via zijn sociale-medianetwerk welig zou tieren. 'The bottom line is: we take misinformation seriously. Our goal is to connect people with stories they find most meaningful, and we know people want accurate information. Historically, we have relied on our community to help us understand what is fake and what is not. The problems here are complex, both technically and philosophically. We believe in giving people a voice, which means erring on the side of letting people share what they want whenever possible. We need to be careful not to discourage sharing of opinions or to mistakenly restrict accurate content. We do not want to be arbiters of truth ourselves, but instead rely on our community and trusted third parties'.31 Maar tegelijkertijd kondigde hij maatregelen aan om nepberichten op te sporen en sindsdien zijn er tal van initiatieven gestart om nepnieuws te ontmaske ren. 32 Het is een duidelijk voorbeeld van de door Beeckman gesignaleerde informa tie-paradox: vanwege de informatieovervloed en onbegrensde mogelijkheden om gegevens de wereld in te slingeren wordt het steeds moeilijker onderscheid te maken tussen relevant en niet relevant, tussen waar en onwaar. Het is daarmee ook steeds eenvoudiger voor kwaadwillenden om gebruik te maken van deze ondoorzichtigheid door met een bepaald doel deels of geheel onjuiste berichten te verspreiden. Er is niet langer een geaccepteerde autoriteit die op basis van kennis en ervaring het onder scheid kan maken tussen nep en echt.33 In essentie speelt hetzelfde probleem voor bedrijven en andere organisaties. KPN noemde het in een whitepaper een opslag paradox: 'terwijl organisaties steeds meer van hun data willen profiteren, maakt de exponentiële groei van informatie de hanteerbaarheid ervan steeds complexer. Daarbij is er het vraagstuk van compliancy: hoe kunnen organisaties blijven(d) voldoen aan veranderende wet- en regelgeving? Kortom, hoe komt data-archivering opnieuw in dienst van de business te staan?'34 Dit beeld van de informatieparadox gebruik ik als rode draad in mijn artikel, omdat ook de archivaris steeds duidelijker geconfronteerd wordt met de overvloed aan informatie, die dwingt na te denken over de noodzaak en betekenis van waardering en selectie van archieven en te reflecteren op de keuzes die hij of zij maakt. 4. De informatie-paradox in historisch perspectief De door Beeckman genoemde informatie-paradox bestaat voor archivarissen eigen lijk al zolang er serieus over waardering en selectie wordt nagedacht. De aartsvaders van de moderne archieftheorie spraken al over de noodzaak om te waarderen en te selecteren vanuit de overtuiging dat alleen dan een betekenisvolle blik op het verleden kon worden geboden. Volgens Schellenberg was het noodzakelijk dat de archivaris in de moderne overheidsadministratie een zorgvuldige selectie maakte teneinde 'not to glut his stacks with insignificant materials that will literally submerge those that are valuable'.35 Hoewel Jenkinson een fundamenteel andere opvatting had dan Schellenberg over de rol van de archivaris in het selectieproces, zag ook hij een groeiende noodzaak om de hoeveelheid documenten in de omvang rijke moderne archieven te beperken. Sinds het kostenaspect in het gebruik van papier en de factor arbeid nauwelijks meer een rol speelden in de afweging om een document op te stellen of te dupliceren, werd over productie en reproductie van documenten helemaal niet meer nagedacht. Informatie-overvloed was ook toen al het gevolg: 'the servant of the State or private business man, piles up documents with a carelessness of the future' met als gevolg, zo waarschuwde Jenkinson dat '[t]here is a real danger that the Historian of the future, not to mention the Archivist, may be buried under the mass of his manuscript authorities'.36 Het was in zijn ogen dan ook noodzakelijk dat de administratie 'in respect of Archive-making must preserve as little as possible' en dat de 'accumulation of documents is to be cut down as far as possible 37 Welbeschouwd is de framing van het probleem van de overvloed van informatie uit die tijd niet eens zo heel veel anders dan vandaag.38 De overvloed aan informatie leidt telkens tot een duidelijk gearticuleerde behoefte om te selecteren omdat het anders onmogelijk is om zin en onzin van elkaar te scheiden. Ed van Thijn schreef in 2004 samen met Teresa Cardoso Ribeiro een - overigens voor de moderne archivaris niet te missen - boek over de informatie-paradox binnen het politiek-bestuurlijke systeem van de overheid. Ze beschrijven het probleem van de almaar groeiende informatievloed met als gevolg dat bestuurders overspoeld worden met gegevens en gedwongen zijn om te selecteren om een coherent beeld te schetsen of verhaal te kunnen maken. Maar welke zijn de hoofdzaken en wat zijn bijzaken? Wat is de essen tie en wat is ruis? De overdaad aan informatie, zo constateren zij, gaat op die manier vaak tegelijkertijd gepaard met een tekort aan de werkelijk relevante informatie. Het is deze informatieparadox die in hun boek centraal staat.39 Dat onderscheid tussen relevant en irrelevant is steeds moeilijker te maken en zal ook steeds moeilijker te maken zijn in de archieven die nu gevormd worden, als zelfs de meest triviale gegevens worden vastgelegd, die vervolgens in de toekomst weer potentiële waarde kunnen hebben. Volgens Jennifer Gabrys ligt het gevaar op de loer dat archieven hierdoor gaan lijken op vuilnisbelten in plaats van betekenisvolle verzamelingen: '[t]he transience and even banality that emerge with electronic storage extends to theorie 31 https://www.facebook.com/zuck/posts/10103269806149061, blog van Mark Zuckerberg, 19 november 2016. 32 Zo is de Universiteit Leiden een project gestart waarin studenten Journalistiek en Nieuwe Media proberen nepnieuws te ontmaskeren. Zie https://www.universiteitleiden.nl/nieuws/2017/02/leidse-studenten- helpen-facebook-in-strijd-tegen-nepnieuws en http://nieuwscheckers.nl/nieuwscheckers/. 33 Dit werd onlangs bijvoorbeeld ook benadrukt door Francis Fukuyama: 'The Internet was supposed to liberate us from gatekeepers; and, indeed, information now comes at us from all possible sources, all with equal cre dibility. There is no reason to think that good information will win out over bad information', The emergence of a postfact world (30 december 2016), http://www.livemint.com/Opinion/93hZcSFMVKtz4y5cTylOxI/ Francis-Fukuyama--The-emergence-of-a-postfact-world.html. Een duidelijk Nederlands voorbeeld is de mislukte HPV inentingscampagne van het RIVM (Rijksinstituut voor Vollsgezondheid en Milieu) in 2009. De onderbouwde en wetenschappelijk gevalideerde informatie van het RIVM legde het af tegen de online- kettingbrieven, emotionele YouTube-filmpjes en de complottheorieën die in een razend tempo via de sociale media rondgingen en waarin de mogelijke gevaren van de inenting breed werden uitgemeten. De overheid moet er rekening mee houden dat de opvattingen van de specialist en de overheid in het digitale tijdperk in het beste geval naast die van evenzoveel andere meningen staan die via Internet circuleren. 42 charles jeurgens waarderen en selecteren van overheidsarchieven onder druk: naar een pragmatisch selectiemodel? 34 KPN (Koninklijke PTT Nederland NV), Opslagparadox. De groei van bedrijfsdata schept mogelijkhedenhiervan profiteren is complexer (2015), http://www.overheid360.nl/whitepaper/13113. 35 T.R. Schellenberg, Modern Archives. Principles and Techniques (heruitgave Chicago 2003) 152-153. 36 H. Jenkinson, A Manual of Archive Administrationincluding the problems of war archives and archive making (Oxford 1922) 116-117. 37 Ibidem, 131. 38 Informatie-overvloed is dan ook een tijdgebonden en dus relatief begrip en volgens sommigen vooral een per ceptie die voortvloeit uit het al dan niet beschikken over doeltreffende informatie verwerkende technieken, culturele en persoonlijke verwachtingen en dat in relatie tot de hoeveelheid en de kwaliteit van de informatie die wordt geproduceerd. Dat betekent dat ook in Middeleeuwse of vroegmoderne samenlevingen de perceptie van informatie-overvloed bestond. Zie bijvoorbeeld: A.M. Blair, Too Much to know. Managing Scholarly Information before the Modern Age (New Haven, London 2010). 39 E. van Thijn en T. Cardoso Ribeiro, De Informatieparadox. Een blinde vlek in het openbaar bestuur. (Amsterdam 2004), met name 9-55. 43

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Jaarboeken Stichting Archiefpublicaties | 2018 | | pagina 23