bijlage
Paul Drossens studeerde geschiedenis aan de Universiteit Gent en archivistiek en hedendaags
documentbeheer aan de Vrije Universiteit Brussel. Hij is diensthoofd van het Rijksarchief Gent en
als archivaris onder meer gespecialiseerd in de domeinen Justitie en Financiën. In dit kader volgt hij
sinds 2013 voor Vlaanderen het project SATURN op, dat de achterstanden op het vlak van selectie
en verwerving van de archieven van de buitendiensten van de FOD Financiën wil wegwerken, en
het in 2015 gestarte BRAIN-project JUSINBELLGIUM (i.s.m. Université libre de Bruxelles en
Katholieke Universiteit Leuven), dat de creatie beoogt van een databank van Belgische precedenten
in de internationale rechtspraak (1914-2014). Hij publiceert voornamelijk over instellingsgeschie
denis en bepaalde aspecten van de archivistiek (openbaarheid en privacy, substitutie, enzovoorts).
Over waardering en selectie schreef hij o.m. het boek Archief gewogen. Een onderzoek naar de theorie
en praktijk van waardering en selectie (Brussel 2011).
Emmy Ferbeek heeft Kunstgeschiedenis gestudeerd aan de Universiteit van Groningen. Zij is
werkzaam bij het Stadsarchief Amsterdam als Hoofd Archief en Collectiebeheer. In die functie is zij
verantwoordelijk voor het beheer en behoud van de collectie, zowel in papier als digitaal, en voor de
verwerving van particuliere en gemeentelijke archieven en collecties. Zij is lid van de Raad van
Advies van de Letterenfaculteit van Groningen voor de studie Kunstgeschiedenis. Co-auteur met
A. Brokerhof en J.Kemp van 'Waardemanagement Scan voor het Stadsarchief Amsterdam - in vier
stappen naar waarde rendement', in: Handboek Archiefbeheer in de praktijk, 4013:1-38 (2016).
Fiorella Foscarini heeft een PhD in archival studies van de University of British Columbia en is
Associate Professor bij de Faculty of Information van de University of Toronto (Canada). Voor haar
toetreden tot de Faculty of Information in januari 2010, werkte ze 10 jaar als Senior Archivist voor
de Europese Centrale Bank in Frankfurt am Main (Duitsland). Daarvoor was ze hoofd van de
Records Management Office and Intermediate Archives (Ufficio Protocollo e Archivio Generale)
bij de provincie Bologna (Italië). Van 2014 tot 2016 doceerde ze archiefwetenschappen bij de
afdeling Mediastudies van de Universiteit van Amsterdam. In haar onderwijs en onderzoek gebruikt
ze archiefwetenschap, diplomatie en genre theorie, evenals ideeën over organisatiecultuur en
informatiecultuur om te onderzoeken hoe archiefbescheiden worden gemaakt, beheerd en bewaard
in organisaties.
Robbert Jan Hageman heeft geschiedenis en filosofie gestudeerd en daarnaast gewerkt in de
archeologie. In dat kader maakte hij voor het eerst kennis met het vraagstuk van erfgoedselectie. In
1991 gooide hij het roer om, werd toegelaten tot de toenmalige Rijksarchiefschool en behaalde in
1994 het diploma archivistiek A. Intussen was hij in 1993 als onderzoeker in dienst gekomen bij het
archiefselectieproject PIVOT. Sinds 1999 werkt hij bij het tegenwoordige Nationaal Archief. Hij
vervulde daar uiteenlopende functies, onder meer hoofd Informatie, projectleider website, lid van
de schrijfgroep Archiefvisie en projectencoördinator van het programma Archief 2020. Sinds 2017
is hij senior adviseur kennisontwikkeling en als zodanig o.m. betrokken bij archiefinnovatie en
verdere ontwikkeling van het instrumentarium voor waardering en selectie.
Caroline de Hart studeerde kunstgeschiedenis aan de Radboud Universiteit Nijmegen. In 2012
behaalde zij het diploma archivistiek B aan de Hogeschool van Amsterdam. Sinds 2009 is ze
werkzaam bij het Streekarchief Langstraat Heusden Altena, vanaf 2014 in de functie van archief
inspecteur.
246
over de auteurs en redacteuren
Iris Heidebrink werkte van 1982 tot en met haar pensionering in 2016 als archivaris bij het
Nationaal Archief te Den Haag na een studie culturele antropologie (Vrije Universiteit Amsterdam,
Rijksuniversteit Leiden) en de de opleiding middelbaar archiefambtenaar (Rijksarchiefschool).
Onder nevenactiviteiten zijn te noemen: secretaris van de Koninklijke Vereniging van Archivarissen
in Nederland (1999-2006) en bestuurslid van de Stichting Archiefpublicaties (2013-heden).
Charles Jeurgens (1960) is hoogleraar archiefwetenschap aan de Universiteit van Amsterdam
(sinds 2016) en adviseur bij het Nationaal Archief (sinds 2009). Hij publiceerde over waardering
en selectie, koloniale en postkoloniale archiefculturen en over archivering in de digitale tijd. Hij
studeerde geschiedenis en archivistiek en promoveerde op een proefschrift over de geschiedenis van
19e-eeuwse infrastructurele planning in Nederland, in het bijzonder de drooglegging van het
Haarlemmermeer. Hij werkte voor het Instituut voor Nederlandse Geschiedenis in Den Haag
(1992-1994), was gemeentearchivaris van Schiedam (1994-1999) en Dordrecht (1999-2009) en
hoogleraar archivistiek aan de Universiteit Leiden (2004 en 2016).
Annemieke Kolle studeerde in 1998 af aan de Erasmus Universiteit als historicus en werkte
achtereenvolgens als onderzoeker en als aio aan de Vrije Universiteit. Tussen 2009 en 2016 werkte
zij als medewerker selectiebeleid en digitale archivering bij het Nationaal Archief en was daar onder
meer projectleider van verschillende pilots waarbij de nieuwe selectiemethode verder werd
uitgewerkt en in de praktijk getoetst. Samen met Charles Jeurgens schreef zij de brochure Belangen
in balans van het Nationaal Archief. Momenteel werkt zij als beleidsmedewerker primair onderwijs
bij het ministerie van OCW.
Florence Limburg studeerde Griekse en Latijnse Taal en Cultuur en promoveerde in 2007 aan
de Universiteit Leiden in de Latijnse letterkunde. Vanaf 2009 werkte ze bij het Nationaal Archief
aan met name verwerving en waardering selectie van archieven. In dat kader heeft ze deel
genomen aan pilots waarbij de nieuwe selectiemethode verder werd uitgewerkt en in de praktijk
getoetst. Momenteel is werkzaam bij de Erfgoedinspectie.
Eef Masson is universitair docent bij de afdeling Mediastudies van de Universiteit van Amsterdam.
Ze studeerde Germaanse taal- en letterkunde in Gent (België) en filmstudies en filmarchivering in
Norwich (Verenigd Koninkrijk). Aan het begin van haar carrière werkte ze bij de afdeling Collecties
van het Nederlands Filmmuseum (nu EYE Filmmuseum); eerst als filmrestaurator en later als pro
jectleider. In 2010 promoveerde ze aan de Universiteit Utrecht op een proefschrift over onderwijs-
films in de periode na de Tweede Wereldoorlog (gepubliceerd in 2012 onder de titel; Watch and
Learn: Rhetorical Devices in Classroom Films after 1940). Bij de UvA doceert ze onder andere in de
MA's Film Studies en Heritage Studies: Preservation and Presentation of the Moving Image, en treedt ze
op als coördinator van het laatstgenoemde programma. Als onderzoeker is ze actief in het door
NWO gefinancierde project The Sensory Moving Image Archive (SEMIA): Boosting Creative Reuse for
Artistic Practice and Research dat nog loopt tot augustus 2019. Met Giovanna Fossati coördineert ze
de onderzoeksgroep Moving Images: Preservation, Curation, Exhibition (ASCA). Eefs onderwijs- en
onderzoeksinteresses omvatten: film- en mediageschiedenissen (vooral de niet-theatrale) en histo-
riografieën de geschiedenis en historiografie van film en media (met name buiten de bioscoop);
media-archieven en preservering -conservering; media geletterdheid mediageletterdheid; musea en
media; digitale hulpmiddelen voor media-geschiedenisonderzoek mediahistorisch onderzoek en
archivistische archiefpresentatie.
247