nog nooit zijn gedraaid.
Zie hiervoor: http://forgotify.com.
72 S. Higgins, 'Digital Curation: The emergence of a new discipline',The International Journal of Digital Curation
2:6 (2011) 78-88.
73 Op cit. C. Dallas, 'Digital Curation beyond the "wild frontier": a pragmatic approach', Archival Science 16
(2016) 427.
51