paul drossens geschifte geschiedenis. visies op archiefwaardering in de westerse wereld
andere invulling. Het overheidshandelen staat niet langer centraal. Vanuit een total
archives-visie worden nu ook particuliere archieven in de selectiedoelstelling betrok
ken. Waarderingsbeslissingen worden genomen op het niveau van de werkprocessen
die door de archiefvormer worden toegepast in plaats van op abstracte handelingen
voortvloeiend uit wet- en regelgeving. Bovendien wordt niet langer enkel met de
institutioneel-historische waarde rekening gehouden, maar ook met de informatieve
waarde van archieven. De focus richt zich op de archieven die representatief zijn voor
hetgeen in de samenleving is vastgelegd, voor de activiteiten van de leden (personen
en organisaties) van een samenleving of die door waarnemers als belangrijk, bijzon
der of uniek worden beschouwd. Selectie en acquisitie moeten in het teken staan van
het verwerven van bronnen die zowel het representatieve als het bijzondere van de
samenleving vertegenwoordigen. Dit betekent onder meer dat niet van elke publieke
archiefvormer per definitie archief wordt bewaard en dat omgekeerd bepaalde parti
culiere archiefvormers 'bewaarplichtig' worden als ze relevant zijn.
6. Naar een symbiose tussen bewijs en geheugen, tussen inhoud en
context
Waardering en selectie waren vooral tijdens de jaren 1990 vaak het onderwerp van
verhitte debatten tussen archivarissen die het eigen gelijk wensten te bewijzen. In
wetenschappelijke tijdschriften werd fel gediscussieerd over de methode en de doel
stellingen van waardering en selectie. De discussie werd vooral gevoerd in Noord-
Amerika met als voornaamste protagonisten Frank Boles en Mark Greene
(verdedigers van Schellenbergs denken en van het belang van content), de UBC-
school (vooral Luciana Duranti), de Pitt-school (David Bearman en Richard Cox)
en Terry Cook. Maar ook Australische en Europese archivarissen, zoals de Duitse
Angelika Menne-Haritz,56 mengden zich in het debat. In Nederland en België werd
de discussie voornamelijk gevoerd door de voor- en tegenstanders van de
Nederlandse PIVOT-methode. Volgens Frank Boles leidde de hele discussie tot een
uitzonderlijke, internationale uitbarsting van creatief denken die de kennis en het
begrip van het concept archiefwaardering hebben verrijkt en verdiept.57
Sinds de eeuwwisseling is de polemiek grotendeels stil gevallen en is er geleidelijk aan
een consensus ontstaan om de diverse invalshoeken (bewijs versus geheugen,
inhoud versus context) te verzoenen. Het is niet langer bewijs OF geheugen, maar
bewijs EN geheugen. Het zijn eigenlijk twee zijden van eenzelfde munt. Terry Cook
parafraseerde het als volgt: 'Without reliable evidence set in context memory
becomes counterfeit, or at least is transformed into forgery, manipulation, or
imagination. Without the influence of and need for memory, evidence is useless
and unused'.58 De mentaliteitswijziging is ook merkbaar in de herziene waarderings-
en selectiebenadering van landen die traditioneel vooral oog hadden voor het
administratieve aspect van archieven. In het waarderingsbeleid van de nationale
archieven van Australië en het Verenigd Koninkrijk wordt meer belang gehecht aan
het cultuurhistorische aspect en worden gebruikers en andere stakeholders betrok
ken bij de vaststelling ervan. Ook in Nederland is met de uitwerking van de aanbeve
lingen in het rapport Gewaardeerd Verleden van de louter bewijsgerichte (PIVOT-)
benadering afgestapt, zoals blijkt uit diverse bijdragen in dit jaarboek.
7. What is next?
Het laatste woord is nog lang niet gezegd over deze problematiek. De nieuwe uit
dagingen die het digitale tijdperk, de sociale media en de steeds diverser wordende
samenleving stellen, vergen op hun beurt aangepaste antwoorden, methodes en
oplossingen. Welke richting gaat waardering en selectie uit? Welke rol is hierbij
weggelegd voor de archivaris? Kan een archiefinstelling dit werk nog alleen aan? In
Duitsland heeft de werkgroep Archivische Bewertung van het Verband deutscher
Archivarinnen und Archivare in 2011 een oproep gedaan tot meer samenwerking op
het vlak van waardering tussen de diverse archiefinstellingen en over de bestuurs
niveaus heen.59 Ook in Canada wordt gestreefd naar een 'whole-of-society' -model
waarbij archiefinstellingen en bibliotheken nauwer samenwerken en collectieve
waarderingsbeslissingen nemen.60 Het kan echter nog ruimer, over de institutionele
grenzen heen. Volgens Terry Cook gaan we een nieuwe fase in, namelijk die van de
participatieve waardering, waarbij burgers, als deelnemers, partners en mogelijk zelfs
als bewaarders, betrokken worden bij het waarderingsproces.61 Met het oog op de
democratisering van archieven en het archiveren van democratie moeten archivaris
sen met individuen en groepen in de samenleving samenwerken en collectief
bepalen wat in aanmerking komt voor permanente bewaring.62
theorie
56 In Duitsland woedde de discussie in wezen tussen twee kampen: de aanhangers van Schellenberg versus de
aanhangers van Booms. Zie hierover: R. Kretzschmar, 'Archival Appraisal in Germany: A Decade of Theory,
Strategies, and Practices', Archival Science 5:2-4 (2005) 220-221.
57 F. Boles, Selecting and appraising archives and manuscripts (Chicago 2005) 19.
58 T. Cook, Beyond the Screen: The Records Continuum and Archival Cultural Heritage (Paper delivered at the
Australia Society of Archivists Conference in Melbourne on 18 august 2000) 5.
59 I. Taylor, 'The German appraisal discussion since 1990: an overview', Archives and Manuscripts 44:1 (2016)
19.
34
60 D. Caron en R. Brown, 'Appraising Content for Value in the New World: Establishing Expedient
Documentary Presence', The American Archivist 76:1 (2013) 163.
61 T. Cook, 'We are what we keep; we keep what we are': Archival appraisal past, present and future', Journal of
the Society of Archivists 32:2 (2011) 182 en T. Cook, 'Evidence, memory, identity, and community: four
shifting archival paradigms', Archival Science 13:2 (2013) 113-116.
62 Zie onder meer: D. Dominique, 'Documenting the Immigrant and Ethnic Experience in American Archives',
The American Archivist 73:1 (2010) 82-104; T. Grimm, C. Noriega, 'Documenting Regional Latino Arts and
Culture: Case Studies for a Collaborative, Community-Oriented Approach', The American Archivist 76:1
(2013) 95-112; K. Shilton, R. Srinivasan, 'Participatory Appraisal and Arrangement for Multicultural
Archival Collections', Archivaria 63 (2007) 87-101.
35