Evidential Dimension 1 CREATE Dimension 2 CAPTURE Identity Transactionalty Dimension 4 PLURALISE Dimension 3 ORGANISE Recordkeeping containers 5. Macroselectie theorie Collective Memory Corporate/ Individual Memory Evidence Trace Actor(s) nit(s) nstitution /Purpos! [Archival] Document Record(s) Archive Archives Diagram 1. Het records continuum-model48 Waardering wordt geconcipieerd als een set van continue, terugkerende en geïnte greerde processen binnen de vier dimensies van het records continuum. Deze zich herhalende processen bepalen welke documenten als archiefdocumenten worden vastgelegd en welke documenten in hun context geplaatst moeten worden om bete kenis te behouden.49 In het continuum-denken moeten archivarissen en informatie beheerders samen de rol van recordkeeping professionals vervullen en informatie- en archiefbeheerssystemen opzetten die garanderen dat documenten vanaf hun creatie hun veelvuldige doeleinden kunnen bereiken, op het moment zelf én na verloop van tijd. Archivarissen interveniëren, naar analogie van Bearman, in het archiefvor mingsproces en zijn actief betrokken bij de ontwikkeling van archief- en informatie beheerssystemen. De traditionele selectiemethoden die worden toegepast aan het einde van de semi-dynamische fase, worden als ontoereikend beschouwd. Het continuum-denken werd geïntegreerd in de Australian Standard on Records Management (AS 4390) uit 1996. Hoewel de titel anders doet vermoeden, heeft deze norm betrekking op het beheren van documenten van bij hun creatie tot en met hun definitieve bewaring. Dit wordt omschreven als recordkeeping, waaronder zowel documentbeheer (records management) als archiefbeheer wordt verstaan.50 30 paul drossens geschifte geschiedenis. visies op archiefwaardering in de westerse wereld Omstreeks 1990 ontstonden nagenoeg gelijktijdig, maar los van elkaar, in Nederland en Canada twee denkrichtingen die de focus van waardering verschoven van de archiefdocumenten naar de functies en handelingen waaruit ze voortvloeiden. Beiden waren globale, holistische macroselectiebenaderingen die top-down tewerk gingen. De doelstellingen en de aanpak verschilden echter fundamenteel. 5.1. De overheid als uitgangspunt In Nederland ging in 1991 het PIVOT-project (Project Invoering Verkorting Overbrengingstermijn) van start, dat was belast met het realiseren van een inhaal beweging op het vlak van de selectie en verwerving van de archieven van de centrale overheid. Hiertoe werd een functionele macroselectiebenadering uitgewerkt, de Methode Institutioneel Onderzoek, waarbij het handelen van de overheid centraal stond. De achterliggende idee was dat archieven zo sneller en efficiënter konden geselecteerd worden dan met de klassieke methode van microselectie. Door te focus sen op de handelingen van de overheid in plaats van op de documenten zelf zou een vollediger beeld van het overheidshandelen worden gecreëerd. De waardering bleef uitsluitend beperkt tot de handelingen. Analyse en onderzoek van de archiefvorming werd als overbodig gezien. Op basis van de via het institutioneel en functioneel onderzoek in kaart gebrachte handelingen kon immers achterhaald worden welke archiefneerslag er in principe zou moeten (geweest) zijn. Naar de vorm, ordening of locatie van de neerslag moest niet worden gekeken. Eens een handeling de waarde ring 'bewaren' of 'vernietigen' kreeg, werd alle hieruit voortvloeiende neerslag inte graal onderworpen aan deze beslissing. De doelstelling van PIVOT en de Nederlandse Rijksarchiefdienst was om via waarde ring en selectie een reconstructie van het overheidshandelen op hoofdlijnen moge lijk te maken. Hierbij werd van de hypothese uitgegaan dat de voornaamste overheidshandelingen ook de in historisch opzicht belangrijkste informatie zouden opleveren en dat routinehandelingen onbelangrijke informatie voortbrengen. Beleidsvorming werd belangrijk geacht en dus bewaarde men quasi alle neerslag van handelingen die betrekking hadden op de voorbereiding, de vaststelling en de evalu atie van het beleid. Neerslag van uitvoerende handelingen werd doorgaans geselec teerd ter vernietiging. Bij de waardering speelde vooral de 'institutioneel-historische' waarde (evidential value) een rol. 5.2. De samenleving als uitgangspunt 5.2.1. Hans Booms In de Verenigde Staten heeft Gerald Ham met zijn pleidooi voor een grotere aandacht voor de samenleving vanaf het midden van de jaren 1970 het waarderingsdenken van heel wat archivarissen gestimuleerd (cf. supra). Ongeveer gelijktijdig met Ham concipieerde Hans Booms aan de andere kant van de oceaan een selectiemodel dat 48 Overgenomen uit: F. Upward, 'Modelling the continuum as paradigm shift in recordkeeping and archiving processes, and beyond - a personal reflection', Records Management Journal (2001). Dit is een geactualiseer de versie van het oorspronkelijke model dat in 1997 door Frank Upward werd voorgesteld in het artikel 'Structuring the Records Continuum. Part Two: Structuration Theory and Recordkeeping', Archives and Manuscripts 25:1 (1997). 49 S. McKemmish, B. Reed en M. Piggott, 'The Archives', in: S. McKemmish, M. Piggott, B. Reed en F. Upward (eds.), Archives: Recordkeeping in society (Wagga Wagga 2005) 175. 50 Het continuumdenken werd niet overgenomen in de International Standard on Records Management (ISO 15489) die in 2001 werd ontwikkeld. Hoewel de ISO 15489-norm de AS 4390-norm als uitgangspunt heeft genomen, beperkt deze zich uitsluitend tot records management. 31

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Jaarboeken Stichting Archiefpublicaties | 2018 | | pagina 17